magazyn

9°5 B E D E N K I N G E N OVER
leerde Oudheidkundige het onderling verfchil der foor­
ten onderfcheiden, en de Gothifche, Saraceenfche en
andere Siylen, met alle derzelver byzondere wyringen
van onderfcheiden tyden, naauwkeurig aamvyzen. Doch
de algemeene Refchouwer bepaalt deeaè allen gefamenlyk,
onder den naam van Gothifche Bouwkunde; en waar!
lyk de groote gelykheid tusfchen dezelve in veele van
hunne meest uitkomende trekken, en de gemeene be­
vattingen over dit onderwerp, kunnen het eenigermate
billyken, dat wy ze als hetzelfde gedacht befchouwen,
't welk,by toeval, veranderingen ondergaan heeft door
gelykvormige ongeregeldheid , als ik het zo mag uit­
drukken, welke dikwils zichtbaar is zo wel in de wer-
~Icën der kunst als die der natuur.
Zo veele eerwaardige gedenkftukken, die in ons land
nog overig zyn, en van de ffaatige deftigheid onzer voor­
ouderen getuigen kunnen, ftellen iedereen in (laat, om
een denkbeeld te vormen van den Göthifchén Styl; en
men moet bekennen dat zy teekenen drangen van groote
ervarenheid , verbaazenden arbeid en groote onkosten.
Doch daar de bouwmeesters van deeze tyden weinig aan-
fpraak maaken op dat geene wat men zuivere fmaak noemt,
en 'er ook weinig gelegenheid was om den zei ven te vor­
men, zal men niet ligt eenigen fmaak in hunne werken
vinden. Tot de volmaaktheid der Bouwkunst dach­
ten zy het in dien tyd nodig te zyn den uiterlyken
fchyn te vertoonen van een verbaazenden arbeid in eeni­
ge verfieringen, en het oog te verblinden met verguld-
fel, beelden, fchilderkunst en uitvoerig werk; een ibyl,
die de bloemryke genoemd is by die Schryvers, welke
met naauwkeurigheid de verfchillende foorten der Go­
thifche Architectuur onderfcheiden hebben. Onze Voor­
ouders hadden geen denkbeeld dat iets groot kon zyn
in