21.12.2012 Views

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

** Waardevolle voorwerpen<br />

���� GROBBENDONK<br />

- Collectie diamantmuseum en archeologisch museum<br />

- Mercuriusbeeldje<br />

- Post Middeleeuwse houten waterput<br />

- Stichtingssteen priorij Den Troon (1414)<br />

���� LILLE<br />

1. De Kempische muts<br />

- de zondagse muts<br />

De technische benaming cornetmuts (“kernet”) werdt hier meestal niet gebruikt. Men sprak van een<br />

“boerenmuts” – niet boerinnenmuts – ook wel van “lintenmuts” of “strikkenmuts”. Deze muts heeft de<br />

neiging het hoofd te verbreden. De voornaamste versiering van deze muts bestond uit de verscheidene<br />

toeren gepijpte kant aan de voorzijde en de strik van gekleurd lint aan de achterzijde, waarvan de panden<br />

op de rug afhingen.<br />

- de daagse muts<br />

Iedere vrouw had meestal wel enkele mutsen in gebruik nl. twee of meer daagse mutsen of huismutsen<br />

naast de feestmuts en de rouwmuts. Het was de gewoonte in de Kempen dat men bij elke begrafenis – ook<br />

van de niet familieleden – zich in rouw kleedde. Binnenshuis droeg de vrouw niet steeds een muts, ook al<br />

droeg ze die gewoonlijk wel buitenshuis. In de Kempen liepen vele vrouwen blootshoofds in vergelijking met<br />

in vele andere streken. Anderen droegen toch een huismuts, die meestal vervaardigd was in witte katoen.<br />

Het model was afgekeken van de zondagse muts maar tot een eenvoudiger vorm herleid. De muts was<br />

soms afgeboord met een kantje en had een platte strik op het achterhoofd. Deze mutsen konden de<br />

vrouwen zelf wassen. Sommige mutsen hadden toch wel gefronste toeren. Het maken van die mutsen was<br />

toch weer werk voor de mutsenmaakster.<br />

2. De trekkap<br />

Naast de cornetmuts hadden sommige vrouwen nog een “kap”. Die droegen ze als ze op hun paasbest<br />

wilden zijn. De trekkap lijkt eenvoudiger dan de cornetmuts maar was veel kosbaarder omdat ze volledig<br />

vervaardigd was uit ragfijn Lierse of Turnhoutse kant. Ze was minstens tweemaal zo duur.<br />

3. De Spaanhoed<br />

Soms droeg men boven de kap een “spaanhoed” of “boerinnenhoed”. Het waren grote hoeden uit fijn<br />

Italiaans stro vervaardigd en daardoor ook zeer kostbaar.<br />

De hoed was belegd met een lint uit gebloemde of geruite satijn, dat onder de kin kon gestrikt worden.<br />

4. Het capote-hoedje<br />

Toen na W.O. II de typische Kempische klederdracht bijna niet meer gedragen werd, waren er hier en daar<br />

nog oudere vrouwen die geen cornetmuts meer droegen maar toch van hun kapmantel niet konden<br />

scheiden. Anderen kleedden zich volgens de heersende dorpse mode: zwarte jurk of jas en het zwarte<br />

capote-hoedje. Het was versierd met strikken, veren, gitten en kralen. Het was meestal gemaakt uit zijde of<br />

glansfluweel.<br />

5. De falie<br />

Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota p. 74

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!