Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
laten opdragen. Telkens werd na een mis ter ere van de heilige Gerlacus water gewijd. De gelovigen namen<br />
dit water mee naar huis om er hun stal mee te besprenkelen; een weinig gewijd water deden zij ook in het<br />
voer van hun dieren. Voor het beeld van de heilige Gerlacus stond een kuip, waaruit de gelovigen het hele<br />
jaar door water konden scheppen.<br />
In Morkhoven konden de gegadigden zich in kerk ook een litanie ter ere van de heilige Gerlacus<br />
aanschaffen. Meer bijval onder de Gerlacusvereerders oogstte echter een speciaal schietgebed ter ere van<br />
de volksheilige. Dit kort gebed om af te keeren alle smettelijke ziekten der beesten begon als volgt: ‘Als gij<br />
de stem van den Heer uwen God zult hooren, en zijn gebeden onderhouden, zoo zal gezegend zijn de<br />
vrucht uwer beesten, de kudden uwer runderen en de stallen uwer schapen’. Omstreeks de Eerste<br />
Wereldoorlog begon deze volksbedevaart, die feitelijk nooit een grote omvang heeft aangenomen, reeds<br />
duidelijk tekenen van verval te vertonen. De inwoners uit de omliggende dorpen bleven het eerst weg uit de<br />
Gerlacusmis en rond 1935 bestond er niet al te veel vraag meer naar de litanie van de heilige Gerlacus. Bij<br />
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was deze bedevaart volledig uitgestorven.<br />
De Sint-Sebastiaansgilde<br />
De Sint-Sebastiaansgilde van Morkhoven (met de handboog als wapen) werd opgericht omstreeks het<br />
begin van de zestiende eeuw. Van de Sint-Sebastiaansgilde van Leuven, de hoofdgilde van Brabant,<br />
verkreeg ze tussen 1665 en 1712 twee caerten. Het primordiaal doel van een wapengilde was op het<br />
militaire vlak gelegen en tot aan het einde van het ancien régime hebben deze organismen deze functie<br />
bewaard: bij dreigende onlusten werd op de gilden een beroep gedaan om de openbare orde te handhaven.<br />
Naast hun militaire taak hebben de gilden een intens gemeenschapsleven ontwikkeld, zowel van<br />
godsdienstige als van ontspannende aard. Sedert de zeventiende eeuw gingen deze profane verenigingen<br />
van weerbare mannen behalve het demonstreren van hun behendigheid in schutterswedstrijden, in het<br />
gildeleven ook meer gezond vermaak en onderlinge ontspanning zoeken, en deze elementen van het<br />
gildeleven bleven bewaard na de officiële afschaffing van de gilden tijdens de Franse Revolutie.<br />
In Morkhoven werd in de regel om de twee jaar den voeghel geschoeten. De eerste drie schoten werden<br />
gelost door de pastoor. Wie de hoofdvogel afschoot, was twee jaar lang koning. Maar wie erin slaagde om<br />
op drie achtereenvolgende keren de papegay af te schieten, werdde keyser. In de zomer teerden de<br />
gildebroeders, met of zonder hun vrouw, twee dagen als men de voeghel schoet en het andere jaar één<br />
dag; in de winter drie dagen. Op de feestdagen van de gilde tijdens de winter werd elke teerdag telkens<br />
ingezet met een gezongen mis tot nagedachtenis van de overleden gildebroeders.<br />
Na een korte onderbreking (1797 - 1802), te wijten aan de houding die de Franse overheid aannam<br />
tegenover de gilden, hervatte de Morkhovense gilde opnieuw haar activiteiten in 1803 en kende nog meer<br />
dan een halve eeuw een relatieve bloei.<br />
Omstreeks 1870 begon echter het verval van de Sint-Sebastiaansgilde te Morkhoven zich te manifesteren.<br />
In 1878 werd voor de laatste maal den voeghel geschoeten en in 1880 werd de laatste gildebroeder<br />
aangenomen. pastoor C.J.T. Rigouts was de gilde niet genegen om de goede reden dat vader en moeder<br />
zeer laats, soms tot 12 uren en later des nachts uitbleven en de kinderen en knechten en meiden aan hun<br />
zelven overlieten. Op instigatie van de pastoor verlieten de vooraanstaande burgers van het dorp de gilde<br />
en deftige lieden sloten zich niet meer aan. Een tweede reden van de ondergang van de gilde waren de te<br />
hoge teerkosten. Op het ogenblik van de opheffing der gilde bedroegen deze drie frank per persoon en per<br />
dag. Ten slotte bleek de gilde niet te kunnen concurreren met de meer democratische vorm van<br />
volksontspanning en volksontwikkeling die de fanfare Zucht Naar Kunst (gesticht in 1875) bood.<br />
Inmiddels waren in de infrastructuur van het agrarische Morkhoven de eerste tekenen van de industrialisatie<br />
merkbaar geworden. De spoorlijn Herentals - Aarschot, die in 1862 werd aangelegd, doorsneed sedertdien<br />
het dorp. Sinds 1862 verbond een kasseiweg Morkhoven, via Noorderwijk en Olen, met Herentals.<br />
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota p. 148