Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
���� LILLE<br />
Buiten enkele sporadische archeologische vondsten, die wijzen op menselijke aanwezigheid in de<br />
prehistorie en in de Romeinse tijd, is er over de vroegste periode van de geschiedenis van onze dorpen<br />
weinig of niets geweten.<br />
Vanaf ca. 50 voor Chr. behoorden onze streken tot het Romeinse wereldrijk nadat Julius Caesar met zijn<br />
machtige legioenen de plaatselijke Gallische stammen verslagen had. Omstreeks 358 na Chr. moest de<br />
Romeinse keizer Julianus de Afvallige de Salische Franken als 'foederati' (= verbondenen) in onze regio,<br />
Taxandria, aanvaarden.<br />
In de vijfde en zesde eeuw konden de Merovingen o.l.v. Childerik en zijn zoon Clovis vanuit deze streek hun<br />
heerschappij over heel voormalig Gallië uitbreiden. Daarna behoorde de regio tot het Karolingische Rijk<br />
(751-843), Lotharingen (843-870), West-Francië (870-879) en Oost-Francië (880). Tussen 895 en 925 viel<br />
onze regio onder het koninkrijk Lotharingen. Dit rijk werd bij het Heilig Roomse Rijk ingelijfd waarna het nog<br />
slechts een hertogdom was dat al gauw verbrokkeld geraakte o.a. in het markgraafschap Antwerpen (d.i.<br />
grofweg onze huidige provincie + de Nederlandse provincie Noord-Brabant).<br />
Onder de Karolingers lag onze gemeente op de wip tussen de 'pagi' (=gouwen) Rien en Taxandria maar<br />
kan ze niet met zekerheid aan één van de twee toegewezen worden. Nadien behoorde onze streek tot het<br />
markgraafschap Antwerpen totdat dit laatste in 1106 definitief door Godfried I bij Brabant ingelijfd werd. De<br />
beroemdste markgraaf van Antwerpen was wel zijn voorganger Godfried IV van Neder-Lotharingen, beter<br />
bekend als 'Godfried van Bouillon'.<br />
Lang werd aangenomen dat de oudste vermelding van een plaats in onze omgeving in 877 gesitueerd<br />
moest worden. In dat jaar is er in een oorkonde van de abdij van Corvey, uit het bisdom Paderborn, sprake<br />
van 'Blowanscote'. Men identificeerde dit toponiem als 'Blommerschot', nu een gehucht dat vlakbij<br />
Wechelderzande ligt maar tot Oostmalle behoort. De laatste jaren heeft men deze stelling verlaten zodat de<br />
eerste vermelding twee en een halve eeuw opgeschoven moet worden. Lille wordt vermeld in 1123.<br />
Wechelderzande krijgt een vermelding in 1187 samen met Poederlee maar Gierle moet wachten tot in<br />
1259.<br />
Onder de negen eerste hertogen van Brabant, van Godfried I tot Jan III, behoorden Lille, Wechelderzande<br />
en Gierle tot het rechtstreekse hertogelijke domein. In 1332 of 1333 verkocht Jan III de gebruiksrechten op<br />
de vroente in deze dorpen aan hun inwoners. Tot in 1822 zouden de heiden en bossen gemene gronden<br />
blijven waarop de dorpelingen turf staken, heide maaiden en hun schapen weidden. De huidige<br />
gemeentebossen zijn hier nog steeds een overblijfsel van. In 1347 huwde de dochter van Jan III, Maria, met<br />
Reinoud van Gelre. Als compensatie voor het niet-betaalde deel van de bruidsschat kregen zij het Land van<br />
Turnhout in pand, bestaande uit de Vrijheid Turnhout, de drie genoemde dorpen en nog tien andere<br />
plaatsen. Op 25 juli 1356 zette Johanna van Brabant dit pandschap om in een erfelijke leenband. Het Land<br />
van Turnhout zou nog tot aan de Franse Revolutie blijven bestaan.<br />
Het kwam reeds bij de dood van Maria van Brabant, in 1399, terug aan de hertogen van Brabant, waarna<br />
het mee overgeërfd werd totdat keizer Karel V het gebied aan zijn zuster, Maria van Hongarije, als<br />
weduwegoed afstond. Onder koning Filips II werden grote delen ervan verpand om geld in de lege<br />
staatskas te krijgen. Lille, Wechelderzande (en Vlimmeren) kwamen zo in handen van de schatrijke familie<br />
Schetz. Na het Twaalfjarig Bestand werd het Land van Turnhout herenigd onder de Nassauer Filips-Willem<br />
van Oranje. Na diens dood keerde de volledige heerlijkheid tot de domeinen van Brabant terug waarna<br />
Filips IV zes dorpen, waaronder Lille, Gierle en Wechelderzande, aan Jan de Proost verpandde. Deze<br />
jonker bouwde het mooie kasteel van Wechelderzande. Met de Vrede van Munster (1648) werd het Land<br />
van Turnhout aan de Oranje-Nassaus teruggeschonken. Na een twist tussen deze familie en Pruisen werd<br />
het een bezit van de Pruisische koningen (1711) totdat keizerin Maria-Theresia het als hertogin van Brabant<br />
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota p. 54