Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ook de Mijn Industrie Raad heeft een invloe<strong>dr</strong>ijke rol in het beëindigingsproces<br />
gespeeld (Moharir, 1979: 226-229). In deze raad, die bestond uit vertegenwoordigers<br />
van werknemers en werkgevers van zowel staatsmijnen als de particuliere mijnen,<br />
werden alle problemen aangaande de mijnindustrie besproken en bediscussieerd.<br />
Door de aanwezigheid van dit overlegorgaan heeft de vakbeweging in Limburg nooit<br />
een militant karakter gekregen. Met name de coöperatieve opstelling van de Mijn<br />
Industrie Raad die het complex van verlangens en eisen van de mijnindustrie aan de<br />
beleidsvormers in Den Haag voorlegde heeft de sluiting van de mijnen en de<br />
herscholing van de mijnwerkers sterk vergemakkelijkt. Tot slot mogen we de rol van<br />
de politieke partijen in het proces van de mijnsluitingen niet geheel uitvlakken. De<br />
fundamentele richtingsverandering in de beleidsvorming in 1965 laat zich mede<br />
verstaan tegen de achtergrond van de overwegingen en voorstellen van het researchinstituut<br />
van de PvdA, de Wiardi Beckmanstichting. Deze overwerginen en<br />
voorstellen, die een geleidelijke sluiting van de mijnen en de herindustrialisatie van<br />
Limburg omvatten, kwamen goed van pas toen Den Uyl (PvdA) minister van<br />
Economische Zaken werd en hebben diens beleid duidelijk beïnvloed. Een succesvol<br />
en spectaculair beleid ten opzichte van Limburg zou tevens bij<strong>dr</strong>agen tot een stijging<br />
van de populariteit van de PvdA, die daar in het begin van de jaren zestig slechts een<br />
beperkte aanhang had (Moharir, 1979: 217-222).<br />
De Katholieke Volkspartij heeft zich pas vanaf 1964 met de mijnsluitingsproblematiek<br />
beziggehouden. Zij deed haar invloed vooral gelden in het begin van de jaren<br />
zeventig bij de uitvoering van het beleid, door te wijzen op groeiende werkeloosheid<br />
in Zuid-Limburg, de problemen met betrekking tot de pendel naar West-Duitsland en<br />
de pensioenen voor de ex-mijnwerkers. Toch heeft de Katholieke Volkspartij (in 1977<br />
opgegaan in het CDA) in de loop der jaren in Limburg veel stemmen verloren. Dit is<br />
naast de toegenomen activiteiten van andere partijen mede veroorzaakt door de<br />
afname van de invloed van de katholieke kerk.<br />
Enkele conclusies<br />
De casus toont dat beleidsbeëindiging weliswaar ‘het einde’ is, maar ook een nieuw<br />
begin zoals DeLeon aangaf. Tegenover mijnsluitingen stond namelijk de<br />
herindustrialisalie.<br />
Ten tweede merken we op dat deze casus een bijzondere is, in zoverre dat allerlei<br />
politieke partijen, een vakbond en de regio zelf, steun gaven aan voornemens uit<br />
mijnnota’s. Bij beleidsbeëindiging hoeft gebrek aan steun zich dus niet altijd voor te<br />
doen.<br />
Een derde conclusie die we uit het voorgaande kunnen trekken is dat de barrières, die<br />
volgens DeLeon bij beleidsbeëindiging optreden, niet zonder meer toepasbaar zijn omdat<br />
105