Figuur 5.9. Verwerv<strong>en</strong> van de nationaliteit door migrant<strong>en</strong> van 1991 tot 2001 volg<strong>en</strong>s de verblijfsduur <strong>en</strong> het jaar van immigratie 45% 40% 35% 30% 25% 20% 1991 1993 1995 1997 1999 2001 15% 10% 5% 0% 0 0,4 1,2 1,6 2 0,8 2,4 2,8 3,2 3,6 4 4,4 4,8 5,2 5,6 6 6,4 6,8 7,2 7,6 8 8,4 8,8 9,2 9,6 10 Verblijfsduur 10,4 10,8 11,2 11,6 Bronn<strong>en</strong>: RR - ADSEI / Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Nicolas Perrin 12 12,4 12,8 13,2 13,6 14 Figuur 5.10. Verwerv<strong>en</strong> van de nationaliteit door de in België gebor<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong> van 1991 tot 2001 volg<strong>en</strong>s leeftijd <strong>en</strong> geboortejaar 80% 70% 60% 50% 40% 30% 1990 1991 1993 1995 1997 1999 2001 20% 10% 0% 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 10,5 11 11,5 12 12,5 13 13,5 14 14,5 15 leeftijd in jar<strong>en</strong> Bronn<strong>en</strong>: RR - ADSEI / Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Nicolas Perrin 148
6. De populatie van vreemde afkomst [stock] 6.1. Welke definitie(s)? De discussie over de definitie van de populatie van vreemde afkomst is e<strong>en</strong> van de oudste debatt<strong>en</strong> die het statistisch onderzoek over immigratie beïnvloed<strong>en</strong>. In talrijke land<strong>en</strong> zoals België biedt de statistiek gewoonlijk <strong>en</strong>kel gegev<strong>en</strong>s over de nationaliteit. Dit principe wordt echter in vraag gesteld. Nationaliteit alle<strong>en</strong> is immers niet voldo<strong>en</strong>de om inzicht te verwerv<strong>en</strong> in de afkomst van de populatie <strong>en</strong> in de situatie van de populaties van vreemde afkomst die de nationaliteit van het land waar ze verblijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> (Jacobs <strong>en</strong> Rea, 2005; Perrin, Dal <strong>en</strong> Poulain, 2006; C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> <strong>gelijkheid</strong> van kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong> racismebestrijding, 2007). In de meeste Europese land<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt m<strong>en</strong> er dus aan om alternatieve definities te gebruik<strong>en</strong> waarmee e<strong>en</strong> beter inzicht in die afkomst kan word<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>. Praktisch gezi<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> de land<strong>en</strong> redelijk diverse variabel<strong>en</strong> om vreemde person<strong>en</strong> of person<strong>en</strong> van vreemde afkomst te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>: o De nationaliteit. De meest gebruikte variabele. Het gebruik ervan wordt echter steeds vaker bekritiseerd door de versnelling van het proces <strong>voor</strong> de verwerving van de nationaliteit. o De nationaliteit bij de geboorte. Ook al wordt die nooit officieel gebruikt, vaak wordt er bij volkstelling<strong>en</strong> naar gevraagd (België, Frankrijk, Italië, Luxemburg…). Op die manier kunn<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong> die de nationaliteit van het land waar ze verblijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd. o De geboorteplaats wordt vaak als variabele gebruikt, o.m. in immigratieland<strong>en</strong> zoals de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> of Canada. Dit kan nuttig zijn om e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de migrant<strong>en</strong> (person<strong>en</strong> die zijn gemigreerd) <strong>en</strong> person<strong>en</strong> die in het land zijn gebor<strong>en</strong> (al dan niet vreemdeling). Via de geboorteplaats is het echter niet mogelijk de nakomeling<strong>en</strong> van migrant<strong>en</strong> die in het land zijn gebor<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> (tweede g<strong>en</strong>eratie of latere g<strong>en</strong>eraties). o De geboorteplaats van de ouders is sinds rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> in Europa vaak gebruikte variabele geword<strong>en</strong> om populaties van vreemde afkomst of migrant<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder te gaan dan <strong>en</strong>kel de huidige nationaliteit. Die ligt o.m. aan de basis van de definities van allochton<strong>en</strong> in Nederland <strong>en</strong> gelijkaardige definities in bepaalde Scandinavische land<strong>en</strong> (Ǿstby, 2002). o De door de individu<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> raciale of etnische afkomst ligt aan de basis van heel wat statistiek<strong>en</strong> in de Angelsaksische wereld, <strong>voor</strong>namelijk in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. o De geregistreerde (etnische) nationaliteit bov<strong>en</strong>op het burgerschap in de <strong>voor</strong>malige communistische land<strong>en</strong> van C<strong>en</strong>traal- <strong>en</strong> Oost-Europa vormt in die land<strong>en</strong> de basis van e<strong>en</strong> aantal etnische statistiek<strong>en</strong>. o De moedertal<strong>en</strong> of gesprok<strong>en</strong> tal<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aan de basis ligg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> classificatie van het etnische type in e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> in o.m. C<strong>en</strong>traal- <strong>en</strong> Oost-Europa (Finland, Tsjechische Republiek, Hongarije, Rusland…). Alle <strong>voor</strong>gestelde indicator<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> niet meer dan e<strong>en</strong> gedeeltelijk beeld van de herkomst <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d zijn. De nationaliteit is slechts e<strong>en</strong> heel indirecte weergave van de herkomst gelet op de ruime liberalisering van de toegang tot de nationaliteit <strong>voor</strong> migrant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong>. Via de geboorteplaats van het individu is het niet mogelijk rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de tweede g<strong>en</strong>eratie migrant<strong>en</strong>. De geboorteplaats van de ouders zegt dan weer niet noodzakelijk iets over person<strong>en</strong> van de derde g<strong>en</strong>eratie. De verwijzing naar het begrip ras 149
- Page 3 and 4:
Statistisch en demografisch verslag
- Page 5 and 6:
Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding 1
- Page 7 and 8:
Ook al zijn alle Belgen gelijk voor
- Page 9 and 10:
gedaan en zijn/haar verblijfsvergun
- Page 11 and 12:
Naast de schrappingen is er ook nog
- Page 13 and 14:
komen studeren, maar kan uiteindeli
- Page 15 and 16:
administratieve registers. Dit onde
- Page 17 and 18:
het afleveren of weigeren van deze
- Page 19 and 20:
gemakkelijk toegankelijk. Toch gaat
- Page 21 and 22:
met de officiële statistieken op b
- Page 23 and 24:
2. Legale migratiestromen (immigrat
- Page 25 and 26:
1930, lag het aantal Belgen dat ter
- Page 27 and 28:
Figuur 2.5. Leeftijd van de Belgisc
- Page 29 and 30:
is de instroom wat gaan liggen met
- Page 31 and 32:
2.1.4. Een geringe re-emigratie en
- Page 33 and 34:
instroom uit Afrika. De immigratie
- Page 35 and 36:
B. in percent Bron: RR - ADSEI Figu
- Page 37 and 38:
epalen, dringt de vaststelling zich
- Page 39 and 40:
Figuur 2.13. Evolutie van de immigr
- Page 41 and 42:
huwelijken met een EU-burger). In 1
- Page 43 and 44:
Figuur 2.18. Evolutie van de immigr
- Page 45 and 46:
jaar tijd verdrievoudigde het aanta
- Page 47 and 48:
2.1.6. Intra-Europese mobiliteit en
- Page 49 and 50:
Tabel 2.2. . Immigraties, emigratie
- Page 51 and 52:
Figuur 2.22. . Leeftijd bij de immi
- Page 53 and 54:
Figuur 2.23. Leeftijd bij de immigr
- Page 55 and 56:
voorbeeld is de instroom uit Zuidoo
- Page 57 and 58:
2.2.3. Geografie van de bestemmin n
- Page 59 and 60:
Typisch voor de immigratie is dat z
- Page 61 and 62:
2008-2009 Bron : RR - ADSEI Figuur
- Page 63:
Bron: RR - AD SEI Bron: RR - ADSEI
- Page 66 and 67:
eerste nut van die gegevens is dat
- Page 68 and 69:
en in mindere mate werknemers. Ook
- Page 70 and 71:
3.2. Context: de internationale sit
- Page 72 and 73:
Figuur 3.2. Evolutie van het aandee
- Page 74 and 75:
Figuur 3.3. Evolutie van het aantal
- Page 76 and 77:
Figuur 3.4. Evolutie van het aantal
- Page 78 and 79:
asielcrisissen. Zo is er een verban
- Page 80 and 81:
verklaard door een grotere verschei
- Page 82 and 83:
Figuur 3.7. Aantal personen/ aanvra
- Page 84 and 85:
70,00% Figuur 3.10. Indeling van de
- Page 86 and 87:
en de evolutie van het aantal eerst
- Page 88 and 89:
cohorten ook dat een positieve besl
- Page 90 and 91:
Twee analyses betreffende de reden
- Page 92 and 93:
innemen is ongetwijfeld een van de
- Page 94 and 95:
Zoals we eerder al hebben aangehaal
- Page 96 and 97:
3.6. De vluchtelingen Het aantal as
- Page 98 and 99:
Figuur 3.21. Evolutie van het aanta
- Page 100 and 101: 3.7. De uitgeprocedeerden Wat er va
- Page 102 and 103: Figuur 3.22 Evolutie van het aantal
- Page 104 and 105: België. Een aantal keert ongetwijf
- Page 106 and 107: daalt ze licht vanaf 1992 en sterk
- Page 108 and 109: 4.1.2.2.Een afnemend maar nog steed
- Page 110 and 111: Ook al behoort dit niet echt tot de
- Page 112 and 113: Figuur 4.7. Europeanen in de vreemd
- Page 114 and 115: Figuur 4.10. Aantal Nederlanders in
- Page 116 and 117: landen die het laatst tot de EU zij
- Page 118 and 119: 4. .2.2. Niet-Europese populaties d
- Page 120 and 121: Tabel 4.1. Populatie in wettig verb
- Page 122 and 123: 4.3. Vervrouwelijking van de popula
- Page 124 and 125: 4.4. Een leeftijdsstructuur geteken
- Page 126 and 127: Figuur 4.21. Evolutie van de leefti
- Page 128 and 129: Antwerpen-Gent-Brussel en zeker de
- Page 130 and 131: wettig verblijf van de gemeenten zo
- Page 132 and 133: Op basis van de weinige betrouwbare
- Page 134 and 135: Figuur 4.28. Groepen nationaliteite
- Page 136 and 137: 4.7.5. Gedeeltelijke conclusie De p
- Page 138 and 139: om een Belgische ouder die het kind
- Page 140 and 141: 5.2. Vorige nationaliteit van de
- Page 142 and 143: Bronnen: RR - ADSEI 5.3. Geboortepl
- Page 144 and 145: 5.4. Verblijfplaats per gewest Tot
- Page 146 and 147: dat meer personen terugkeren omdat
- Page 148 and 149: Figuur 5.7 Verdeling per leeftijd e
- Page 152 and 153: wordt behalve in de Angelsaksische
- Page 154 and 155: Op basis daarvan kan men de directe
- Page 156 and 157: waren op 1 januari 2010 de grootste
- Page 158 and 159: 6.3.2.2. Evolutie Op 1.1.2010 waren
- Page 160 and 161: men het echt beseft, zijn de popula
- Page 162 and 163: Tabel 6.1. Evolutie van de populati
- Page 164 and 165: Figuur 6.8. Evolutie van het aandee
- Page 166 and 167: momenteel in de meerderheid en vert
- Page 168 and 169: Figuur 6.11. Vergelijking structure
- Page 170 and 171: van personen die het ouderlijke hui
- Page 172 and 173: Door de geboortenationaliteit van d
- Page 174 and 175: momenteel op basis van deze opvolgi
- Page 176 and 177: 7. Migraties en populaties in onreg
- Page 178 and 179: De schattingsmethodes op basis van
- Page 180 and 181: eperkt verblijf dat jaarlijks verni
- Page 182 and 183: 7.2.2.1. Terugdrijvingen Het aantal
- Page 184 and 185: 7.2.2.2. De ‘begeleide vrijwillig
- Page 186 and 187: 2009b). Als nieuwee staten lid word
- Page 188 and 189: Figuur 7.6. Evolutie van het aantal
- Page 190 and 191: gesloten centrum overgebracht zonde
- Page 192 and 193: Het lijkt er op dat de intercepties
- Page 194 and 195: Figuur 7.11. . Leeftijds- en geslac
- Page 196 and 197: Figuur 7.12. Evolutie van het aanta
- Page 198 and 199: Tabel 7.4. Capaciteit van de geslot
- Page 200 and 201:
Eens er een duidelijk inzicht is in
- Page 202 and 203:
Debuisson, Marc et Nicolas Perrin,
- Page 204 and 205:
Perrin, Nicolas, 2006b, Conjoncture
- Page 206 and 207:
International Migration, Louvain-la
- Page 208:
206