Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
type beleid vertoont wél enige overeenkomsten met de beleidsinhoud van de<br />
Herfkens-koers. Op krimp duidt: er zijn minder middelen beschikbaar; de hulp<br />
aan een aantal landen vervalt. Op beleidstoevoeging duidt: andere criteria voor<br />
hulp; een ontwikkeling naar minder projecthulp en naar meer sectorhulp.<br />
5 Niet-lineaire opvolging houdt in dat het beleidsprogramma gedeeltelijk<br />
verdwijnt, een deel van het oude programma vervangen wordt en een deel van<br />
het programma als beleidsinnovatie is te typeren.Dit is een iets complexer type<br />
dan het voorgaande type 4. Ook dit type dient zich aan voor nadere<br />
beschouwing van het beleid van minister Herfkens. Gaat<br />
ontwikkelingssamenwerking zich dan richten op nieuwe landen die eerder geen<br />
steun kregen? Dat lijkt niet aannemelijk. Sectorsteun een echt nieuw element?<br />
Conclusie: De beleidsvoornemens van minister Herfkens zijn onder voorbehoud per<br />
oktober 1998, in vergelijking met het beleid van minister Pronk in de periode 1994-<br />
1998, te typeren als beleidsopvolging. Van welk type? Hetzij type 4 (een combinatie<br />
van beleidsinkrimping en toevoeging), hetzij type 5 (niet-lineaire opvolging). We<br />
neigen zelf naar type 4. Nadere bestudering van de beleidsvoornemens en de<br />
begroting is gewenst om te bezien <strong>of</strong> het uiteindelijk type 5 is. Het belangrijkste<br />
verschil tussen type 4 en 5 is dat type 5 ook beleidsinnovatie kent.<br />
Literatuur over ontwikkelingssamenwerking<br />
- Breunese, J. en L.J. Roborgh (red.), Ministeries van algemeen bestuur, Spruyt, Van<br />
Mantgem & De Does, Leiden, 1992.<br />
- Kleistra, Y., Hollen <strong>of</strong> stilstaan – <strong>Beleid</strong>sveranderingen bij het Nederlands ministerie<br />
van Buitenlandse Zaken, Eburon, Delft, 2002.<br />
- Melkert, A. (red.), De volgende minister - Ontwikkelingssamenwerking binnen het<br />
kabinet, 1965 tot ?, Novib, Den Haag, 1986.<br />
Er zijn meer casus te geven. De volgende is de kwestie vn de Nuis-norm voor<br />
orkesten.<br />
Casus: de Nuis-norm voor orkesten<br />
Lees de volgende tekst.<br />
Staatssecretaris Aad Nuis (D66) voerde in dat van het repertoire van alle Nederlandse<br />
orkesten zeven procent uit Nederlandse muziek moest bestaan. Eind april 1998 stapte<br />
de staatssecretaris daar plotseling vanaf. Het verplichte minimum werd vervangen<br />
door een stelse van gedifferentieerde afspraken met individuele orkesten. In de<br />
brieven die Nuis daarover eind april 1998 stuurde aan de orkesten en aan de Raad<br />
voor Cultuur komt de ‘zeven procent’-norm niet meer voor. Nuis neemt daarmee een<br />
45