Bestemmingsplan - Ruimtelijkeplannen.nl

wagens met gevaarlijke stoffen op het emplacement aan de hiertoe gestelde
normen voldoen en geen beperkingen opleggen aan de (geplande) bebouwing in
het bestemmingsplan de Noordhoek.
T:\bestemmingsplanvoorschriften\1999-001.doc
- 2 -
93 Risico’s doorgaand transport
93.1 Overzicht
Het aspect externe veiligheid van het doorgaand transport van gevaarlijke
stoffen per spoor te Tilburg is in een aantal door AVIV uitgevoerde studies
onderwerp van onderzoek geweest [1, 4, 8, 9]. In opdracht van NS-
Railinfrabeheer is door bureau OD205 eveneens het transportrisico te Tilburg
onderzocht [5]. In genoemde onderzoeken zijn de risico’s berekend met
hetzelfde rekenmodel, het door AVIV in opdracht van het Interprovinciaal
Overleg (IPO) ontwikkelde berekeningspakket IPORBM [3]. In dit onderzoek is
derhalve uitsluitend een vergelijking en evaluatie gemaakt van de verschillende
studies wat betreft de gehanteerde uitgangspunten en de daaruit resulterende
(verschillen in) resultaten. Met name de studies [4, 5] zijn vergeleken. Het uit
deze evaluatie resulterende beeld met betrekking tot de risico’s in het
plangebied de Noordhoek samenhangend met het vervoer van gevaarlijke
stoffen per spoor is vervolgens beoordeeld aan de normstelling van de
rijksoverheid voor het individueel en het groepsrisico [2, 6; bijlage 1].
Het individueel risico (IR) is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt
getroffen door een ongeval indien deze zich ten tijde van het ongeval
permanent (d.w.z. 24 uur per dag en gedurende het gehele jaar) en
onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het individueel risico (IR)
is plaatsgebonden en geeft een beeld van het risico rond een potentieel risico-opleverende
activiteit. Het wordt ruimtelijk weergegeven door middel van
lijnen die getrokken zijn door punten met een gelijk risico: de iso-risicocontouren.
Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar dat in één keer een groep van
tenminste een bepaalde grootte dodelijk getroffen wordt door een ongeval. Het
groepsrisico (GR) geeft de gesommeerde kansen op groepen van N of meer
doden bij ongevallen. Het is een maat voor het risico dat wordt veroorzaakt
door de combinatie van een potentieel gevaar en de personen die zich in de
omgeving bevinden. Het groepsrisico dient voor een spoorvak met een lengte
van 1 kilometer te worden berekend.
Om te kunnen bepalen of en in welke mate een risico een nog acceptabel geachte
grens overschrijdt, zijn in het externe veiligheidsbeleid normen voor het IR
en GR ontwikkeld (zie bijlage 1). Voor het IR is een maximaal toelaatbaar niveau
van 10 -6 per jaar vastgesteld, dat in nieuwe situaties niet mag worden
overschreden. Voor bestaande situaties is een IR groter dan 10 -6 per jaar in
principe toelaatbaar. De risico's moeten worden getoetst aan de aanwezigheid
van kwetsbare functies in de omgeving van de potentieel risico-opleverende
inrichting. Nieuwe kwetsbare functies mogen in principe niet voorkomen
binnen de IR-10 -6 contour zoals hierboven vermeld. Het gaat dan om functies
of objecten waar zich personen gedurende langere tijd kunnen bevinden. Voor
het GR is de norm een oriënterende waarde. De oriënterende waarde voor het
GR is FN 2 = 10 -2 . Dit houdt in dat de kans op een ongeval met 10 doden slechts
met een kans van één op de honderdduizend per jaar mag voorkomen,
ongevallen met 100 doden met een kans van één op de 10 miljoen per jaar etc.
Het bevoegd orgaan mag hiervan afwijken als daar voldoende redenen