21.12.2012 Views

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

Bijlagen - Erfgoedcel Kempens Karakter

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

waren en er geen enkele brug lag tot de laatste decenniën van de 19 de eeuw, waren de bewoners<br />

aangewezen op doorwaadbare plaatsen of overzetschuitjes met als gevolg dat de inwoners nauwelijks<br />

contact hadden met hun buurdorpen ten noorden en ten zuiden van de rivieren, in het noorden met Emblem<br />

en in het zuiden met Gestel en Berlaar. Alleen met Lier en Bevel was er een goede verbinding. Er was<br />

slechts één hoofdweg die Kessel doorkruiste nl. de oude weg van Lier over Bevel, naar Herentals, Geel en<br />

Mol. Een rechtstreekse verbinding van de Kesselse dorpskom naar het centrum van Nijlen kwam er pas in<br />

de 19 de eeuw. Oppervlakte: 1.479 ha.<br />

Bewoningssporen<br />

Tijdens het ophogen van de dijken aan de Grote Nete vond men langs de Kesselse oever heel wat<br />

artefacten of stenen werktuigen - op een plaats zelfs geconcentreerd - uit ver vervlogen tijden (1986). “De<br />

verspreide vondsten van Kessel Neteoever wijzen op een paleolitische, mesolithische, neolitische (vanaf<br />

het midden van het neolithicum) bezetting in de vallei van de Grote Nete.” (W. Swiggers, Studie van de<br />

lithische artefacten …, 1986). In bovenvermelde studie staan nog meer vondsten vermeld. Enkele<br />

verspreide stenen werktuigen duiken soms nog op, zoals voor enkele jaren een veel gebruikte steekbijtel<br />

(Bogaertsheide). De vroege aanwezigheid (en misschien bewoning) is wellicht te danken aan de veiligheid<br />

die de mensen in dit haast helemaal door water en moerassen ingesloten gebied hadden, en ook omdat<br />

vooral langs de Grote Nete vruchtbare gronden lagen. Uit de late Hallstattperiode (circa 500 v.C.) dateert<br />

een geschonden urneveld (Nieuwstraat/Bloemenstraat). Een hier opgegraven urne met een bijpotje worden<br />

bewaard in het gemeentehuis van Nijlen samen met een deel van een mooi gepolijste bijl.<br />

- Gallo-romeinse periode. In 1986 werden op de bodem van een drooggelegde vijver vele scherven van<br />

aardewerk zowel van inheemse makelij als in terra sigillata of gestempelde aarde, dakpannen, en enkele<br />

siervoorwerpen gevonden, in een site gelegen tegen de Grote Nete. Een twintigtal palen wijzen naar<br />

constructies in hout. Datering van de scherven: Gallo-Romeinse periode 2 de helft 1 ste eeuw na C. Langs de<br />

Oude Bevelsesteenweg bevinden zich op het Hoogveld eigenaardige dubbelsporen van vergane<br />

boomstammen. Die sporen zouden dateren van de 2 de en 3 de eeuw. Identiek dezelfde sporen werden<br />

gevonden in Sint-Niklaas. Algemeen wordt aangenomen dat de naam Kessel afkomstig is van een<br />

castellum, een versterkte plaats, een bolwerk of een fort. Twee redenen voor die naamsverklaring komen<br />

daarvoor in aanmerking nl. de vondsten uit de Gallo-Romeinse tijd en de naam zelf die volgens de traditie<br />

ooit Kassel luidde.<br />

- Frankische periode. Op het grondgebied van Kessel treffen we twee heemnamen aan. Heem wordt<br />

verklaard als nederzetting, woning, boerderij. Een herinnering aan de naam Vissegem blijft bewaard in de<br />

gehuchtnaam het Visseneinde, gelegen aan het Goor tegen Nijlen. Uffegem is de oude naam voor de<br />

omgeving van het Salvatorkapelletje (Liersesteenweg). Een naam waarin sala, zele, voorkomt zit<br />

vermoedelijk verscholen in Roesselberg (13 de e. - ruus + sala + berg) of een gebouw op een verhevenheid<br />

in een moerassig rietland. Andere oude toponiemen in Kessel zijn o.a.: maasfort, bruul, zijp, vorst, lippelo,<br />

kreetenburch, borchout, hongerborch, roosbroek, biest, donk, bekenhoven, bruul, enz.<br />

Geschiedenis<br />

Kessel maakte vanaf 1212 samen met enkele Lierse gehuchten en de dorpen Bevel, Emblem en Nijlen deel<br />

uit van de Bijvang van Lier. Kessel is meer dan de andere Bijvangsdorpen sterk afhankelijk van geweest.<br />

Zoals boven al vermeld, hoorden vele hoeven en gronden toe aan Lierse instellingen. Zelfs op kerkelijk<br />

gebied hing Kessel af van het stadje. Het Lierse kapittel benoemde de pastoor, de kapelaans en de koster,<br />

én eiste het grootste gedeelte van de tienden op. Er mochten lange tijd geen vrije beroepen in de Bijvang<br />

uitgeoefend worden. Toen de eerste brouwerij van de Bijvang in Kessel na heel wat processen tegen de<br />

stad Lier in werking was gesteld (laatste decennia van de 18de eeuw) binnen de omwalling van het kasteel<br />

van Terlaken, werd de uitbater voortdurend “den duivel aangedaan”.<br />

De dorpsnaam Kessel komt vrij laat in de geschreven geschiedenis, namelijk in 1243. Er stond in die tijd<br />

een windmolen in de kom van het dorp (vermeld in 1244). In een document van 1283 leren we pastoor Jan<br />

Vos kennen die hier moeilijk werk aan het verrichten was (kerkbouw in steen?). Uit hetzelfde document blijkt<br />

Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota p. 28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!