31.08.2013 Views

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Barrières bij de beëindiging van de Nederlandse mijnindustrie<br />

Wanneer we nu de door DeLeon genoemde barrières gaan ‘toetsen’ aan het proces<br />

van sluiting van de steenkoolmijnen blijkt dat er in dit geval slechts enkele barrières<br />

een rol gespeeld hebben, te weten:<br />

- psychologische en intellectuele aarzeling;<br />

- dynamisch conservatisme;<br />

- anti-terminatiecoalities.<br />

Deze komen achtereenvolgens aan de orde.<br />

1 Psychologische en intellectuele aarzeling<br />

De barrière die eerder is aangeduid als ‘psychological and intellectual reluctance’<br />

speelde een rol van betekenis op twee verschillende plaatsen, namelijk binnen de<br />

directie van de Staatsmijnen (DSM) en binnen het apparaat van het Ministerie van<br />

Economische Zaken. Allereerst zullen we nader ingaan op de verhoudingen binnen<br />

de directie van DSM (Moharir, 1979: 247-259; 280-286)<br />

Tot in het begin van de jaren zestig bestond deze directie ho<strong>of</strong>dzakelijk uit<br />

mijningenieurs die de steenkoolindustrie een warm hart toe<strong>dr</strong>oegen. DSM was<br />

immers ‘gegrondvest’ op de steenkool. Het feit dat de chemische industrie was<br />

afgeleid van de steenkool en van het cokesovengas dat DSM zelf produceerde,<br />

versterkte deze gevoelens. Nochtans, de veranderingen in de kolensector voltrokken<br />

zich langzaam. Dit in tegenstelling tot de chemische sector; deze was veel<br />

dynamischer. Een lange-termijnplanning, een agressieve expansiepolitiek en een<br />

kritische houding binnen de bestaande structuren en processen waren eigen aan de<br />

chemische industrie.<br />

De rivaliteit tussen kolen- en chemiesector bestond sinds 1959, toen de eerste<br />

scheuren in het kolenfront tevoorschijn kwamen, maar ze werd meer intens in de<br />

periode 1962-1964. In 1962 werd de voorzitter van de Raad van Bestuur, de<br />

mijningenieur Wemmers, vervangen door de econoom Rottier. Tevens begon in 1962<br />

de kolensector van DSM grote verliezen te lijden, die overbrugd moesten worden<br />

door de winsten uit de chemiesector. Zij die zich onder leiding van Hellemans<br />

verzetten tegen het sluiten van de mijnen, vochten een verloren strijd. De<br />

vakbondsleiders die Hellemans c.s. behulpzaam hadden kunnen zijn, hadden een<br />

andere kijk op de toekomst. Zij waren voorstanders (!) van de mijnsluitingen. Toen in<br />

april 1965 de toestand op de steenkolenmarkt verder verslechterde gaven de<br />

tegenstanders hun verzet op. Wat DSM betr<strong>of</strong> konden de mijnsluitingen beginnen.<br />

Ook binnen het ambtenarenkorps van het Ministerie van Economische Zaken heeft<br />

een soortgelijke strijd gespeeld (vlg. Moharir, 1979: 236-242; 290-293). Voor 1965<br />

bestond er binnen dit ministerie een apart directoraat Mijnwezen (onder leiding van<br />

102

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!