25.09.2013 Views

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

edoeld woordenschrift. Samen met een andere<br />

deelnemer zoeken zij zonodig de betekenis op of<br />

raden ze ernaar. Een dergelijk woordenschrift is een<br />

goed <strong>in</strong>strument om woorden te verzamelen en<br />

aanvullende <strong>in</strong>formatie bij <strong>het</strong> woord te schrijven:<br />

een synoniem, voorbeeldz<strong>in</strong> of teken<strong>in</strong>g. Deelnemers<br />

moeten hun woordenschrift altijd bij zich hebben<br />

en regelmatig laten controleren door een docent.<br />

Ten slotte oefenen en herhalen de deelnemers door<br />

korte spreek- en schrijfopdrachten uit te voeren<br />

met woorden uit hun eigen lijst. Op verzoek geven<br />

ze betekenissen en voorbeeldz<strong>in</strong>nen aan de docent<br />

of <strong>in</strong> een tweegesprek met een andere deelnemer.<br />

Doel is dat ze de woorden bewust gaan gebruiken <strong>in</strong><br />

gesprekken en teksten die ze schrijven. De uitbreid<strong>in</strong>g<br />

van de woordenschat wordt gecontroleerd met een<br />

woordenschattoets.<br />

Wat doen docenten met de woorden <strong>in</strong> de<br />

opleid<strong>in</strong>g?<br />

In de boven beschreven ideale situatie zijn vijf stappen<br />

onderscheiden voor woordenschatuitbreid<strong>in</strong>g,<br />

waarbij alle docenten, praktijkbegeleiders, theorie- en<br />

taaldocenten betrokken zijn:<br />

Selectie belangrijke woorden<br />

Elke docent selecteert per onderdeel, thema, hoofdstuk,<br />

kerntaak of praktijkhandel<strong>in</strong>g een paar kernwoorden<br />

(vaktaal). Als hulpmiddel kan een woordenlijst<br />

uitgedeeld of op <strong>het</strong> bord gezet worden. Er v<strong>in</strong>dt<br />

afstemm<strong>in</strong>g plaats tussen taal- en vakdocenten bij<br />

<strong>het</strong> samenstellen van deze doelwoordenlijsten. De<br />

taaldocent speelt een belangrijke rol bij de selectie<br />

van de algemene beroepstaal- en schooltaalwoorden.<br />

Tijdens de les geven docenten aan, op basis van<br />

de selectie, welke door deelnemers aangedragen<br />

woorden relevant zijn om op te schrijven en te onthouden.<br />

De woorden worden opgeschreven <strong>in</strong> een<br />

persoonlijk woordenschrift.<br />

Voorbewerken<br />

Van belang voor de behandel<strong>in</strong>g van een onderwerp<br />

is betrokkenheid. Die kom tot stand door <strong>het</strong> activeren<br />

van de voorkennis. Dat gebeurt door vragen<br />

te stellen over <strong>het</strong> onderwerp en aan te sluiten bij<br />

ervar<strong>in</strong>gen van de deelnemer door ze erover te laten<br />

vertellen (aan elkaar of klassikaal). De taaldocent<br />

geeft <strong>in</strong> de ondersteunende les opdrachten met de<br />

doelwoorden en draagt verwante begrippen en woorden<br />

aan. In de taalles kan voorkennis geactiveerd<br />

worden door opdrachten te geven met synoniemen,<br />

tegenstell<strong>in</strong>gen en voorbeeldz<strong>in</strong>nen.<br />

<strong>Drieslag</strong> <strong>Taal</strong><br />

Uitleg en notitie van relevante woordbetekenissen<br />

Het is van groot belang elk te leren woord <strong>in</strong> een z<strong>in</strong><br />

op <strong>het</strong> bord te schrijven en uit te spreken. Voor de<br />

uitleg van betekenissen helpt <strong>het</strong> wanneer de praktijkhandel<strong>in</strong>g<br />

vóór de theoriebesprek<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

Docenten bieden tijdens de uitleg zoveel mogelijk<br />

concrete, visuele en contextuele <strong>in</strong>formatie. Door<br />

betekenis te laten raden, te laten opzoeken of te<br />

bespreken met andere deelnemers zijn deelnemers<br />

actief bezig met de woorden. Ze schrijven zelf de<br />

betekenis (over) <strong>in</strong> hun woordenschrift. De docent<br />

reikt synoniemen, voorbeeldz<strong>in</strong>nen, tegenstell<strong>in</strong>gen<br />

en vaste verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen aan. In de taalles laat de<br />

docent aanvullende <strong>in</strong>formatie bij <strong>het</strong> woord schrijven<br />

en voorbeeldz<strong>in</strong>nen maken. Deze manier van<br />

uitleggen kost meer tijd dan <strong>het</strong> simpelweg geven<br />

van de def<strong>in</strong>itie van een woord. Het levert echter<br />

veel meer diepere woordkennis en tekstbegrip op,<br />

waardoor <strong>het</strong> vaak herhalen en extra uitleg geven<br />

m<strong>in</strong>der nodig is.<br />

Herhal<strong>in</strong>g en oefen<strong>in</strong>g<br />

Woorden beklijven uitsluitend door actieve herhal<strong>in</strong>g,<br />

dat wil zeggen door ze daadwerkelijk te gebruiken.<br />

Docenten kunnen vakwoorden (laten) herhalen<br />

door ze bijvoorbeeld te laten rangschikken en allerlei<br />

sorteeroefen<strong>in</strong>gen te geven. De kunst is om deelnemers<br />

uit te dagen woorden zelf vaker te gebruiken<br />

via gerichte spreek- en schrijfopdrachten (schrijf een<br />

tekst met deze woorden, voer een gesprek over…, leg<br />

<strong>het</strong> verschil uit tussen...). In ‘verloren’ ogenblikken of<br />

op gezette tijden krijgen deelnemers zogenaamde<br />

vijf-m<strong>in</strong>utenoefen<strong>in</strong>gen, waarbij ze de woorden uit<br />

hun woordenschrift met een andere deelnemer<br />

oefenen: neem een woord <strong>in</strong> gedachten… noem vijf<br />

woorden die bij dit woord horen, maak een woordweb.<br />

Een z<strong>in</strong>nige oefen<strong>in</strong>g is schaduwteksten (populaire<br />

teksten over <strong>het</strong> onderwerp) te verzamelen en<br />

de behandelde woorden daar<strong>in</strong> te laten onderstrepen.<br />

Controle woordkennis en woordgebruik<br />

De beste controle is een schrijf- of spreekopdracht<br />

waarbij de deelnemer de nieuwe woorden <strong>in</strong> hun<br />

betekenis moet gebruiken. De docent geeft daarna<br />

feedback op juist gebruik, goede vorm, correcte uitspraak<br />

en spell<strong>in</strong>g. Expliciete controlemiddelen zijn<br />

<strong>het</strong> afnemen van een woordenschattoets met <strong>in</strong>vulz<strong>in</strong>nen,<br />

def<strong>in</strong>itievragen, synoniemen zoeken en <strong>het</strong><br />

afnemen van een dictee. Aankondig<strong>in</strong>g van de toets<br />

is een stok achter de deur voor de deelnemers om<br />

hun woordenschrift goed bij te houden.<br />

65<br />

4<br />

taalctiverende didactiek

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!