Bestemmingsplan - Ruimtelijkeplannen.nl

Ongevalsfrequenties
In zowel [4] als [5] is in de risicoberekening uitgegaan van locatiespecifieke
ongevalsfrequenties, dat wil zeggen er is rekening gehouden met de
aanwezigheid van wissels en/of overwegen in het baanvak. In tegenstelling tot
[5] zijn in [4] de ongevalsfrequenties met een factor 0.8 gecorrigeerd voor de
aanwezigheid van een zogenaamde hot-box detectie. De in de berekeningen van
[4] gehanteerde ongevalsfrequenties zijn daardoor lager dan in [5].
Bevolkingsgegevens
Voor de (groeps)risicoberekening zijn naast de transportsamenstelling tevens
gegevens over de (geplande) aanwezigheid van personen in de nabijheid van de
transportroute nodig. In [5] is daartoe een planologische inventarisatie van de
huidige en toekomstige situatie uitgevoerd. De inventarisatie in [5] beperkt
zich tot een gebied van 300 meter aan weerszijden van het spoor. In [4] wordt
een groter gebied beschouwd.
T:\bestemmingsplanvoorschriften\1999-001.doc
- 4 -
93.3 Evaluatie resultaten individueel risico
De verschillen in uitgangspunten leiden tot verschillen in berekende resultaten
van het risico. In de figuren 1 en 2 is dit voor het berekend individueel risico
(IR) weergegeven. In de figuren is de ligging van de in de risiconormering en
toetsing van het bestemmingsplan belangrijke IR-10-6 contour ten opzichte van
het hart van het spoor weergegeven voor de in tabel 1 vermelde
vervoersstromen. In figuur 1 is uitgegaan van de [4] vermelde
ongevalsfrequenties (met correctie voor aanwezigheid hot-boxdetectie) en in
figuur 2 is uitgegaan van de in [5] vermelde ongevalsfrequenties (zonder
correctie voor aanwezigheid hot-boxdetecctie). De noordzijde van het
bestemmingsplan de Noordhoek wordt ongeveer gegeven door de
spoorkilometers 20.800 en 21.700.
Uit de resultaten kan het volgende geconcludeerd worden:
• De verschillen tussen [4] en [5] in de berekende ligging van de IR-10-6
contour ter hoogte van het bestemmingsplan de Noordhoek voor de
huidige situatie zijn gering. Door AVIV is een afstand van maximaal 25
meter berekend (figuur 1, curve AVIV1996), door OD205 een afstand van
maximaal 30 meter (figuur 2, curve NS1997).
• De verschillen tussen [4] en [5] in de berekende ligging van de IR-10-6
contour ter hoogte van het bestemmingsplan de Noordhoek voor de
toekomstige situatie zijn groot. Zowel de in [5] gehanteerde omvang van
het vervoer als het niet corrigeren voor de aanwezigheid van hot-box
detectie leidt tot aanzienlijke verschillen (AVIV maximaal 30 meter, OD205
maximaal 60 meter).
• Alleen voor de prognose van de vervoersstroom in 2010 volgens [5] wordt
langs de spoorkilometers 21.500-21.700 van het bestemmingsplan de
Noordhoek een 10-5-contour berekend op maximaal 15 meter uit het hart
van het spoor. In alle overige berekeningen ligt het individueel risico onder
de 10-5 per jaar.
Toetsing Individueel Risico
Het individueel risiconiveau dient te worden getoetst aan de normstelling van
de rijksoverheid. Deze is beknopt weergegeven in bijlage 1.
Voor nieuwe situaties mogen geen kwetsbare bestemmingen gelegen zijn
binnen de
10-6-contour zoals die ligt ten tijde van de beslissing over het voornemen.
Onder een nieuwe situatie wordt verstaan zowel een toename van de