Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
47 Wijn, C (2003) Gemeentelijk cultuur-<br />
beleid - een handleiding<br />
7.2 Inventarisatie <strong>van</strong> aanbod en vraag<br />
Elke gemeente die beleid voor erfgoededucatie wil ontwikkelen of bijstellen zal zicht moeten<br />
hebben op het aanwezige erfgoed en de organisaties die zich daarmee bezighouden.<br />
Wat zijn de sterke punten <strong>van</strong> het erfgoedaanbod als geheel? Welke punten zou de gemeente<br />
willen versterken? Welke rol speelt educatie daarbij? Wat is er op dit gebied al aanwezig? Het ringenmodel<br />
<strong>van</strong> Wijn 47 biedt daarbij een referentiekader waarmee een gemeente kan beoordelen<br />
in hoeverre erfgoedvoorzieningen aanwezig (zouden moeten) zijn. [3.3]<br />
Daarbij zal de gemeente ook rekening moeten houden met haar directe omgeving. Welk verzorgingsgebied<br />
(denk aan scholen) wil de gemeente met erfgoededucatie bedienen? Maar ook: hoe<br />
staat het met ander erfgoedaanbod in de regio? Welke aanknopingspunten zijn er voor samenwerking<br />
met omringende gemeenten?<br />
Hoe diepgaand dit verkennende onderzoek moet zijn – quickscan of uitputtende inventarisatie<br />
– is mede afhankelijk <strong>van</strong> de manier waarop de gemeente erfgoededucatie wil inzetten. [7.1]<br />
7.2.1 Erfgoed(educatie)aanbod<br />
Bij het inventariseren <strong>van</strong> het materiële en immateriële erfgoed ter plaatse dient de gemeente<br />
ook alle organisaties in kaart te brengen die zich hiermee bezighouden. Dus niet alleen de instellingen<br />
waarmee de gemeente een subsidierelatie onderhoudt, maar ook private initiatieven, zoals<br />
waardevolle particuliere collecties en historische verenigingen.<br />
[Voor een beschrijving <strong>van</strong> erfgoedsectoren zie hoofdstuk 1.]<br />
Het omschrijven <strong>van</strong> de subsidierelatie (huisvesting, eigendom collectie, projectsubsidie e.d.)<br />
biedt een eerste inzicht in de relatie die de gemeente met de erfgoedsector onderhoudt. Inventarisatie<br />
<strong>van</strong> het lokale erfgoedaanbod wijst ook uit voor welke erfgoedelementen de gemeente<br />
zelf de verantwoordelijkheid draagt (stads/dorpsgezicht, bodemsporen, bestrating, ruimtelijke<br />
structuur, vestingmuren e.d.).<br />
Om te kunnen beoordelen welke mogelijkheden er zijn om publieksgroepen bij het erfgoedaanbod<br />
te betrekken volstaat het niet om aan te geven of een bepaald type erfgoed(instelling) wel of<br />
niet aanwezig is. De fysieke kwaliteit (onderhoud en faciliteiten), de interne organisatie (om<strong>van</strong>g,<br />
professionaliteit), het publieksbereik en eventuele knelpunten zullen in een sterkte/zwakte analyse<br />
meegenomen moeten worden.<br />
Voor een gemeente en haar inwoners is het <strong>van</strong> groot belang dat de eigen geschiedenis wordt<br />
bewaard en gedocumenteerd. Dat kan in een museum zijn, bij archieven, een Regionaal Historisch<br />
Centrum, bij historische verenigingen e.d. Een inventarisatie geeft inzicht in leemten en overlap<br />
en in mogelijkheden voor samenwerking, afstemming en profilering op dit gebied.<br />
Immaterieel erfgoed zal vaak de lastigste, want minst grijpbare categorie zijn. Toch komt hierin de<br />
lokaal beleefde identiteit waarschijnlijk het sterkst tot uitdrukking. Denk in ieder geval aan verhalen,<br />
taal, tradities en gebruiken. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur adviseert gemeenten<br />
die meer inzicht willen hebben in het plaatselijke immateriële erfgoed de eigen inwoners er zelf<br />
naar te vragen, bijvoorbeeld via krant of website. Wat vinden inwoners op dit vlak karakteristiek<br />
voor hun woonplaats? Wat willen ze graag behouden?<br />
Aanbod erfgoededucatie<br />
Het plaatselijke erfgoedaanbod is uiteraard niet synoniem met het aanbod aan erfgoededucatie.<br />
Gegevens over dit aanbod zijn over het algemeen opgenomen in jaarverslagen <strong>van</strong> erfgoedinstellingen.<br />
Praktischer is om de betrokken organisaties er gericht naar te vragen. Ook kan deze vraag<br />
voor een gemeentelijk beleidsmedewerker een goede gelegenheid zijn om op locatie kennis<br />
te maken. Is de lokale erfgoedsector niet al te groot, dan kan het educatieaanbod in een eerste<br />
(netwerk)overleg aan de orde komen. [7.5.1]<br />
Het bestaande aanbod aan erfgoededucatie is uit te zetten in een matrix, uitgesplitst naar<br />
erfgoed(instelling) belangrijkste doelgroepen en/of type aanbod (leskist, lezingen, kinderactiviteiten,<br />
demonstraties, cursussen, informatiepanelen in de openbare ruimte et cetera). Sterke punten,<br />
witte vlekken en overlap zijn op die manier snel zichtbaar te maken. Dit geeft een eerste indruk<br />
<strong>van</strong> ontbrekende elementen en mogelijkheden om elkaar aan te vullen of te versterken. Daarnaast<br />
zijn er een aantal vragen <strong>van</strong> praktische en organisatorische aard:<br />
• In welke mate maken scholen of andere publieksgroepen gebruik <strong>van</strong> bepaald aanbod?<br />
• Is de accommodatie toereikend: is er bijvoorbeeld ruimte om groepen te ont<strong>van</strong>gen?<br />
• Zijn er professionele krachten voor erfgoededucatie (concept en begeleiding)?<br />
• Is er financiële ruimte voor educatieve activiteiten?