21.12.2012 Views

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Aan het begin van de 20ste eeuw verdubbelt de bevolking in 40 jaar tijd. De bloei en de groei blijft echter<br />

beperkt, waardoor Herentals economisch en demografisch wordt overgroeid door Mol en Geel. De laatste<br />

50 jaar is er een losse expansie waarneembaar met nieuwe uitbreidingszones langs de invalswegen,<br />

waardoor er een vervaging ontstaat tussen de stad en het platte land. Herentals is ondertussen ook<br />

uitgegroeid tot een stad die meer dan 7000 leerlingen telt.<br />

Noorderwijk<br />

De oude geschiedenis van Noorderwijk en de betekenis van de naam<br />

Reeds in 1678 schreef J. Leroy terecht: Noorderwijck antiquus est locus. Dit dorp heeft inderdaad een oude<br />

geschiedenis. Archeologische vondsten aan de Hoogton zouden kunnen wijzen op de Romeinse of<br />

Merovingische oorsprong van het dorp. De eigenlijke geschiedenis van deze lokaliteit vangt aan in de 10 de<br />

eeuw. In 974, toen Noorderwijk voor het eerst in de archivalia vermeld werd, moet deze plaats al enige<br />

betekenis hebben gehad vermits zij een kerk bezat. Uit de akte van 974, die twee jaar later door een andere<br />

bekrachtigd werd, blijkt dat keizer Otto II Northrewic terugschonk aan de St.-Baafsabdij te Gent, haar<br />

vroegere bezitster. Deze oude relatie tot de St.-Baafsabdij, die zelf ca. 630 door de H. Amandus was<br />

gesticht, verklaart waarom de H. Bavo tot patroonheilige van de kerk in Nooderwijk werd gekozen. De naam<br />

Noorderwijk (in 974 en 976 geschreven als Northrewic; in 1272 als Nordewyck) bestaat uit twee elementen<br />

en de etymologische verklaring ervan levert geen grote problemen op. Het grondelement (wijk) is zonder<br />

twijfel een afleiding van het Latijnse woord vicus dat in de toponymie tamelijk vroeg voorkomt met de<br />

betekenis van dorp, terwijl het eerst lid (Nooder) het bijvoeglijk naamwoord is. Noorderwijk betekent dus<br />

dorp in het Noorden. Mogelijk verwijst deze naam naar een oude rechtsindeling.<br />

Enkele aspecten van het Noorderwijkse gemeenschapsleven door de eeuwen heen<br />

De heren van Noorderwijk<br />

Sedert het begin van de 13 de eeuw was de heerlijkheid Noorderwijk eigendom van de familie Berthout. Eind<br />

13 de begin 14 de eeuw heeft Hendrik III Berthout Noorderwijk aan zijn opperleenheer te Mechelen opnieuw<br />

moeten afstaan, want in de 14 de eeuw was Mathilde van Gelderland, gravin van Kleef en vrouw van<br />

Mechelen in het bezit van Noorderwijk. In 1370 gaf zij Noorderwijk in leen aan ridder Jan van Lier en<br />

sindsdien werd de heerlijkheid nooit meer verkocht, maar ging steeds bij erfenis of huwelijk over op een<br />

familielid. De familie van Lier behield de heerlijkheid tot in het begin van 16 de eeuw. Door huwelijjk ging de<br />

heerlijkheid Noorderwijk vervolgens over in handen van de families de Plaines (begin 16 de eeuw), van<br />

Busleyden (1613 – 1663) en van Tiras (1663). Frans Robrecht van Tiras, heer van Noorderwijk, maakte<br />

ongeveer al zijn bezittingen in 1663 bij testament over aan zijn familielid Jan-Frans (sinds 1677: baron) de<br />

T’Serclaes (°Brussel 3 september 1637 – Noorderwijk, 1 februari 1695). De weduwe van Gregorius van<br />

Tiras, die reeds vroeger pogingen had aangewend om de heerlijkheid Noorderwijk te verwerven, spande<br />

een proces in om de erfenis. Jan Frans de T’Serclaes moest daarom een tiental jaren procederen vooraleer<br />

de heerlijkheid op zijn naam verheven werd. Augustijn T’Serclaes (Nooderwijk 7 februari 1764 –<br />

Noorderwijk, 7 oktober 1811) was de laatste heer van Noorderwijk.<br />

De parochiale geestelijkheid<br />

Het recht om de pastoor te benoemen (het patronaatsrecht) was in Noorderwijk niet in het bezit van de<br />

plaatselijke heer; ten laatste sedert de herinrichting van de bisdommen in de Nederlanden (1559) was het in<br />

handen van de bisschop van Antwerpen. Jan de Wale is de oudste pastoor van Noorderwijk die met naam<br />

gekend is. Zijn naam wordt voor het eerst in de documenten vermeld in 1365. In het midden van de 15 de<br />

eeuw moet de St.-Bavoparochie relatief belangrijk zijn geweest omdat zij minstens sedert 1443 een<br />

onderpastoor bezat. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog moest Noorderwijk het meestal zonder onderpastoor<br />

stellen en gedurende de laatste decennia van de 16 de eeuw resideerde er zelfs geen pastoor meer. In het<br />

begin van de 17 de eeuw werd echter de toestand genormaliseerd zodat Noorderwijk opnieuw over een<br />

eigen parochieherder kon beschikken. Sedert 1653, naar aanleiding van de opkomst van het<br />

Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota p. 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!