06.09.2014 Views

Beleidsregels 2009 - Svb

Beleidsregels 2009 - Svb

Beleidsregels 2009 - Svb

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />

| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />

21<br />

artikel 9, lid 1, onder c AOW, artikel 1, onder e en f, artikel 5, leden 1 en 4 Anw, artikel 7,<br />

leden 1, 3 en 10 en artikel 8 AKW, artikel 1 Regeling gelijkstelling pleegkinderen, artikel 1, lid<br />

1, onder h en lid 3 Remigratiewet<br />

Met betrekking tot het begrip pleegkind in de AKW, AOW, Anw en de Remigratiewet<br />

heeft de SVB in de loop der tijd een door de jurisprudentie ondersteund beleid<br />

ontwikkeld. Hoewel de invulling van het pleegouderschap vooral in de AKW tot<br />

ontwikkeling is gekomen, gelden de uitkomsten van die ontwikkeling in beginsel<br />

evenzeer voor de AOW en de Remigratiewet.<br />

Ten aanzien van de Anw is de gelijke toepassing van de begrippen met betrekking tot<br />

kinderen in de AKW zelfs wettelijk geregeld. In een uitspraak van de rechtbank Utrecht<br />

van 22 juni 2006 is bevestigd dat daarbij eveneens aansluiting moet worden gezocht bij<br />

de Regeling gelijkstelling pleegkinderen. In zijn algemeenheid geldt dat, wil men<br />

kunnen spreken van een pleegkind, er dient te zijn voldaan aan de eis van opvoeding én<br />

onderhoud van het betrokken kind in een nauwe, exclusieve relatie tussen het kind en<br />

de verzekerde of pensioengerechtigde. Voor pleegkinderen is in de AKW geen<br />

onderhoudseis geformuleerd. Indien een pleegkind geheel wordt onderhouden, is er<br />

volgens de uitspraak van de CRvB van 19 januari 1993 geen plaats voor een<br />

onderhoudseis uitgedrukt in een minimumbedrag per week en wordt het kind geacht als<br />

eigen kind te worden onderhouden.<br />

Onder opvoeden wordt door de SVB verstaan het bijdragen tot de verstandelijke<br />

ontwikkeling en de zedelijke, geestelijke en sociale vorming van het kind. Dit laatste<br />

veronderstelt een frequent aanwezig zijn van de verzekerde in de nabijheid van het kind.<br />

Indien de verzekerde en het betrokken kind op grote afstand van elkaar wonen, zal er<br />

blijkens de uitspraken van de CRvB van 4 maart 1987 en 4 november 1994 geen sprake<br />

kunnen zijn van een pleegkindsituatie.<br />

Met opvoeding in een nauwe en exclusieve relatie wordt bedoeld dat het uitsluitend de<br />

pleegouders zijn die alle belangrijke beslissingen nemen die de vorming van het kind<br />

betreffen. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan religie en schoolkeuze. Uit de<br />

jurisprudentie van de CRvB (onder meer de uitspraak van 30 januari 1991) blijkt immers<br />

dat aan de opvoedingseis wordt voldaan, indien een verzekerde zich wat de opvoeding<br />

betreft, op een zodanige wijze gedraagt, dat hij de plaats van de ouders inneemt en<br />

indien er wat de opvoeding betreft tussen hem en het betrokken kind een verhouding<br />

bestaat als die tussen ouders en eigen kind. De pleegouders moeten derhalve geacht<br />

worden geheel in de plaats van de ouders te zijn getreden. Indien een nog levende ouder<br />

van het kind bevoegd én in staat blijft belangrijke beslissingen te nemen, dan zal in<br />

beginsel geen pleegouderschap kunnen worden aangenomen. Dit is veelvuldig<br />

uitgemaakt in de jurisprudentie (zie onder meer de uitspraak van de CRvB 14 februari<br />

1990). De verzekerde (verzorger van het kind) kan in een dergelijke situatie wel toezicht<br />

over het kind uitoefenen en belangrijke verantwoordelijkheid dragen, maar dit gebeurt<br />

dan niet exclusief. Zolang nog een ouder, die niet uit het ouderlijk gezag is ontzet, in<br />

leven is, wordt deze geacht nog beslissingen te nemen aangaande de opvoeding van het<br />

kind. Indien echter de mogelijkheid tot uitoefening van het ouderlijk gezag en<br />

gebruikmaking van de ouderlijke bevoegdheden nog louter theoretisch is, staat dit er niet<br />

aan in de weg dat een ander op het punt van de opvoeding van het kind de plaats<br />

inneemt van de natuurlijke ouder(s) (zie onder meer CRvB 29 juli 1998). Met ingang<br />

van 1 april 2001 hanteert de SVB het beleid dat de beoordeling van de exclusiviteit van<br />

de opvoeding en verzorging door de pretense pleegouder nog slechts wordt getoetst aan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!