25.09.2013 Views

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

Drieslag Taal, Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het mbo (2010)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2<br />

stappenplan werkplek<br />

48<br />

begeleider en deelnemer <strong>het</strong>zelfde geïnterpreteerd<br />

wordt, is een mondel<strong>in</strong>ge toelicht<strong>in</strong>g raadzaam. Veel<br />

werkplekbegeleiders laten daarom de deelnemer<br />

altijd zelf even samenvatten wat hij precies denkt te<br />

moeten doen.<br />

Introductie bij collega’s<br />

Veel spreken leidt tot beter spreken. Collega’s vormen<br />

een belangrijke bron van <strong>in</strong>formatie en bieden<br />

mogelijkheden tot taalcontact. Door <strong>in</strong> <strong>het</strong> beg<strong>in</strong><br />

iedereen persoonlijk voor te stellen, wordt de drempel<br />

lager om een keer bij iemand anders hulp of een<br />

toelicht<strong>in</strong>g te vragen. Elke werkplekbegeleider zal de<br />

voordelen hiervan <strong>in</strong>zien.<br />

‘Een leermeester moet blijven hameren op <strong>het</strong><br />

belang van schrijven en blijven corrigeren, cont<strong>in</strong>u.<br />

Je ziet hier, zoals bij alle techneuten dat ze niet<br />

graag schrijven. Dat gaat <strong>in</strong> een soort golfbeweg<strong>in</strong>g;<br />

als je ze op <strong>het</strong> belang aanspreekt gaat <strong>het</strong> weer<br />

even goed en dan zwakt <strong>het</strong> weer af. Tot ze <strong>het</strong> echt<br />

beseffen.’<br />

Frans Bakkenes, filiaalhouder en leermeester, ZAM,<br />

Doorn<br />

Koppels<br />

Collega’s kunnen bij <strong>het</strong> (taal)leerproces betrokken<br />

worden, maar hebben daar meestal wel een duwtje<br />

<strong>in</strong> de rug bij nodig. Een expliciet verzoek om een<br />

rondleid<strong>in</strong>g te verzorgen, een praktijkopdracht te<br />

begeleiden of samen gesprekjes te oefenen wordt<br />

zelden geweigerd. Stel met de werkplekbegeleider<br />

een lijst op van collega’s die hierbij betrokken kunnen<br />

worden.<br />

Korte schrijftaken<br />

Een deelnemer die na een <strong>in</strong>structie opschrijft wat<br />

hij moet doen en dit even door een collega laat controleren<br />

wordt op praktische wijze gestimuleerd wat<br />

vaker te schrijven, zonder dat dit veel extra tijd kost.<br />

Dit biedt tevens een extra begripscontrole. Zo kan<br />

<strong>het</strong> ook z<strong>in</strong>nig zijn om werkvolgordes, materialenlijsten<br />

en checklisten op papier te laten zetten.<br />

stap 11<br />

<strong>Taal</strong>onderwijs <strong>Nederlands</strong><br />

BBL- en BOL-leerl<strong>in</strong>gen zouden allemaal <strong>Nederlands</strong><br />

moeten krijgen op school of ten m<strong>in</strong>ste<br />

door een taaldocent begeleid moeten worden.<br />

Misschien niet elke week, maar wel zeer regelmatig,<br />

bijvoorbeeld via de e-mail. Op die manier<br />

kunnen ze voorbereid worden op <strong>het</strong> uitvoeren<br />

van taaltaken op de werkplek. De docent <strong>Nederlands</strong><br />

stelt handel<strong>in</strong>gsplannen op, geeft feedback<br />

op taalprestaties en producten, bespreekt<br />

de talige aspecten van de stageopdrachten en<br />

beoordeelt <strong>het</strong> taalportfolio. Wanneer een opleid<strong>in</strong>g<br />

ook aandacht wil besteden aan de taalvaardigheid<br />

van de deelnemers op de werkvloer<br />

moet de expertise van een taaldocent <strong>in</strong>gezet<br />

worden.<br />

Nieuwe woorden en begrippen<br />

Wijs de deelnemer en de werkplekbegeleider er op<br />

dat er meer aandacht besteed wordt aan nieuwe<br />

woorden en begrippen. Stel een woordenschriftje <strong>in</strong>,<br />

waar de deelnemer en begeleider nieuwe woorden <strong>in</strong><br />

op kunnen schrijven. Laat de deelnemer er synoniemen<br />

en voorbeeldz<strong>in</strong>nen bijschrijven. De werkplekbegeleider<br />

zal de nieuwe woorden regelmatig terug<br />

moeten vragen om te zorgen dat ze beklijven.<br />

‘Deelnemers leren <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf de vaktermen, maar<br />

ook spreekwoorden en uitdrukk<strong>in</strong>gen, die kennen<br />

ze ook lang niet allemaal. Ze moeten bijvoorbeeld<br />

weten dat ze bewoners van <strong>het</strong> verpleeghuis niet<br />

gaan “voeren”. Ze hebben goede voorbeelden en de<br />

gelegenheid om te oefenen nodig. Een werkplekbegeleider<br />

kan daar voor zorgen.’<br />

Wilma Renkema, praktijkopleider Vilente, Zorg en<br />

Welzijn<br />

Het werkoverleg<br />

Deelnemers kunnen veel (taal) leren van een werkoverleg.<br />

Constructieve manieren om hen daarbij te<br />

ondersteunen zijn de agenda vooraf mondel<strong>in</strong>g door<br />

te nemen en samen met hen voor te bereiden hoe<br />

ze zelf iets <strong>in</strong>brengen. Dit kan op school en op de<br />

<strong>Drieslag</strong> <strong>Taal</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!