Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vervaardigd hebben). De staande figuren waarop de kuip rust, symboliseren het Geloof, de Hoop, de<br />
Liefdadigheid en de Kracht. In de Medaillons van de kuip werden de Zaligmaker, Onze-Lieve-Vrouw en het<br />
blazoen van de familie T’Serclaes gebeeldhouwd. De vier hoeken van de kuip worden versierd met<br />
engelenbeelden. Twee grotere engelenfiguren schragen het galmscherm. De twee wachters, respectievelijk<br />
de synagoge met de tien geboden (?) (man, rechts) en het christelijk geloof (vrouwenfiguur, links), vormen<br />
de aanzet tot de trapleuning. De trapleuning is versierd met fraai loofwerk waarin de engeltjes spelen. De<br />
ballustrade van het hoogzaal bevat nog belangrijke elementen 17 de eeuws sculptuurwerk. De voet van het<br />
doopbekken is een overblijfsel van de oude (Romaanse ?) doopvont. Door de diverse kunstgrepen die in de<br />
loop der eeuwen op deze doopvont werden uitgevoerd rest thans van dit antiek stuk nog een vormeloze<br />
massa. De doopvont bevindt zich nu in het koor van de kerk. Verder verdient ook nog een<br />
broederschapslijst (1759) van het Aartsbroederschap van het Coordeken van den H. Franciscus binnen<br />
Norderwyck de aandacht. Deze borderschap was te Noorderwijk opgericht door de paters Minderbroeders<br />
uit Herentals in 1660. De naam van elk lid werd op een plankje in de tabel aangebracht. Telkens wanneer<br />
de processie uitging moest elk aanwezig lid van de broederschap het plankje waarop zijn naam stond een<br />
weinig uittrekken om niet als afwezig in boet geslagen te worden.<br />
� Beelden en schilderijen<br />
In de St.-Bavokerk worden nog enkele antieke beelden bewaard: St.-Bavo (1628), Onze-Lieve-Vrouw<br />
(1628), St.-Rochus (18 de eeuw), St.-Sebastiaan (1809) en de H. Gerlacus (1900). Deze beelden die veelal<br />
het voorwerp uitmaakten van een bijzondere volksdevotie werden hoger behandeld.<br />
Daarnaast treft men nog een viertal meldenswaardige schilderijen aan:<br />
- de Vermenigvuldiging der broden en Vissen (1649 – 1650) door Adriaen de Bie (Lier 1593 – Lier 1668).<br />
- St.-Bavo (XVIIde of XVIIIde eeuw?) getekend onderaan rechts, door J.C. Biesemortel.<br />
- Onze-Lieve-Vrouw met slapend Jezuskind, XVIde eeuw (?), paneel.<br />
- H. Hieronymus, eind XVIIde begin XVIIIde eeuw, Vlaamse school.<br />
� Kerkmeubilair uit de 19 de eeuw<br />
Het overige deel van het kerkmeubilair dateert van na de afbraak van de oude kerk in 1870. Het hoofdaltaar<br />
(1875) en de twee zijaltaren (1877) werden alle drie vervaardigd door de gekende Turnhoutse beeldhouwer<br />
L. Bartels. In 1878 – 1879 werden het hoofdaltaar en het koor geschilderd door de Herentalsenaar J. Van<br />
Aerschot. Met het schilderen van het zijaltaren, de zijbeuken en de kruisbeuk maakte J. Van Aerschot een<br />
aanvang in 1881 en zijn werk werd verdergezet door V. Verstreyden. De communiebanken (1875),<br />
biechtstoelen (1876) en het gestoelte (1878) werden gemaakt door de beeldhouwer C. Van Opstal uit<br />
Turnhout.<br />
Kapel van Onze-Lieve-Vrouw op ’t Zand<br />
Veel van het prachtig 17 de en 18 de eeuws kerkmeubilair dat de kapel opsmukt is afkomstig uit de oude St.-<br />
Bavokerk die in 1870 werd afgebroken. In 1873 oordeelden de hiertoe bevoegde (?) autoriteiten dat deze<br />
kunstschatten niet pasten in de neo-gotische St.-Bavokerk van P.J. Taeymans en dientengevolge werden<br />
zij nog in datzelfde jaar overgebracht naar de Zandkapel. Tot deze meubelstukken behoren twee sublieme<br />
gewrochten van de Herentalse schrijnwerker Jacobus Verbuecken: het gestoelte (1660) en het<br />
kerkmeestersgestoelte (1662), een eiken communiebank (1769). Deze 18 de eeuwse communiebank werd in<br />
het kader van de liturgische hernieuwingsbeweging in 1965 herwerkt tot een modern altaar; Tenslotte<br />
bevindt zich in de kapel ook nog een bronzen klokje dat gegoten werd in 1589 door Petrus van den Gheyn<br />
en een mooi beschilderd eiken plankje uit de 17 de eeuw (?), dat destijds een offerblok versierde. Het stelt<br />
een offerblok met een weldoende hand voor, die tussen duim en wijsvinger een gouden geldstuk vasthoudt<br />
met de bedoeling het in de offerblok te laten vallen.<br />
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota p. 86