04.05.2013 Views

Richtlijnen - AZ Sint-Lucas

Richtlijnen - AZ Sint-Lucas

Richtlijnen - AZ Sint-Lucas

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

tussen 60 en 80 jaar. Tussen 5- 10% van de patiënten met pancreascarcinoom hebben een<br />

familiale geschiedenis (>2 eerstegraadsverwanten met pancreaskanker). Sommige van deze<br />

gevallen treden op in het kader van goed omschreven genetische syndromen [vb. familiaal<br />

borstkanker syndroom (BRCA2), familiaal adenomateuze polyposis (FAP), Peutz-Jeghers en<br />

hereditair niet-polyposis colorectaal kanker syndroom (HNPCC)].<br />

Verschillende cohort en “case-control” studies hebben een verhoogd risico voor het<br />

pancreascarcinoom bij rokers aangetoond. Aromatische amines aanwezig in sigarettenrook<br />

zouden hiervoor verantwoordelijk kunnen zijn. Werknemers in de petrochemische sector en<br />

haarkappers zouden daarom ook een verhoogd risico kunnen hebben. In tegenstelling tot wat<br />

vroeger gedacht werd is een verhoogde consumptie van koffie geen risicofactor in het ontstaan<br />

van pancreascarcinoom.<br />

Patiënten met een lange geschiedenis van chronische pancreatitis hebben een verhoogd risico op<br />

pancreascarcinoom. Patiënten die lijden aan hereditaire pancreatitis hebben meer dan 50% kans<br />

om tijdens hun leven een pancreascarcinoom te ontwikkelen.<br />

Intraductale papillaire mucineuze tumoren (IPMT) is een aandoening die gekenmerkt wordt door<br />

dilatatie van de ductus van Wirsung of van de zijtakken en die geassocieerd is met mucine<br />

overproductie. Het is een premaligne aandoening. De incidentie van maligniteit op het ogenblik<br />

van de heelkunde bedraagt 25-50%; het pancreascarcinoom uitgaande van een IPMT heeft<br />

dezelfde slechte prognose als het klassiek pancreas-carcinoom.<br />

3.2 Diagnostiek of klinische staging (cTNM)<br />

Klinisch significante prognostische factoren bij het adenocarcinoma zijn:<br />

° preop Ca19.9 en CEA<br />

° preop chromogranine A en mitotische index (NET)<br />

Klinisch significante prognostische factoren bij de NET van het pancreas zijn ook :<br />

° leeftijd<br />

° metastasen bij diagnose<br />

° functionele status van de tumor<br />

° differentiatiegraad<br />

Is de tumor gemetastaseerd (cStadium IV) ?<br />

° CT abdomen met bijzondere aandacht voor de relatie van de tumor met de<br />

mesenteriale bloedvaten , a. hepatica en v. porta ( 3-ph, contrast-enh., multislice CT).<br />

NMR abdomen/MRCP kan complementaire informatie aanbrengen maar is strictu sensu<br />

geen noodzaak bij correcte CT-beeldvorming .<br />

° CT thorax<br />

° Labo/ CA19-9/ CEA<br />

Is patiënt operabel en de pancreaslaesie resecabel (cStadium I-II) ?<br />

Is patiënt operabel en de pancreaslaesie potentieel resecabel (cStadium II/ T3) ?<br />

Is patiënt operabel en de pancreaslaesie inoperabel (cStadiumIII/T4) ?<br />

Checklist:<br />

- zijn er aanwijzingen voor lever- of peritoneale metastasen?<br />

- zijn de portale en mesenterische bloedvaten open?<br />

- wat is de relatie van deze bloedvaten t.o.v. de primaire tumor

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!