Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dit artikel, gebaseerd op het proefschrift van de auteur, handelt over één aspect van<br />
deze identiteitspolitiek, namelijk het beleidsvormingsproces over de imamscholen.<br />
Imamscholen vormen een subsysteem van het beleidsterrein van religieonderwijs.<br />
De imamscholen vallen onder het Ministerie van Nationaal Onderwijs en leiden<br />
geestelijken op die religieuze diensten verzorgen in moskeeën en andere<br />
gebedshuizen. Aangezien imams in Turkije formeel gesproken ambtenaren zijn, is de<br />
opleiding van imams een overheidstaak. De ongeveer 80,000 imams zijn verbonden<br />
aan het Directoraat-Generaal voor Religieuze Zaken dat onderdeel is van het kabinet<br />
van de Turkse minister-president. Een groot deel van hen werkt op provinciaal en<br />
districtsniveau waar zij het dagelijkse bestuur over de gebedshuizen en moskeeën<br />
voeren en de religieuze diensten rondom islamitische feestdagen coördineren.<br />
Ondanks hun ambtelijke status, raakten imamscholen sterk gepolitiseerd. Gedurende<br />
de éénpartijstaat (1923-1950) waarin de secularistische en kemalistische<br />
Republikeinse Volkspartij de absolute macht bezat, werden imamscholen één voor<br />
één gesloten omdat de secularistische elites religieuze instellingen als een obstakel in<br />
het moderniseringsproces zagen. In 1950 werden imamscholen echter weer heropend<br />
nadat het meerpartijenstelsel was ingevoerd: de grotendeels rurale en gelovige<br />
bevolking aan wie de secularisatie<strong>dr</strong>ang van de kemalistische elites volledig voorbij<br />
was gegaan eisten religieonderwijs en imamscholen en voor politici was een liberaal<br />
beleid tegenover religieonderwijs en imamscholen een aantrekkelijk electoraal<br />
onderwerp. Tegelijk betrok de imamscholen kwestie naast kiezers en politieke<br />
partijen een derde politieke actor in het spel: de militairen.<br />
De belangrijkste oorzaak hiervoor is de historische rol die militaire <strong>of</strong>ficieren bij de<br />
stichting van de Turkse Republiek in 1923 en bij het natievormingsproces dat daarop<br />
volgde hebben gespeeld. Vanuit het militair perspectief geldt dat het lot van de<br />
Turkse staat en natie nauw is verbonden met dat van het leger. Kortom: Turkse<br />
militairen zien zichzelf als de hoeders van het seculiere karakter van de natiestaat.<br />
Het is daarom niet verwonderlijk dat de kwestie van de imamscholen tijdens de<br />
militaire regimes van 1960-1961, 1971-1973 en 1980-1983 hoog op de politieke agenda<br />
is gekomen. Voorafgaand aan <strong>of</strong> onmiddellijk na iedere interventie hebben militairen<br />
hervormingen op het gebied van onderwijs en religie en daarbinnen de<br />
imamopleidingen aangekondigd en uitgevoerd.<br />
Drie theorieën van beleidsverandering<br />
Theorievorming over beleidsprocessen is sterk versnipperd (vgl. Parsons, 1995). Het<br />
bestaan van vele onderzoekprogramma’s binnen en tussen verschillende politieke<br />
stelsels heeft ertoe geleid dat vaak dezelfde fenomenen, zoals agendavorming en<br />
beleidsveranderingen, door verschillende onderzoekers met behulp van<br />
verschillende conceptuele kaders is beschreven en geanalyseerd (John, 1998). Dit<br />
137