19.11.2014 Views

NJB-1427

NJB-1427

NJB-1427

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rechtspraak<br />

ringnemer ‘A’ vermeld en als verzekerd risico<br />

de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer<br />

in de hoedanigheid van ‘eigenaar/exploitant<br />

van een uitzendbureau, tevens verhuur<br />

van onroerend goed’. De premie voor deze<br />

verzekering werd berekend over de door X<br />

opgegeven loonsom. Over 2007 is € 466 aan<br />

premie betaald. In 2007 is in twee loodsen<br />

van B brand uitgebroken. In die loodsen<br />

bevonden zich zaken van huurders. De huurders<br />

hebben C aansprakelijk gesteld. Aegon<br />

heeft geweigerd dekking te verlenen.<br />

In dit geding hebben A en C onder meer een<br />

verklaring voor recht gevorderd dat C aanspraak<br />

kan maken op dekking onder de verzekeringsovereenkomst.<br />

De rechtbank heeft de<br />

vorderingen afgewezen. Het hof heeft het<br />

vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het hof<br />

heeft daartoe overwogen dat de verzekeringsovereenkomst<br />

niet aldus kan worden uitgelegd<br />

dat de activiteiten van B en C als respectievelijk<br />

eigenaar en verhuurder van<br />

opslagruimte waren meeverzekerd en dat A<br />

en C geen omstandigheden hebben gesteld<br />

die meebrengen dat het beroep van Aegon op<br />

het ontbreken van dekking naar maatstaven<br />

van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar<br />

is.<br />

Hoge Raad<br />

Onderdeel 2.3 bestrijdt voornoemd oordeel<br />

van het hof met een beroep op de volgende<br />

omstandigheden:<br />

1. de ‘A Groep’ heeft vanaf 2001 premie<br />

betaald gebaseerd op de omzet/loonsom van<br />

alle vennootschappen, welke premie ‘past bij<br />

het verzekeren van alle vennootschappen en<br />

het daaraan voor Aegon verbonden risico’;<br />

2. het op de polis als verzekeringnemers/verzekerden<br />

bijschrijven van C en B in 2009<br />

bracht geen wijziging van de premie mee,<br />

zodat de vermelding van beide vennootschappen<br />

een formaliteit was;<br />

3. indien achteraf vastgesteld zou worden dat<br />

alleen A verzekerd is geweest, heeft Aegon<br />

jarenlang premie betaald gekregen, zonder<br />

dat zij risico heeft gelopen.<br />

Het onderdeel faalt. Het bestreden oordeel is<br />

niet onbegrijpelijk, ook niet in het licht van<br />

de genoemde omstandigheden. Wat betreft<br />

de uitleg van de verzekeringsovereenkomst<br />

ziet het onderdeel eraan voorbij dat geen van<br />

de genoemde omstandigheden erop wijst dat<br />

Aegon bij de opgave van de wijziging met<br />

ingang van 1 januari 2006 heeft moeten<br />

begrijpen dat A en C beoogden ook de onderhavige<br />

opslagactiviteiten mee te verzekeren.<br />

Wat betreft het oordeel dat niet kan worden<br />

gezegd dat het beroep op het ontbreken van<br />

dekking naar maatstaven van redelijkheid en<br />

billijkheid onaanvaardbaar is, geldt voorts<br />

het volgende. Indien Aegon premie heeft<br />

geïnd voor een risico dat achteraf bezien niet<br />

heeft bestaan, kan dat meebrengen dat zij<br />

gehouden is tot premierestitutie (art. 7:938<br />

BW). De enkele inning van premie noopt<br />

evenwel niet tot de conclusie dat Aegon op<br />

grond van art. 6:248 lid 2 BW dekking moet<br />

verlenen voor schade als gevolg van de<br />

onderhavige activiteiten.<br />

Volgt verwerping.<br />

De A-G concludeert tot vernietiging en verwijzing.<br />

Hij acht de klacht tegen de verwerping<br />

van het beroep op de beperkende werking van<br />

de redelijkheid en billijkheid gegrond (4.7-4.9)<br />

1349<br />

27 juni 2014, nr. 13/04145<br />

(Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-<br />

Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp,<br />

C.E. Drion; A-G mr. J.C. van Oven)<br />

ECLI:NL:HR:2014:1537<br />

Onteigening. Overleden eigenaar. HR: Voor<br />

het geval dat de bij het onteigeningsbesluit<br />

aangewezen eigenaar is overleden, bepaalt<br />

de Onteigeningswet dat het geding wordt<br />

gevoerd tegen een op verzoek en op kosten<br />

van de onteigenende partij te benoemen<br />

derde. De onteigeningsprocedure voorziet<br />

niet in de mogelijkheid tot benoeming van<br />

een derde nadat het geding is aangevangen.<br />

(OW art. 18 lid 1, 20 lid 1 en 3)<br />

Y, adv. mrs. M.W. Scheltema en R.T.<br />

Wiegerink, vs. de gemeente Hoogeveen,<br />

adv. mr. J.A.M.A. Sluysmans.<br />

Feiten en procesverloop<br />

De gemeenteraad van Hoogeveen heeft<br />

besloten tot onteigening van een perceel. In<br />

de bij het besluit behorende lijst is als eigenaar<br />

van het perceel aangewezen X, met vermelding<br />

dat hij is overleden op 25 februari<br />

1998. Y is de erfgenaam van X.<br />

In dit geding heeft de Gemeente zowel wijlen<br />

X als Y gedagvaard voor de rechtbank en<br />

gevorderd bij vervroeging de onteigening<br />

van het perceel uit te spreken. Y heeft zich<br />

beroepen op niet-ontvankelijkheid van de<br />

gemeente op de grond dat de gemeente heeft<br />

verzuimd de rechtbank op de voet van art. 20<br />

OW om benoeming van een ‘derde’ te verzoeken.<br />

De rechtbank heeft bij tussenvonnis de<br />

gemeente de gelegenheid gegeven om alsnog<br />

het verzoek als bedoeld in art. 20 OW te<br />

doen. Vervolgens heeft zij Y benoemd als derde<br />

in de zin van art. 20 Ow. Daarna heeft zij<br />

de vervroegde onteigening uitgesproken.<br />

Hoge Raad<br />

Voor zover voor het onderhavige geschil van<br />

belang volgt uit art. 18 lid 1 OW dat het onteigeningsgeding<br />

aanvangt doordat de onteigenende<br />

partij overgaat tot dagvaarding van<br />

degene die bij het onteigeningsbesluit als<br />

eigenaar is aangewezen. Voor het geval dat<br />

de bij het onteigeningsbesluit aangewezen<br />

eigenaar is overleden, bepaalt art. 20 lid 3 in<br />

verbinding met lid 1 OW dat het geding<br />

wordt gevoerd tegen een op verzoek en op<br />

kosten van de onteigenende partij te benoemen<br />

derde. Uit deze wetsartikelen, in samenhang<br />

bezien, volgt dat de derde dient te zijn<br />

benoemd voordat het onteigeningsgeding<br />

- tegen die derde als formele procespartij -<br />

wordt aangevangen. De onteigeningsprocedure<br />

voorziet niet in de mogelijkheid tot<br />

benoeming van een derde nadat het geding<br />

is aangevangen. Gelet op het bovenstaande<br />

heeft de rechtbank ten onrechte - na aanvang<br />

van het geding - de mogelijkheid geopend tot<br />

benoeming van een derde, heeft zij ten<br />

onrechte de gemeente in de gelegenheid<br />

gesteld daartoe een verzoek te doen en heeft<br />

zij ten onrechte de onteigening van het perceel<br />

uitgesproken tegen (A als) een derde in<br />

de zin van art. 20 OW. De Hoge Raad kan zelf<br />

de zaak afdoen.<br />

Volgen vernietiging van het vonnis, niet-ontvankelijkverklaring<br />

van de gemeente in haar<br />

vordering tegen X en A en terugwijzing voor<br />

vaststelling van de proceskostenvergoeding<br />

in de eerste aanleg.<br />

De A-G concludeert dienovereenkomstig. Hij<br />

bespreekt art. 20 OW onder 3.2-3.11.<br />

1350<br />

27 juni 2014, nr. 13/04378<br />

(Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak,<br />

T.H. Tanja-van den Broek;<br />

A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent)<br />

ECLI:NL:HR:2014:1540<br />

Kinderalimentatie. Grenzen rechtsstrijd.<br />

Het hof heeft overwogen dat ‘wat er ook zij<br />

van het al dan niet samenwonen van de<br />

man en zijn nieuwe partner, de man<br />

voldoende aangetoond heeft dat hij en zijn<br />

nieuwe partner voor twee huizen woonlasten<br />

hebben’. HR: Het hof is buiten de<br />

grenzen van de rechtsstrijd getreden. Voorts<br />

had het hof niet in het midden mogen<br />

laten of de man met zijn nieuwe partner<br />

samenwoont.<br />

(Rv art. 24; BW art. 1:392)<br />

De vrouw, adv. mr. S. Kousedghi, vs. de man,<br />

adv. mr. J.F.M. van Weegberg.<br />

1848 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 24-07-2014 – AFL. 27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!