Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
41<br />
Nederlandse socialeverzekeringsuitkeringen, ongeacht of zij in het bezit zijn van een<br />
geldig document waaruit hun verblijfsrecht blijkt. Indien een onderdaan van de EU, de<br />
EER of Zwitserland zonder verblijfstitel in de GBA is opgenomen, wordt van deze<br />
persoon dan ook niet gevraagd aan te tonen dat de Vreemdelingendienst heeft vastgesteld<br />
dat hij rechtmatig in Nederland verblijft. De SVB gaat ervan uit dat de betrokkene op<br />
grond van Europese regelgeving een rechtstreeks verblijfsrecht in Nederland heeft, tenzij<br />
een bevoegde instantie op het gebied van verblijfsrecht aan de SVB meldt dat er sprake is<br />
van onrechtmatig verblijf.<br />
Jurisprudentie<br />
CRvB 6 april 1994, RSV 1995/12<br />
CRvB 15 juni 1994, AB 1995, 76<br />
HvJ EG 12 mei 1998, nr. C-85/96 (Martinez Sala), Jur. 1998, I-2691, RSV 1998/273,<br />
«USZ» 1998/185<br />
SB1030<br />
Verzekering op grond van werken<br />
artikel 6, lid 1, onder b AOW en AKW, artikel 13, lid 1, onder b Anw en artikel 9 KB 746<br />
Behalve ingezetenen zijn verzekerd personen die niet in Nederland wonen maar wel in<br />
Nederland werkzaam zijn. Enerzijds gaat het om de persoon die arbeid verricht in<br />
dienstbetrekking en op grond daarvan onderworpen is aan de loonbelasting. Onder het<br />
begrip dienstbetrekking vallen zowel een publiekrechtelijke als een privaatrechtelijke<br />
arbeidsverhouding. De SVB leidt uit de jurisprudentie af dat geen eisen mogen worden<br />
gesteld aan de omvang van de dienstbetrekking (vergelijk HvJ EG 3 mei 1990 en HR 12<br />
juni 1991). Een vreemdeling kan alleen verzekerd zijn op grond van het verrichten van<br />
arbeid in loondienst als deze arbeid wordt verricht in overeenstemming met de Wet<br />
arbeid vreemdelingen. Anderzijds gaat het om de niet-ingezetene die in Nederland<br />
werkt als zelfstandige. Deze persoon is verzekerd als hij winst (daaronder mede begrepen<br />
negatieve winst) uit Nederlandse onderneming geniet als bedoeld in artikel 7.2, lid 2, sub<br />
a Wet op de Inkomstenbelasting 2001.<br />
Binnen de groep van personen die verzekerd is op basis van werken zijn er personen die<br />
in Nederland verblijven, maar van wie (nog) niet gezegd kan worden dat zij naar de<br />
omstandigheden beoordeeld in Nederland wonen en dus (nog) niet verzekerd zijn op<br />
basis van ingezetenschap. In een dergelijke situatie kan de verzekeringsgrond na verloop<br />
van tijd wijzigen. Indien bepaalde signalen wijzen op verzekering op grond van<br />
ingezetenschap stelt de SVB hiernaar een onderzoek in en wordt zo nodig de<br />
verzekeringsgrond aangepast. Na een periode van drie jaar onderzoekt de SVB welke<br />
verzekeringsgrond de meest aangewezen is, waarbij ten aanzien van onvoorwaardelijk tot<br />
Nederland toegelaten vreemdelingen als uitgangspunt geldt dat na drie jaar veelal sprake<br />
zal zijn van verzekering op grond van ingezetenschap, tenzij er aanwijzingen zijn die op<br />
het tegendeel wijzen.<br />
Het kan voorkomen dat een persoon in het verleden in Nederland arbeid heeft verricht<br />
maar daarvan geen bewijs meer voorhanden heeft. In beginsel leidt dit ertoe dat geen<br />
verzekering op grond van werken kan worden aangenomen. Als vaststaat dat de<br />
betrokken persoon in Nederland verbleef en hij geloofwaardig verklaart arbeid te hebben<br />
verricht, maar ter zake van deze arbeid geen bewijs meer kan worden verkregen, neemt<br />
de SVB wel aan dat er sprake is geweest van verzekering op grond van werken als