Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
10<br />
Voor de toepassing van de Remigratiewet vindt geen gelijkstelling van ongehuwden met<br />
gehuwden plaats, maar wordt het begrip partner van de remigrant gebruikt. De SVB gaat<br />
ervan uit dat de criteria die zien op de gelijkstelling van ongehuwden aan gehuwden in<br />
de AOW en Anw eveneens van toepassing zijn op de vraag wanneer een persoon als<br />
partner van de remigrant kan worden aangemerkt. Uit de formulering van artikel 1, lid 2<br />
Remigratiewet blijkt voorts dat een persoon die op het moment waarop de remigrant uit<br />
Nederland vertrekt reeds in het bestemmingsland verblijft, uitsluitend kan gelden als<br />
partner van de remigrant, als er op dat moment sprake is van een huwelijk of een<br />
geregistreerd partnerschap tussen de remigrant en deze persoon.<br />
De vraag of sprake is van het voeren van een gezamenlijke huishouding wordt<br />
beantwoord aan de hand van de omstandigheden welke objectief moeten zijn vast te<br />
stellen, aldus de Hoge Raad in zijn uitspraak van 20 maart 1992. Om een gezamenlijke<br />
huishouding te kunnen aannemen moet zijn voldaan aan de volgende wettelijke criteria:<br />
de gerechtigde heeft zijn hoofdverblijf in dezelfde woning als een ander persoon<br />
(huisvestingscriterium, zie Deel I, Hoofdverblijf in dezelfde woning, SB1004) én<br />
de betrokken personen geven blijk zorg te dragen voor elkaar door middel van het<br />
leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins<br />
(zorgcriterium, zie Deel I, Zorg dragen voor elkaar, SB1005).<br />
Degenen die voldoen aan deze beide voorwaarden (huisvestingscriterium en<br />
zorgcriterium), worden geacht een gezamenlijke huishouding te voeren, mits sprake is<br />
van een tweepersoonshuishouding (zie Deel I, Meerpersoonshuishouding, SB1007) en<br />
geen uitzondering op deze hoofdregel van toepassing is (zie Deel I, SB1008, SB1236,<br />
SB1237, SB1238).<br />
De wet geeft voorts een opsomming van situaties waarin in ieder geval een gezamenlijke<br />
huishouding aanwezig geacht wordt (onweerlegbaar rechtsvermoeden, zie Deel I,<br />
Onweerlegbaar rechtsvermoeden, SB1006).<br />
De wettelijke criteria met betrekking tot huisvesting en zorg zijn nader uitgewerkt in de<br />
rechtspraak.<br />
De SVB heeft gedragsregels ontwikkeld voor het bezoeken van belanghebbenden en het<br />
bezichtigen van hun woning in verband met het onderzoek naar de leefsituatie. Zie<br />
hiervoor Deel IV, Gedragsregels huisbezoek en bezichtiging woning, SB4234.<br />
Jurisprudentie<br />
HR 20 maart 1992, JABW 1992/114<br />
SB1004<br />
Hoofdverblijf in dezelfde woning (huisvestingscriterium)<br />
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad (arrest van 30 mei 2001) en de Centrale Raad<br />
van Beroep (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 26 november 2002) leidt de SVB af dat de<br />
vaststelling dat de betrokken personen feitelijk hun hoofdverblijf hebben in dezelfde<br />
woning voldoende is om aan te nemen dat aan het huisvestingscriterium is voldaan,<br />
tenzij een deel van de woning op zuiver commerciële basis wordt verhuurd of ter<br />
beschikking van een kostganger wordt gesteld en deze huurder of kostganger in dat deel<br />
van die woning zijn hoofdverblijf heeft. Van deze uitzondering is naar het oordeel van<br />
de SVB in ieder geval geen sprake indien het deel van de woning dat door de huurder of<br />
kostganger wordt bewoond, niet geschikt is voor afzonderlijke, zelfstandige bewoning.<br />
Ook als twee personen op verschillende adressen staan ingeschreven, kan er sprake zijn