download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Heinsius en Rossa<br />
af van Rossa wijst, geeft Monobiblos, 8. Hoewel we, als gezegd, <strong>de</strong> gedichten uit dit boek min<strong>de</strong>r<br />
letterlijk mogen nemen, is het feit dat hier gezegd wordt dat Rossa per schip terugkeert Mat-<br />
tiacis ab oris, 'uit Wiesba<strong>de</strong>n', een zo specifiek gegeven, dat het wel biografisch moet zijn. Het<br />
past ook uitstekend in het beeld dat we inmid<strong>de</strong>ls van Rossa hebben, want het was uiteraard<br />
voorbehou<strong>de</strong>n aan mensen uit gegoe<strong>de</strong> kringen om naar het kuuroord Wiesba<strong>de</strong>n af te rei<br />
zen. Dat hoef<strong>de</strong> overigens niet te zijn omdat ze ziek waren. Volgens een 16e-eeuws boek over<br />
ba<strong>de</strong>n waren <strong>de</strong> warmwaterbronnen van Wiesba<strong>de</strong>n - die bezocht wer<strong>de</strong>n vanuit ver weg ge<br />
legen plaatsen - goed voor gespannen zenuwen en verwarm<strong>de</strong>n ze door <strong>de</strong> kou verzwakte le<br />
<strong>de</strong>maten. Ook namen ze alle vuil weg, dat <strong>de</strong> huid aankleeft uit zweren en schurft. 15<br />
Dit laat<br />
ste zou misschien een aanwijzing kunnen zijn dat men vanuit Lei<strong>de</strong>n naar Wiesba<strong>de</strong>n ging<br />
om zich te wapenen tegen <strong>de</strong> pest, die in <strong>de</strong> eerste jaren van <strong>de</strong> 17e eeuw in Lei<strong>de</strong>n vele<br />
slachtoffers maakte.<br />
De elegie In amicam, quae senem rivalem praeferebat ('Aan mijn vriendin, die aan een ou<strong>de</strong>re<br />
rivaal <strong>de</strong> voorkeur gaf, El. IV,5) uit <strong>de</strong> uitgave van 1606, is geschreven naar aanleiding van <strong>de</strong><br />
verbintenis die Rossa inmid<strong>de</strong>ls is aangegaan met een an<strong>de</strong>re man. Of dat een verloving dan<br />
wel een huwelijk is, blijft ondui<strong>de</strong>lijk, <strong>de</strong>finitief is het wel. Haar uitverkorene is nogal oud, en<br />
Heinsius vraagt zich af hoe Rossa in godsnaam 's nachts met zo'n levend lijk in bed kan liggen<br />
dat <strong>de</strong> hele nacht niets met haar doet (vs. 17-20). Zoals hierboven al gezegd, vermoedt Hein<br />
sius dat hij afgewezen is omdat hij te jong is: 'Is er iemand die een paar jaar een punt zou vin<br />
<strong>de</strong>n, of die meent dat iemand die nog te jong is geen man kan zijn?' (vs. 11-12). Ook <strong>de</strong>nkt<br />
Heinsius dat Rossa voor <strong>de</strong> bruidsgift gevallen is, die hijzelf niet te bie<strong>de</strong>n had, en waarschuwt<br />
nog eens dat het niet om rijkdom gaat in het leven, maar om <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>: 'Pas ervoor op, meis<br />
jesjaren te tellen als rijkdom: <strong>de</strong> bruidsgift groeit zeer groot door hetjarental, maar het leven<br />
verdwijnt.' (vs. 57-58). Kennelijk was Rossa's verbintenis met haar canus amator ('grijze min<br />
naar') voor Heinsius zo'n afknapper dat zijn verliefdheid ophield. Over haar ver<strong>de</strong>re leven<br />
vernemen we niets.<br />
Samenvattend kunnen we het volgen<strong>de</strong> profiel van Rossa geven. Het gaat om een meisje<br />
dat Heinsius rond het jaar 1600 in Lei<strong>de</strong>n heeft leren kennen en dat daar waarschijnlijk ook<br />
woon<strong>de</strong>. Ze was een aantal jaren ou<strong>de</strong>r dan Heinsius: laten we zeggen dat ze in 1603 (toen<br />
Heinsius 23 was) tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig liep. Ze was van goe<strong>de</strong>, misschien zelfs a<strong>de</strong>llijke, komaf. Wat<br />
haar voorkomen betreft weten we dat ze klein was en mogelijkerwijze niet erg knap. Tot slot<br />
weten we dat ze tussen 1603 en 1606 met een ou<strong>de</strong>re man trouw<strong>de</strong>.<br />
Deze gegevens geven mijns inziens geen enkele aanleiding om te veron<strong>de</strong>rstellen dat Hein<br />
sius met Rossa niet een echt bestaand meisje op het oog heeft gehad. Deze veron<strong>de</strong>rstelling<br />
wordt nog versterkt door elegie 1,3, gericht aan een heel an<strong>de</strong>r meisje, Nerine."' Heinsius<br />
spreekt dit meisje in het gedicht aan als amica ('vriendin') en mea Vita ('mijn Leven'), bewoor<br />
dingen die hij ook voor Rossa gebruikt. In het gedicht gaat hij in op Nerine's verwijt dat hij zo<br />
kort is, waarbij hij allerlei argumenten aanvoert dat het niet handig is zwaar en groot te zijn.<br />
Het is een schan<strong>de</strong> een mooi meisje te zwaar<br />
te belasten, en dat zij machteloos een enorme last moet torsen.<br />
Klein zal ik uitgestrekt in je lieve armen liggen:<br />
ik zal niet als een enorme last in je schoot komen,<br />
15 De balneis omnia quae extant apud Graecos, Latinos, et Arabas (Venetië 1553) fol. 297v.<br />
16 Ellinger, Geschk.hu, 177, meldt vrefemd genoeg dat dit een gedicht over Rossa is.<br />
22 1