25.09.2013 Views

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘Het belangrijkste onderdeel is momenteel <strong>het</strong> ontwikkelen<br />

en verzamelen van materiaal dat geschikt is<br />

om vanuit de werksituatie aan taal te doen. Omdat<br />

taal altijd een vrij geïsoleerd vak was en <strong>het</strong> lesgeven<br />

er<strong>in</strong> voorbehouden aan de docent <strong>Nederlands</strong>, was<br />

er geen tot we<strong>in</strong>ig transfer van de kennis.’<br />

Mireille Koorevaar, taalcoach techniek, Da V<strong>in</strong>ci College<br />

Overleg met de docent <strong>Nederlands</strong><br />

In de <strong>Nederlands</strong>e les, zowel klassikaal als <strong>in</strong>dividueel<br />

of zelfstandig, wordt ook gewerkt aan beroepstaaltaken.<br />

Wanneer er een overzicht is van taaltaken<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> programma kan de taaldocent <strong>in</strong> de <strong>Nederlands</strong>e<br />

les gemakkelijk aansluiten bij de rest van <strong>het</strong><br />

programma. De taalopdrachten uit <strong>het</strong> vakgerichte<br />

programma kunnen worden voor- en nabesproken<br />

<strong>in</strong> de <strong>Nederlands</strong>e les. Hiervoor moet de docent<br />

<strong>Nederlands</strong> met de vakdocenten en praktijkbegeleiders<br />

kunnen overleggen en hun materialen (kunnen)<br />

<strong>in</strong>zien. Zorg dat hiervoor (zo vaak als nodig) een<br />

geschikt moment en passende locatie beschikbaar<br />

zijn.<br />

Beroepstaalproducten verzamelen<br />

Doel van <strong>het</strong> uitvoeren van taaltaken is deelnemers<br />

op <strong>het</strong> juiste niveau te leren functioneren <strong>in</strong><br />

belangrijke taalsituaties. Wat ze gedaan hebben en<br />

hoe goed ze iets doen kan worden bijgehouden. Een<br />

groot aantal taalopdrachten leidt tot door de deelnemers<br />

geproduceerde beroepstaalproducten: brieven,<br />

verslagen, <strong>in</strong>gevulde formulieren, maar ook opnames<br />

van presentaties, klantgesprekken, werkoverleg of uitleg<br />

van werkzaamheden (<strong>in</strong> een proeve). Deze worden<br />

verzameld <strong>in</strong> alle programmaonderdelen en op<br />

de stage. Bedenk met <strong>het</strong> team een manier waarop<br />

deze producten systematisch verzameld kunnen worden,<br />

wie ze gaat beheren en hoe en waar ze worden<br />

opgeslagen. Dit kan digitaal of op papier, <strong>in</strong> een portfolio,<br />

<strong>in</strong> een leerl<strong>in</strong>gkast of een databank.<br />

<strong>Drieslag</strong> <strong>Taal</strong><br />

stap 7<br />

Feedback en beoordel<strong>in</strong>g<br />

van taalvaardigheid<br />

Een deelnemer leert van zijn (taal)fouten, mits<br />

hij er op <strong>het</strong> juiste moment en de juiste manier<br />

op gewezen wordt. Het is aan <strong>het</strong> team om<br />

afspraken te maken over feedback op taal en <strong>het</strong><br />

bijhouden van de vorder<strong>in</strong>gen. Ook hier geldt<br />

weer: alle docenten zijn hiervoor verantwoordelijk,<br />

niet uitsluitend de taaldocenten. Hoe vergaand<br />

de feedback op taal is zal verschillen per<br />

opleid<strong>in</strong>g, team of docent, afhankelijk van de<br />

beschikbare expertise, tijd en van de aard van de<br />

opleid<strong>in</strong>g. Bij welzijn en economie zijn de docenten<br />

vaak meer op taal <strong>in</strong>gesteld dan bij techniek<br />

of horeca. Feit is dat alle docenten gerichte en<br />

adequate feedback kunnen (en willen) geven als<br />

ze een richtlijn met beoordel<strong>in</strong>gscriteria krijgen.<br />

Deelnemers moeten weten op welk moment en door<br />

wie op taalgebruik wordt gelet. Wanneer alle docenten<br />

regelmatig wijzen op taalfouten en verkeerd taalgebruik<br />

van de deelnemers corrigeren, worden deelnemers<br />

zich bewust van <strong>het</strong> belang van <strong>Nederlands</strong>,<br />

ook voor de andere vakken en de stage. Essentieel is<br />

dat feedback ook concrete adviezen voor verbeter<strong>in</strong>g<br />

of verwijz<strong>in</strong>g naar ondersteun<strong>in</strong>g of hulpmiddelen<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>in</strong>houdt. Hier ligt een taak voor taal- en<br />

vakdocenten samen. De vakdocent signaleert een<br />

taalachterstand, de taaldocent onderzoekt wat de<br />

achterliggende oorzaak is en geeft aan wat de leerl<strong>in</strong>g<br />

nog zou moeten leren of oefenen.<br />

‘Om <strong>Nederlands</strong> op de kaart te zetten moet je uren<br />

<strong>Nederlands</strong> vrijmaken voor ondersteun<strong>in</strong>g van de<br />

heel slechte deelnemers. Daarnaast moeten alle<br />

docenten globaal de grove fouten kunnen halen uit<br />

<strong>in</strong>geleverde producten zoals lesvoorbereid<strong>in</strong>gen. Het<br />

beoordelen van schriftelijke vaardigheden is lastig<br />

voor vakdocenten, omdat die vooral zijn gericht op<br />

de <strong>in</strong>houd. Ik let alleen op storende fouten en heb<br />

geen tijd voor structurele problemen met <strong>het</strong> <strong>Nederlands</strong>.<br />

Dan moet ik doorverwijzen naar de docent<br />

<strong>Nederlands</strong>.’<br />

Henk Jan Freriks, docent en teamleider, Sport en<br />

Bewegen, Graafschap College<br />

27<br />

1<br />

stappenplan team

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!