Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
7<br />
en van de overige gebieden waarop het verdrag van toepassing is. De toepassing van Vo.<br />
1408/71 is daarom in beginsel slechts aan de orde als een persoon binnen de grenzen van<br />
de Europese Gemeenschap woont en werkt. Uit de jurisprudentie van het HvJ EG blijkt<br />
echter dat de verordening eveneens van toepassing kan zijn als een persoon onder de<br />
personele werkingssfeer valt maar buiten het grondgebied van de Europese Gemeenschap<br />
woont of werkt. De SVB voert in dit kader het volgende beleid.<br />
De SVB gaat ervan uit dat titel II van de verordening van toepassing is als een<br />
werknemer op het grondgebied van de Gemeenschap woont maar buiten het<br />
grondgebied van de Gemeenschap werkt voor een binnen de Gemeenschap gevestigde<br />
werkgever. Daarbij ontleent de SVB aan de overwegingen van het HvJ EG in de arresten<br />
Prodest en Aldewereld de voorwaarde dat de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan<br />
de buiten de Gemeenschap verrichte arbeid verzekerd moet zijn in de lidstaat waar zijn<br />
werkgever is gevestigd dan wel dat de werknemer op grond van de nationale wetgeving<br />
van die lidstaat verzekerd is tijdens de arbeid buiten de Gemeenschap. Indien aan een<br />
van deze voorwaarden wordt voldaan gaat de SVB ervan uit dat de wetgeving van de<br />
lidstaat van de werkgever als toepasselijk is aangewezen gedurende de periode dat buiten<br />
de Gemeenschap arbeid wordt verricht.<br />
De SVB neemt op grond van het arrest Chuck van het HvJ EG van 3 april 2008 aan dat<br />
hoofdstuk 3 van titel III van de verordening, betreffende ouderdom en overlijden,<br />
alsmede Bijlage VI, onderdeel R, onder 3, betreffende het recht op<br />
nabestaandenuitkering, van toepassing is ongeacht de woonplaats van de aanvrager om<br />
ouderdomspensioen of nabestaandenuitkering onder de voorwaarde dat de aanvrager<br />
onder de personele werkingssfeer van de verordening valt (zie SB 2120). Indien een<br />
buiten de Gemeenschap wonende gewezen werknemer of zelfstandige zich tijdens de<br />
uitoefening van zijn beroepswerkzaamheden binnen de Gemeenschap heeft verplaatst,<br />
dient zijn ouderdomspensioen of de uitkering ten behoeve van zijn nabestaanden daarom<br />
te worden berekend met toepassing van hoofdstuk 3 van titel III. Dit uitgangspunt geldt<br />
niet voor de toepassing van hoofdstuk 8 van titel III, betreffende onder meer<br />
kinderbijslag voor pensioengerechtigden, en Bijlage VI, onderdeel R, punt 2, onder a tot<br />
en met d, betreffende in aanmerking te nemen tijdvakken voor de berekening van een<br />
ouderdomspensioen. De daarin vervatte bepalingen zijn blijkens de tekst van de<br />
verordening alleen van toepassing als de aanvrager op het grondgebied van de<br />
Gemeenschap woont.<br />
Op grond van artikel 126 EER en artikel 24 van de Overeenkomst tussen de Europese<br />
Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over<br />
het vrije verkeer van personen, is met het grondgebied van de Gemeenschap<br />
gelijkgesteld het grondgebied van de lidstaten van de EER en Zwitserland.<br />
Jurisprudentie<br />
HvJ EG 12 december 1974, zaak 36/74 (Walrave), Jur. 1974, 1405, NJ 1975/148<br />
HvJ EG 12 juli 1984, zaak 237/83 (Prodest), Jur. 1984, 3153, RSV 1986/67<br />
HvJ EG 27 september 1989, zaak 9/88 (Lopes da Veiga), Jur. 1989, 2989, RSV 1990/170<br />
HvJ EG 29 juni 1994, zaak C-60/93 (Aldewereld), Jur. 1994, I-2991, RSV 1995/68<br />
CRvB 24 februari 1997, RSV 1998/99, «USZ» 1997/170<br />
HvJ EG 3 april 2008, zaak C-331/06 (Chuck), Jur. 2008, I-1957, RSV 2008/237;<br />
«USZ» 2008/164<br />
SB2126<br />
Temporele werkingssfeer