Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
• Binnenstedelijke ontwikkelingen<br />
Veel <strong>Nederlandse</strong> steden hebben historische centra. Steeds vaker is hier herinrichting noodzakelijk<br />
om ruimte te scheppen voor economische bedrijvigheid, verkeer of woonruimte. Historische<br />
objecten en structuren (bebouwing, bodem, stratenpatroon, openbare ruimte, waterpartijen e.d.)<br />
kunnen dan functioneel of als inspiratiebron worden ingezet voor nieuwe ontwikkelingen.<br />
∆ Zie ‘Romeinen in de parkeergarage’ .<br />
• Historische complexen of structuren<br />
Functionaliteit is belangrijk voor het behoud <strong>van</strong> historische gebouwen, zoals woonhuizen, forten<br />
of fabriekstorens. Hergebruik <strong>van</strong> historische gebouwen is een taak <strong>van</strong> monumentenzorg. Het<br />
voordeel <strong>van</strong> gebiedsgerichte herontwikkeling zoals Belvedere voorstaat, is dat de kosten <strong>van</strong><br />
renovatie vaak deels te compenseren zijn met de opbrengsten <strong>van</strong> nieuwbouw. Actueel is het<br />
herstellen <strong>van</strong> oude waterlopen in de stad (Binnen-Dieze Den Bosch, singelstructuur Utrecht).<br />
• Herstructurering naoorlogse wijken<br />
Eén <strong>van</strong> de grootste ruimtelijke opgaven <strong>van</strong> dit moment is de herstructurering <strong>van</strong> woongebieden.<br />
Om te voldoen aan de hedendaagse eisen gaat een derde <strong>van</strong> de nationale woningvoorraad<br />
op de schop. Richtlijn daarbij is de integrale aanpak <strong>van</strong> het Grotestedenbeleid (GSB), waarin<br />
sociale, economische en fysieke vernieuwing worden ingezet als oplossing voor grootstedelijke<br />
problematiek.<br />
Vooral naoorlogse wijken worden gezien als kwalitatief slecht, onveilig en onaantrekkelijk. Maar<br />
radicale sloop en nieuwbouw doet geen recht aan de cultuurhistorische waarde <strong>van</strong> deze oude<br />
buurten en de behoeften <strong>van</strong> bewoners. Ook in wederopbouwwijken wordt daarom zoveel mogelijk<br />
materieel erfgoed (monumenten, stedenbouwkundige structuren) en immaterieel erfgoed<br />
(gebeurtenissen, verhalen, ontwerpfilosofieën) ingeweven in vernieuwing. Een voorbeeld daar<strong>van</strong><br />
is de Philipswijk in Eindhoven.<br />
• Stedelijke uitbreiding<br />
Op diverse plaatsen is al geëxperimenteerd met het benutten <strong>van</strong> erfgoed in stedelijke uitbreidingsgebieden.<br />
Bekend voorbeeld is de Vinex-wijk Leidsche Rijn bij Utrecht, waar op grote schaal<br />
vondsten uit de Romeinse tijd en elementen <strong>van</strong> het oude landschap in het nieuwe stadsdeel<br />
worden opgenomen. De komende jaren worden de grote Vinexlocaties afgebouwd. Zoals blijkt uit<br />
de Nota Ruimte (2005), wijst het Rijk daarna voor stedelijke ontwikkeling zogenaamde ‘bundelinggebieden’<br />
aan. Provincies leggen de grenzen <strong>van</strong> deze gebieden vast in streekplannen. Het accent<br />
ligt op bebouwing, maar ook voor water, natuur, recreatie, sport en landbouw moet ruimte beschikbaar<br />
blijven. Rekening houden met cultuur en cultuurhistorie is daarbij een randvoorwaarde.<br />
erfgoed voor toerisme<br />
GROENLO PROFILEERT ZICH ALS VESTINGSTAD<br />
gemeente Oost Gelre<br />
De noodzaak tot een stevige impuls voor de stedelijke economie bracht Groenlo (gemeente<br />
Oost Gelre) ertoe haar verleden als vestingstadje te laten herleven en zo de attractiewaarde voor<br />
toeristen te vergroten. Daarbij had de gemeente vooral de vele gezinnen met kinderen op het<br />
oog die gedurende het jaar een (korte) vakantie doorbrengen in een nabijgelegen recreatieoord.<br />
Als bijzonder wapenfeit kon in stelling worden gebracht dat ‘Grolle’ in de 17e eeuw als toenmalig<br />
Spaans bastion langdurig is belegerd door prins Frederik Hendrik <strong>van</strong> Oranje-Nassau.<br />
Het beleidsvoornemen om Groenlo te profileren als vestingstad vertaalde de gemeente voor de<br />
periode 2004-2007 naar drie grote, samenhangende projecten: het behouden en deels reconstrueren<br />
<strong>van</strong> vestingwerken, de restauratie <strong>van</strong> de middeleeuwse Oude Calixtuskerk en het<br />
deels reconstrueren <strong>van</strong> de Circumvallatielinie. Dit is de – voor Europa unieke – insluitinglinie die<br />
Stedendwinger Frederik Hendrik in een straal <strong>van</strong> drie kilometer rond Groenlo liet aanleggen om<br />
het stadje tot overgave te brengen. Een archeologisch bureau kreeg samen met een landschapsarchitect<br />
de opdracht voor het onderzoek naar zichtbare overblijfselen en het aanbrengen <strong>van</strong><br />
passende landmarks langs een ‘tachtigjarige oorlog fietsroute’. In de toekomst zal de historische<br />
linie, die <strong>van</strong>uit de lucht het mooist te zien is, ook via GPS in beeld worden gebracht.