Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
14<br />
aan de wetgeving van zijn laatste werkland in de zin van artikel 10 ter Vo. 574/72. Voor<br />
Nederland is de SVB aangewezen. De bewuste verklaringen worden afgegeven door<br />
Kantoor Verzekeringen, Postbus 357, 1080 AJ Amstelveen. Indien een lidstaat geen<br />
orgaan heeft aangewezen in de zin van artikel 4, tiende lid, onder f, wendt de SVB zich<br />
tot de bevoegde autoriteit van de lidstaat van het laatste werkland en tot de bekende<br />
verbindingsorganen. Indien uit de gegevens van deze verbindingsorganen of uit gegevens<br />
die zijn aangeleverd door de belanghebbende blijkt dat de betrokkene nog voor één of<br />
meerdere takken van verzekering is aangesloten bij het wettelijke stelsel van het laatste<br />
werkland, is de Nederlandse wetgeving niet van toepassing. Uit rechtspraak van het HvJ<br />
EG volgt wel de voorwaarde dat deze verzekering nog een daadwerkelijke dekking moet<br />
geven voor één of meerdere risico’s als genoemd in artikel 4, eerste lid Vo. 1408/71. Er<br />
is bijvoorbeeld sprake van een daadwerkelijke dekking indien ongeacht de woonplaats:<br />
nog tijdvakken van verzekering worden opgebouwd, of<br />
rechten ontstaan op een uitkering bij het intreden van een risico, of<br />
bepaalde medische zorg wordt vergoed (op grond hiervan dienen onder andere<br />
Duitse post-actieve ambtenaren die verzekerd blijven voor de ‘Beihilfe’, nog als<br />
verzekerd in Duitsland te worden beschouwd).<br />
Als niet bekend is dat nog sprake is van buitenlandse verzekering, kan het voorkomen<br />
dat ten onrechte is uitgegaan van de toepasselijkheid van de Nederlandse<br />
volksverzekeringen. In dat geval zal op aanvraag van de belanghebbende artikel 13,<br />
tweede lid, onder f Vo. 1408/71 worden toegepast met een terugwerkende kracht van<br />
maximaal vijf jaren, mits in de tussentijd geen zwaarwegend risico werd gedragen door<br />
de Nederlandse verzekeringsinstanties (bijvoorbeeld ingevolge de Anw of AWBZ). De<br />
terugwerkende kracht van vijf jaren is afgeleid van de termijn die de Belastingdienst<br />
hanteert voor de teruggave van premies. Tijdvakken die niet in aanmerking komen voor<br />
teruggave van premies, worden beschouwd als tijdvakken van vrijwillige verzekering (zie<br />
Deel I,Uitzonderingssituaties, SB1044).<br />
Ingevolge de AOW en de Anw bestaat geen verplichte verzekering voor in het<br />
buitenland wonende personen met een Nederlandse socialezekerheidsuitkering. Tot 1<br />
januari 2006 kon er voor deze personen wel sprake zijn van verplichte verzekering<br />
ingevolge de werknemersverzekeringen of de AWBZ/Ziekenfondswet. In het arrest Van<br />
Pommeren-Bourgondiën heeft het HvJ EG geoordeeld dat artikel 13, tweede lid,<br />
onderdeel f, van Vo. 1408/71 er niet aan in de weg staat dat de Nederlandse<br />
socialezekerheidswetgeving van toepassing blijft wanneer een in het buitenland<br />
woonachtige persoon slechts voor een deel van het stelsel verplicht verzekerd is in de<br />
omstandigheid dat een ander deel van het stelsel is vervangen door een mogelijkheid van<br />
vrijwillige verzekering. Het HvJ EG stelt daarbij wel de eis dat de voorwaarden voor de<br />
vrijwillige verzekering voor niet-ingezetenen niet ongunstiger mogen zijn dan die voor<br />
de verplichte verzekering voor ingezetenen. De SVB geeft aan het arrest uitvoering door<br />
het aanbieden van een nieuwe vrijwillige verzekering volgens de normen die hiervoor<br />
door de wetgever naar aanleiding van het arrest zijn ontwikkeld (zie Deel I, Vrijwillige<br />
verzekering voor in de EU wonende uitkeringsgerechtigden, SB1048).<br />
De SVB gaat ervan uit dat na de inwerkingtreding van artikel 13, tweede lid, onder f per<br />
29 juli 1991 de overige in titel II opgenomen conflictregels slechts van toepassing zijn op<br />
personen die een dienstbetrekking hebben of daadwerkelijk beroepswerkzaamheden<br />
verrichten. Een ‘nawerking’ van deze conflictregels voor personen die hun<br />
beroepswerkzaamheden hebben gestaakt is sinds die datum niet langer aan de orde. Dit