NJB-1427
NJB-1427
NJB-1427
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Rechtspraak<br />
Protocol bij het op 29 december 1972 te Londen<br />
tot stand gekomen Verdrag inzake de<br />
voorkoming van verontreiniging van de zee<br />
ten gevolge van het storten van afval en<br />
andere stoffen. De hoorcommissie concludeerde<br />
dat de actie van Greenpeace voldeed<br />
aan de vrijstelling van de vergunningplicht<br />
als bedoeld in artikel 6.8, tweede lid, aanhef<br />
en onder b, van het Waterbesluit. Daarom<br />
heeft Greenpeace artikel 6.3, eerste lid, aanhef<br />
en onder a, van de Waterwet niet overtreden,<br />
aldus de hoorcommissie.<br />
2. Greenpeace betoogt dat de rechtbank ten<br />
onrechte heeft geoordeeld dat zij artikel 6.3,<br />
eerste lid, aanhef en onder a, van de Waterwet<br />
heeft overtreden. Volgens haar heeft de<br />
rechtbank daarbij ten onrechte overwogen<br />
dat zij zich heeft ontdaan van stoffen als<br />
bedoeld in dit artikellid. De rechtbank had in<br />
ieder geval tot het oordeel moeten komen<br />
dat het laten afzinken van de stenen en houten<br />
zeepaarden op grond van artikel 6.8,<br />
tweede lid, van het Waterbesluit was vrijgesteld<br />
van het in artikel 6.3 van de Waterwet<br />
opgenomen verbod, aldus Greenpeace.<br />
2.1. Ingevolge artikel 6.1 van de Waterwet<br />
wordt in hoofdstuk 6 van de deze wet verstaan<br />
onder stoffen: afvalstoffen, verontreinigende<br />
of schadelijke stoffen.<br />
Ingevolge artikel 6.3, eerste lid, aanhef en<br />
onder a, is het zonder daartoe strekkende vergunning<br />
van Onze Minister verboden zich<br />
van stoffen te ontdoen door deze vanaf of<br />
vanuit een vaartuig dan wel een luchtvaartuig<br />
in zee te brengen of op zee te verbranden.<br />
Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, van het<br />
Waterbesluit wordt in dit besluit verstaan<br />
onder Protocol: op 7 november 1996 te Londen<br />
tot stand gekomen Protocol bij het op 29<br />
december 1972 te Londen tot stand gekomen<br />
Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging<br />
van de zee ten gevolge van het storten<br />
van afval en andere stoffen (Trb. 2000, 27).<br />
Ingevolge artikel 6.8, eerste lid, kan een vergunning<br />
als bedoeld in artikel 6.3 van de<br />
Waterwet slechts worden verleend in overeenstemming<br />
met het Protocol.<br />
Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder a,<br />
is van de vergunningplicht, bedoeld in artikel<br />
6.3 van de wet, vrijgesteld het plaatsen<br />
van vaste substanties of voorwerpen met een<br />
ander oogmerk dan het zich er enkel van<br />
ontdoen.<br />
Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder b,<br />
is van de vergunningplicht, bedoeld in artikel<br />
6.3 van de wet, vrijgesteld het achterlaten<br />
van vaste substanties of voorwerpen die aanvankelijk<br />
in zee zijn geplaatst met een ander<br />
oogmerk dat zich ervan te ontdoen.<br />
2.2. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de<br />
stenen en de daaraan bevestigde houten zeepaarden<br />
in het kader van artikel 6.3, eerste<br />
lid, aanhef en onder a, van de Waterwet zijn<br />
te kwalificeren als stoffen, omdat het Protocol<br />
erop van toepassing is en artikel 6.3 van<br />
de Waterwet de vertaling van het Protocol in<br />
de Nederlandse wetgeving is. Of het gaat om<br />
afval, verontreinigende of niet-verontreinigende<br />
stoffen maakt daarbij volgens de<br />
rechtbank niet uit.<br />
Hiermee heeft de rechtbank een onjuiste<br />
maatstaf aangelegd. Dat artikel 6.3 van de<br />
Waterwet is bedoeld ter uitvoering van onder<br />
meer het Protocol laat onverlet dat voor de<br />
toepasselijkheid van artikel 6.3, eerste lid,<br />
onder a, vereist is dat wordt voldaan aan de<br />
in artikel 6.1 van de Waterwet opgenomen<br />
definitie van stoffen, te weten afvalstoffen,<br />
verontreinigende of schadelijke stoffen.<br />
2.3. Niet in geschil is dat de stenen en de<br />
houten zeepaarden geen schadelijke stoffen<br />
zijn. Verder is niet gebleken dat het om verontreinigende<br />
stoffen gaat. Ter beoordeling<br />
staat derhalve of de stenen en de houten zeepaarden<br />
zijn aan te merken als afvalstoffen.<br />
2.4. Het begrip afvalstof is in de Waterwet<br />
niet gedefinieerd. Zoals de Afdeling eerder<br />
heeft overwogen (uitspraak van 16 april 2014<br />
in zaak nr. 201309955/1/A4), ziet de Afdeling<br />
aanleiding om voor de betekenis van dit<br />
begrip aansluiting te zoeken bij artikel 1.1,<br />
eerste lid, van de Wet milieubeheer, waarin<br />
onder afvalstoffen wordt verstaan: alle stoffen,<br />
preparaten of voorwerpen, waarvan de<br />
houder zich ontdoet, voornemens is zich te<br />
ontdoen of zich moet ontdoen. Het begrip<br />
afvalstof, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid,<br />
van de Wet milieubeheer, moet worden uitgelegd<br />
met inachtneming van de door het Hof<br />
van Justitie over dit begrip gevormde jurisprudentie.<br />
2.5. Zoals recent bevestigd en samengevat<br />
door het Hof van Justitie (arrest van 12<br />
december 2013, nr. C-241/12 en nr. C-242/12,<br />
Shell Nederland en anderen; www.curia.europa.eu)<br />
hangt de kwalificatie als afvalstof volgens<br />
vaste rechtspraak vooral af van het<br />
gedrag van de houder en van de betekenis<br />
van de uitdrukking ‘zich ontdoen van’. Uit<br />
deze rechtspraak vloeit volgens het hof<br />
tevens voort dat bij de uitlegging van deze<br />
uitdrukking rekening moet worden gehouden<br />
met de doelstelling van richtlijn<br />
2006/12/EG (thans: Richtlijn 2008/98/EG), te<br />
weten, volgens punt 2 van de considerans<br />
ervan, de bescherming van de gezondheid<br />
van de mens en van het milieu tegen de<br />
schadelijke gevolgen veroorzaakt door het<br />
ophalen, het transport, de behandeling, de<br />
opslag en het storten van afvalstoffen, en dat<br />
zij moet worden uitgelegd in het licht van<br />
artikel 191, tweede lid, van het Verdrag<br />
betreffende de Werking van de Europese<br />
Unie, dat bepaalt dat de Europese Unie in<br />
haar milieubeleid naar een hoog niveau van<br />
bescherming streeft en dat dit beleid onder<br />
meer berust op het voorzorgsbeginsel en het<br />
beginsel van preventief handelen. Daaruit<br />
volgt dat ‘het zich ontdoen van’ niet restrictief<br />
mag worden uitgelegd. De vraag of werkelijk<br />
sprake is van een afvalstof moet worden<br />
beoordeeld met inachtneming van alle<br />
omstandigheden, rekening houdend met de<br />
doelstelling van deze richtlijn en in dier voege<br />
dat geen afbreuk wordt gedaan aan de<br />
doeltreffendheid ervan.<br />
2.6. De Klaverbank is ontstaan als een eindmorene<br />
van een gletsjer uit de voorlaatste ijstijd.<br />
Het is het enige gebied in het Nederlandse<br />
deel van de Noordzee waar op de<br />
bodem grote hoeveelheden grind en grote<br />
stenen voorkomen. Deze stenen hebben een<br />
specifieke begroeiing met kalkroodwieren.<br />
Door de verscheidenheid aan waterbodems<br />
kent het gebied een grote biodiversiteit,<br />
maar het gebied is ook erg gevoelig voor<br />
bodemroering. Op 22 december 2008 is de<br />
Klaverbank bij de Europese Commissie aangemeld<br />
en de Commissie heeft het gebied<br />
vervolgens op 22 december 2009 op de lijst<br />
van gebieden van communautair belang<br />
voor de Atlantische biogeografische regio<br />
geplaatst.<br />
Volgens Greenpeace is de biodiversiteit in de<br />
Klaverbank ernstig aangetast door de intensieve<br />
visserij. De Staat der Nederlanden blijft<br />
volgens haar langdurig in gebreke bij het<br />
daadwerkelijk beschermen van dit gebied.<br />
Greenpeace betoogt dat na de aanmelding bij<br />
de Commissie in feite weinig meer is<br />
gebeurd en dat tegen schade door visserij en<br />
scheepvaart nauwelijks is opgetreden. Om<br />
hierover een publiek signaal te geven heeft<br />
Greenpeace 27 stenen neergelaten op de<br />
plaats van de Klaverbank.<br />
Onbestreden staat vast dat Greenpeace de<br />
afgezonken stenen speciaal voor deze protestactie<br />
heeft aangeschaft bij een groothandel<br />
in tuinartikelen en dat het natuurlijke<br />
Scandinavische stenen betrof die vergelijkbaar<br />
zijn met stenen die reeds voorkomen op<br />
de bodem van de Noordzee. Onbestreden is<br />
voorts dat de zeepaarden waren gemaakt van<br />
onbewerkt, niet geïmpregneerd hout met het<br />
zogenoemde FSC label en met natuurlijk<br />
henneptouw aan de stenen waren bevestigd.<br />
Voordat Greenpeace is overgegaan tot haar<br />
actie, heeft zij verder – met het oog op veiligheid<br />
en zorgvuldigheid – de GPS-locaties van<br />
de stenen doorgegeven aan de Kustwacht. De<br />
stenen zouden een symbolische afbakening<br />
van het gebied moeten vormen met de houten<br />
zeepaarden als wachters, die het gebied<br />
zouden moeten beschermen. Door het neerleggen<br />
van de stenen beoogt Greenpeace op<br />
zeer beperkte schaal te doen wat de Staat op<br />
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 24-07-2014 – AFL. 27 1869