Bestemmingsplan - Ruimtelijkeplannen.nl

T:\bestemmingsplanvoorschriften\1999-001.doc
- 57 -
4.28.1 De hoogte van een bouwwerk dat met een ingevolge artikel
2.5.3 van de Gemeentelijke Bouwverordening (Rb. 22-3-1993) of artikel
4.16 verleende vrijstelling wordt opgericht op een niet aan een
bestemming "V", "V+" of "VV" grenzend bouwperceel, mag niet meer
bedragen dan 3 meter.
4.28.2 Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de
procedurevoorschriften in 25.1 vrijstelling verlenen van het bepaalde
in 4.28.1, indien de aard en de ligging van de omringende bebouwing
hiervoor geen beletsel vormen.
4.29 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte
Het bepaalde in 4.23.1, 4.24.1, 4.25.1, 4.26 en 4.27 is niet
van toepassing op:
a. onderdelen van een bouwwerk, die bij het afzonderlijk
realiseren opgevat zouden moeten worden als het aanbrengen
van veranderingen van niet-ingrijpende aard met dien verstande
dat die veranderingen geen betrekking hebben op de
draagconstructie van het bouwwerk, geen uitbreiding van het
bebouwd oppervlak plaatsvindt en het bestaande nietwederrechtelijk
gebruik wordt gehandhaafd;
b. het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen van bouwwerken
anders dan het aanbrengen van veranderingen van niet-ingrijpende
aard als omschreven onder a en dan ten aanzien van
die gedeelten, welke de maximale bouwhoogte overschrijden;
c. topgevels in het verticale vlak, gaande door de voorgevelrooilijn
of de achtergevelrooilijn, mits zij niet breder zijn dan 6 meter
en mits de geveloppervlakte, over de breedte van de topgevel
gemeten, niet groter is dan het product van de breedte van de
topgevel en de maximale bouwhoogte ter plaatse;
d. plaatselijke verhogingen met geen grotere breedte dan
0.60 meter.
4.30 Vrijstelling voor overschrijdingen van de toegelaten bouw
hoogten
4.30.1 Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de
procedurevoorschriften in 25.1 vrijstelling verlenen van het
bepaalde in 4.23.1, 4.24.1, 4.25.1, 4.26 en 4.27 tot ten hoogste 2
maal de oorspronkelijke hoogte ten behoeve van:
a. bebouwing t.b.v. de bestemming Centrumdoeleinden "C", indien
het bouwperceel gelegen is aan en georienteerd is op de op de
plankaart aangegeven voorgevelrooilijn gelegen langs wegen, die
op de plankaart A "lijnstructuur ruimtelijk" tevens zijn
aangeduid als "lijnstructuur ruimtelijk";
b. bebouwing t.b.v. woningbouw, maatschappelijke instellingen of
detailhandel binnen de bestemmingen "G" "GG", "GGW", "W", "m",
"w", "d" en "p", indien het bouwperceel gelegen is aan en
georienteerd is op de op de plankaart aangegeven
voorgevelrooilijn gelegen langs wegen, die op de plankaart A
"lijnstructuur ruimtelijk" tevens zijn aangeduid als "lijnstructuur
ruimtelijk";
c. bebouwing t.b.v. de bestemming Kantoren c.a. "K" gelegen aan
c.q. georiënteerd op de op de plankaart aangegeven
voorgevelrooilijn gelegen langs wegen, die op de plankaart A
"lijnstructuur ruimtelijk" tevens zijn aangeduid als "lijnstructuur
ruimtelijk";
d. bebouwing ten dienste van het railverkeer, -vervoer en verblijf
binnen de bestemming "VR"
e. bebouwing ten behoeve van nutsvoorzieningen binnen