Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel III Awb<br />
9<br />
SB3197<br />
Beslistermijnen<br />
artikel 4:13 en artikel 4:15 Awb, artikel 29c AKW, artikel 64 a Anw, artikel 51 AOW, artikel<br />
12, lid 2 Besluit voorzieningen Remigratiewet<br />
De beslistermijn vangt aan op het moment waarop het aanvraagformulier bij de SVB<br />
wordt ingediend. Indien de aanvraag via een buitenlands verbindingsorgaan, een<br />
Nederlands bestuursorgaan of, indien het een aanvraag om uitkering ingevolge de TAS<br />
of de TNS betreft, bij het IAS ingediend wordt, begint de beslistermijn te lopen op het<br />
moment dat de SVB de aanvraag van het betreffende orgaan ontvangen heeft.<br />
Ingevolge de artikelen 51 AOW, 64a Anw en 29c AKW dient de SVB op een aanvraag<br />
op grond van deze wetten binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag te<br />
beslissen. In het tweede lid van genoemde bepalingen is vervolgens geregeld dat een<br />
redelijke termijn in ieder geval is verstreken wanneer binnen acht weken na ontvangst<br />
van de aanvraag geen beschikking is gegeven. Het derde lid van deze artikelen bepaalt<br />
dat indien de beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven,<br />
deze termijn met een redelijke termijn kan worden verlengd. De SVB maakt van deze<br />
verlengingsmogelijkheid gebruik door de beslissingstermijn in beginsel met maximaal<br />
acht weken te verlengen indien zulks nodig is met het oog op het noodzakelijke<br />
onderzoek naar de rechtsfeiten. Alleen dán zal tot een langere verlengingstermijn dan<br />
acht weken worden besloten indien bij het nemen van de beslissing tot verlenging<br />
gemotiveerd kan worden aangegeven dat het onderzoek naar de rechtsfeiten deze langere<br />
verlengingstermijn noodzakelijk maakt.<br />
Indien een uitkering tijdelijk bij wijze van voorschot wordt verleend (zie Deel I,<br />
Toekenning van voorschotten, SB1068) wordt de daartoe strekkende beschikking niet<br />
aangemerkt als de definitieve beschikking als bedoeld in de hierboven weergegeven<br />
bepalingen. Indien de definitieve beschikking derhalve niet binnen de wettelijke<br />
beslistermijn kan worden gegeven zal naast de voorschotbeschikking tevens een<br />
kennisgeving van verlenging van de beslistermijn aan de aanvrager worden verstrekt.<br />
Voor toepassing van de AOW geldt voorts nog het volgende. De SVB bevordert de<br />
AOW-aanvraag van in Nederland wonenden door personen van 64 jaar een half jaar<br />
voordat zij 65 worden een aanvraagformulier toe te zenden (zie Deel I, Toekenning op<br />
aanvraag, SB1065). Indien de aanvraag door deze personen eerder wordt ingediend dan<br />
acht weken voordat zij 65 jaar worden beschouwt de SVB een verlenging van de<br />
beslistermijn als redelijk wanneer de beslissing op de aanvraag is verzonden vóór de<br />
eerste dag van de maand waarin betrokkene 65 jaar wordt.