Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
16<br />
Vo. 1408/71 bevat enkele bijzondere conflictregels voor de situatie waarin gelijktijdig<br />
beroepswerkzaamheden in twee of meer lidstaten worden uitgeoefend. De vraag rijst hoe<br />
deze conflictregels moeten worden toegepast indien een persoon in een van de lidstaten<br />
werkzaamheden van louter ondergeschikte aard verricht. Hierbij kan worden gedacht<br />
aan het lezen van stukken, het voorbereiden van vergaderingen en het ontvangen van<br />
bezoek. De SVB hanteert voor de beoordeling van dergelijke werkzaamheden het<br />
volgende beleid. Voor de toepassing van de conflictregels worden in ieder geval<br />
werkzaamheden buiten beschouwing gelaten als de duur daarvan in relatieve en absolute<br />
zin beperkt is. Dit doet zich voor als gedurende een periode van drie maanden minder<br />
dan twee uur per week wordt gewerkt. Indien deze duur in geringe mate wordt<br />
overschreden wordt aan de hand van de individuele situatie beoordeeld of dit buiten<br />
beschouwing kan worden gelaten. Hierbij wordt onder meer acht geslagen op de<br />
volgende criteria:<br />
De werkzaamheden hebben een ondersteunend karakter en ontberen<br />
zelfstandigheid.<br />
In het algemeen worden de werkzaamheden thuis verricht.<br />
De verrichte werkzaamheden staan in dienst van de hoofdactiviteit die in de<br />
andere lidstaat wordt uitgeoefend.<br />
Het oordeel van een buitenlands orgaan over het al dan niet ondergeschikte karakter van<br />
werkzaamheden die in het land van dit orgaan worden verricht, prevaleert boven de<br />
beoordeling van deze werkzaamheden door de SVB.<br />
SB2136<br />
SB2137<br />
Bijzondere groepen<br />
Enkele categorieën werknemers nemen in het internationale recht een bijzondere plaats<br />
in. Zeelieden, baggeraars en loodsen komen in de onderliggende paragraaf SB2137 aan<br />
de orde. Personen die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst verrichten<br />
komen in de onderliggende paragraaf SB2138 aan de orde.<br />
Zeelieden, baggeraars en loodsen<br />
artikel 13, lid 2, onder c en artikel 14 ter Vo. 1408/71<br />
In Vo. 1408/71 zijn bijzondere conflictregels voor zeevarenden opgenomen. Als<br />
hoofdregel geldt dat degene die zijn beroepswerkzaamheden uitoefent aan boord van een<br />
zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, ressorteert onder de wetgeving van die<br />
lidstaat. Op die regel bestaat een aantal uitzonderingen.<br />
Alle conflictregels met betrekking tot de toe te passen wetgeving voor zeelieden<br />
refereren op enigerlei wijze aan het vlagstaatcriterium, waarbij er telkens van uitgegaan<br />
wordt dat het zeeschip onder de vlag van een lidstaat vaart. Regels voor zeeschepen die<br />
varen onder de vlag van derde staten komen in de verordening niet voor.<br />
De SVB gaat er op grond van het arrest van het HvJ EG in de zaak Aldewereld echter<br />
van uit dat de Nederlandse wetgeving dient te worden toegepast, indien de werkgever<br />
van een zeevarende in Nederland is gevestigd, de zeevarende in de EU, de EER of<br />
Zwitserland woont en beschikt over een EU-nationaliteit en het schip vaart onder de<br />
vlag van een derde staat. Vaart het schip onder de vlag van een land waarmee Nederland<br />
een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten en verklaart dit verdrag de wetgeving<br />
van de vlagstaat van toepassing, dan wordt de Nederlandse wetgeving niet van toepassing<br />
geacht.