19.11.2014 Views

NJB-1427

NJB-1427

NJB-1427

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rechtspraak<br />

den van een schending van art. 8 EVRM en<br />

art. 14 EVRM. In een uitspraak van 25 september<br />

2007 wordt hun beroep door de High<br />

Court of Eastern Denmark afgewezen. Hierop<br />

gaan de klagers in hoger beroep bij het<br />

Deens Hooggerechtshof. Dit beslist op 13<br />

januari 2010 unaniem dat er geen sprake is<br />

van een schending van art. 8 EVRM en met<br />

vier tegen drie stemmen dat er geen sprake<br />

is van een schending van art. 14 EVRM in<br />

combinatie met art. 8 EVRM.<br />

B. Procedure<br />

Op 12 juli 2010 dienen de klagers hun verzoekschrift<br />

in bij het Hof. De klagers menen<br />

dat de weigering van hun aanvraag voor<br />

gezinshereniging een schending is van art. 8<br />

EVRM en art. 14 EVRM in combinatie met art.<br />

8 EVRM.<br />

C. Uitspraak van het Hof<br />

(Tweede Kamer: Raimondi (president), Lorenzen,<br />

Sajó, Vučinić, Lemmens, Kūris, Spano)<br />

Artikel 8 EVRM<br />

Volgens het Hof moet er bij de beoordeling<br />

van de vraag of op Denemarken op grond van<br />

artikel 8 EVRM de positieve plicht rust om de<br />

tweede klaagster toe te laten, een afweging<br />

worden gemaakt van het individuele belang<br />

ten opzichte van het algemene belang. Het<br />

Hof overweegt dat de eerste klager sterke<br />

banden heeft met zowel Denemarken als<br />

Togo en Ghana. De tweede klager heeft volgens<br />

het Hof echter sterke banden met Ghana.<br />

Zij heeft tenslotte maar een paar weken in<br />

Denemarken verbleven en spreekt bovendien<br />

geen Deens. Het echtpaar heeft nooit de legitieme<br />

verwachting gehad dat verblijf in Denemarken<br />

zou worden toegestaan. Het is voor<br />

de eerste klager, zelfs naar eigen zeggen,<br />

mogelijk om zijn gezinsleven uit te oefenen<br />

in het land van herkomst van zijn echtgenote.<br />

Derhalve stelt het Hof vast dat er geen sprake<br />

is van een schending van artikel 8 EVRM.<br />

Artikel 14 EVRM in combinatie met Artikel 8<br />

EVRM<br />

Wat rest is de vraag of Denemarken het discriminatieverbod<br />

heeft geschonden bij de<br />

toepassing van het hechte band criterium.<br />

Aan dit criterium is voldaan als een Deens<br />

staatsburger achtentwintig jaar in Denemarken<br />

heeft verbleven. Hierbij is volgens de<br />

klagers sprake van discriminatie op grond<br />

van etnische afkomst, omdat dit meer personen<br />

treft die een buitenlandse etnische<br />

afkomst hebben dan personen met een<br />

Deense etnische afkomst. Het Hof stelt, op<br />

basis van de bepalingen uit de Deense<br />

vreemdelingenwet, vast dat er geen sprake is<br />

van directe discriminatie op grond van etnische<br />

afkomst. Wel is er sprake van indirecte<br />

discriminatie, omdat de maatregel meer<br />

Denen met een niet Deense afkomst treft<br />

dan Denen met een Deense afkomst. Deze<br />

laatste categorie zal doorgaans vaker voldoen<br />

aan het criterium dat gedurende achtentwintig<br />

jaar in Denemarken moet zijn<br />

gewoond. Toch is er volgens het Hof geen<br />

sprake van indirecte discriminatie op grond<br />

van etniciteit, maar in plaats daarvan vallen<br />

de klagers binnen de bescherming van het<br />

verbod op discriminatie op grond van hun<br />

‘other status’ binnen de definitie van artikel<br />

14 EVRM. Het Hof neemt aan dat er sprake is<br />

van discriminatie op grond van het feit dat<br />

de klagers nog geen achtentwintig jaar in<br />

Denemarken hebben gewoond ten opzichte<br />

van personen die dit wel hebben gedaan.<br />

Over de rechtvaardiging van deze ongelijke<br />

behandeling stelt het Hof dat staten voor<br />

wat betreft gezinshereniging gunstigere<br />

voorwaarden mogen hanteren voor personen<br />

die sterke banden hebben met het gastland.<br />

Dit wordt als ‘pursuasive social reasons’<br />

door het Hof als legitiem doel geaccepteerd.<br />

Over de proportionaliteit van de ongelijke<br />

behandeling is het Hof kritisch. De toepassing<br />

van de hechte band eis maakt het voor<br />

personen die op latere leeftijd het Deens<br />

staatsburgerschap hebben gekregen bijna<br />

onmogelijk om in aanmerking te komen<br />

voor gezinshereniging. Het Hof ziet niet in<br />

waarom een persoon die korter in Denemarken<br />

heeft verbleven dan achtentwintig jaar<br />

bij voorbaat een minder sterke band met<br />

Denemarken zou hebben. Toch oordeelt het<br />

Hof dat er geen sprake is van een schending<br />

van artikel 14 EVRM in combinatie met artikel<br />

8 EVRM. Het komt tot dit oordeel op<br />

basis van de individuele omstandigheden<br />

van de klagers. De tweede klaagster heeft volgens<br />

het Hof een zeer zwakke band met<br />

Denemarken en een sterke band met het<br />

land van herkomst. Ook had de eerste klager<br />

op het moment van de aanvraag tot gezinshereniging<br />

slechts twee jaar eerder het Deense<br />

staatsburgerschap verkregen. Onder die<br />

omstandigheden kan volgens het Hof niet<br />

worden gesteld dat de ongelijke behandeling<br />

in dit individuele geval disproportioneel is<br />

ten opzichte van het legitieme doel.<br />

D. Slotsom<br />

Het Hof oordeelt unaniem dat er geen sprake<br />

is van een schending van artikel 8 EVRM en<br />

met vier tegen drie stemmen dat er ook geen<br />

sprake is van een schending van artikel 14<br />

EVRM in combinatie met artikel 8 EVRM.<br />

Rechters Raimondi en Spano hebben een<br />

concurring opinion geschreven, waarin zij<br />

aangeven dat volgens hen het Hof had moeten<br />

afzien van het bekritiseren van het Deense<br />

vreemdelingenrecht voor wat betreft het<br />

hechte band vereiste in abstracte zin. Rechters<br />

Sajó, Vučinić en Kūris voeren in hun dissenting<br />

opinion aan dat zij het niet eens zijn<br />

met de rechtvaardiging van de ongelijke<br />

behandeling door de meerderheid.<br />

Hof van Justitie van de<br />

Europese Unie<br />

Deze rubriek is verzorgd door M. Bulterman,<br />

medewerker van de Directie Juridische Zaken,<br />

Afdeling Europees Recht van het Ministerie<br />

van Buitenlandse Zaken. De volledige<br />

uitspraken van het EU-Hof zijn beschikbaar<br />

via www.curia.europa.eu.<br />

1346<br />

Arrest van 1 juli 2014, nr. C-573/12<br />

(Grote Kamer: V. Skouris, president, K.<br />

Lenaerts, vicepresident, A. Tizzano, L. Bay<br />

Larsen, T. von Danwitz, M. Safjan, C. G.<br />

Fernlund, kamerpresidenten, E. Levits, A. Ó<br />

Caoimh, A. Arabadjiev, C. Toader, D. Šváby,<br />

M. Berger, A. Prechal (rapporteur),<br />

E. Jarašiūnas, rechters)<br />

Verhandelbare groenestroomcertificaten.<br />

Verplichting voor elektriciteitsleveranciers<br />

en bepaalde verbruikers om jaarlijks bij<br />

bevoegde autoriteit een bepaald aantal<br />

groenestroomcertificaten in te leveren.<br />

Weigering om groenestroomcertificaten toe<br />

te kennen voor buiten betrokken lidstaat<br />

gelegen productie-installaties. Richtlijn<br />

2009/28. Vrij verkeer van goederen.<br />

(Richtlijn 2009/28, VWEU art. 34, Richtlijn<br />

2001/77/EG, Richtlijn 2003/30/EG)<br />

Ålands Vindkraft AB vs. Energimyndigheten<br />

Feiten en nationale procedure<br />

Ålands Vindkraft verzoekt de bevoegde<br />

Zweedse autoriteit om haar windmolenpark<br />

Oskar, dat op de Finse eilandengroep Åland<br />

is gelegen, te erkennen met het oog op de<br />

toekenning van stroomcertificaten. Dit verzoek<br />

wordt afgewezen omdat alleen in Zweden<br />

gelegen installaties voor groenestroomproductie<br />

worden erkend voor de toekenning<br />

van stroomcertificaten. In de daarop volgende<br />

procedure voor de Zweedse rechter voert<br />

Ålands Vindkraft aan dat de Zweedse regeling<br />

inzake groenestroomcertificaten in strijd<br />

is met het Unierecht. De Zweedse rechter<br />

besluit hierover vragen aan het Hof voor te<br />

leggen.<br />

NEDERLANDS JURISTENBLAD – 24-07-2014 – AFL. 27 1845

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!