Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
123<br />
SB1119<br />
Afzien van verdere terugvordering<br />
Artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW en artikel 15, lid 3 Uitvoeringsbesluit<br />
Remigratiewet<br />
Op grond van artikel 24, tweede, derde en zesde lid, AOW, artikel 53, tweede, derde en<br />
zesde lid, Anw en artikel 24, tweede, derde en zesde lid, AKW is de SVB in bepaalde<br />
situaties bevoegd om van terugvordering of verdere terugvordering af te zien. De<br />
bepalingen van de AKW zijn van overeenkomstige toepassing op de terugvordering van<br />
een tegemoetkoming op grond van de TOG.<br />
De SVB past het tweede lid, onder a en b en het derde lid van deze artikelen onverkort<br />
toe. De SVB ziet daarom af van verdere terugvordering indien de vordering na vijf jaar<br />
nog niet volledig is voldaan en de schuldenaar of zijn wettelijke vertegenwoordiger:<br />
gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan; of<br />
gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan,<br />
maar het achterstallige bedrag over die periode vermeerderd met de daarover<br />
verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende<br />
kosten, alsnog heeft betaald.<br />
De genoemde termijn is drie jaar indien:<br />
het gemiddelde inkomen van de belanghebbende in die periode de beslagvrije voet<br />
bedoeld in de artikelen 475c en 475d van het Wetboek van Burgerlijke<br />
Rechtsvordering niet te boven is gegaan; en<br />
de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van<br />
de mededelingsverplichting.<br />
SB1253<br />
Van de bevoegdheid af te zien van verdere terugvordering indien de schuldenaar een<br />
bedrag overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost, maakt de<br />
SVB slechts gebruik indien zij van oordeel is dat de invordering niet langer geëffectueerd<br />
kan worden.Van de bevoegdheid af te zien van verdere terugvordering indien gedurende<br />
vijf jaren geen betalingen zijn verricht en niet aannemelijk is dat deze op enig moment<br />
zullen worden verricht, maakt de SVB gebruik indien de vordering het bedrag van €<br />
2.400,- niet te boven gaat. De termijn is tien jaar bij vorderingen tot € 7.000,-, vijftien<br />
jaar bij vorderingen tot € 11.500,- en twintig jaar bij vorderingen vanaf € 11.500,-. De<br />
SVB past dit beleid naar analogie toe bij terugvorderingen op grond van artikel 15<br />
Uitvoeringsbesluit Remigratiewet.<br />
Schuldregeling en schuldsanering<br />
artikel 25 AOW, 55a ANW en 24c AKW en Faillissementswet, titel III<br />
Op grond van de artikelen 25 AOW, 55a ANW en 24c AKW kan de SVB in bepaalde<br />
gevallen geheel of gedeeltelijk van verdere terugvordering afzien door mee te werken<br />
aan een schuldregeling, indien de personen als bedoeld in deze artikelen hiertoe een<br />
verzoek doen. De SVB gaat ervan uit dat ook de volgende personen een verzoek kunnen<br />
indienen:<br />
een gekwalificeerde schuldhulpbemiddelaar indien er een door de bevoegde<br />
persoon ondertekende schuldhulpovereenkomst is;<br />
de voormalige gerechtigde.