Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
37<br />
werknemer of zelfstandige afgeleid recht. Een groot aantal verdragen bevat een<br />
verwijzing naar deze zogenaamde afgeleide rechtenleer. Doch ook bij de toepassing van<br />
de verdragen die een dergelijke verwijzing niet bevatten, hanteert de SVB de afgeleide<br />
rechtenleer, tenzij uit het verdrag uitdrukkelijk blijkt dat deze leer niet van toepassing is.<br />
Een uitzondering op dit laatste uitgangspunt vormt het Nederlands-Oostenrijks Verdrag.<br />
De SVB stelt zich op het standpunt dat de afgeleide rechtenleer bij de toepassing van dit<br />
verdrag evenzeer niet aan de orde is hoewel zulks in het verdrag niet expliciet wordt<br />
aangegeven. Naar het oordeel van de SVB vloeit het buiten toepassing laten van de<br />
afgeleide rechtenleer hier evenwel voort uit artikel 5, lid 1, van het verdrag alwaar de<br />
bepalingen van EG-Verordening 1408/71 op onder meer gezinsleden en nagelaten<br />
betrekkingen van toepassing zijn verklaard. Het verdrag valt daarmee onder het bereik<br />
van het arrest van het HvJ EG in de zaak Cabanis (zie verder Deel II, Gezinsleden en<br />
nabestaanden, SB2123).<br />
Omdat het arrest Cabanis is gebaseerd op de beginselen van de artikelen 48 tot en met<br />
51 van het EG-Verdrag, welke beginselen geen deel uitmaken van de rechtsorde die<br />
wordt beheerst door de onderscheiden bilaterale verdragen, hecht de SVB overigens<br />
voor de toepassing van die verdragen geen betekenis aan dit arrest.<br />
Als twee landen die partij zijn bij een verdrag inzake sociale zekerheid, tevens zijn<br />
aangesloten bij het Vluchtelingenverdrag dan wel het Staatlozenverdrag, wordt het<br />
verdrag inzake sociale zekerheid van toepassing geacht op vluchtelingen respectievelijk<br />
staatlozen, ook als dit niet expliciet in het verdrag is vermeld. Vluchtelingen en staatlozen<br />
worden daarbij op dezelfde wijze behandeld als onderdanen van de verdragsstaten.<br />
Voorwaarde is dat de vluchteling respectievelijk de staatloze rechtmatig verblijft op het<br />
grondgebied van een der verdragsstaten.<br />
Op grond van artikel XXVI van het verdrag met Canada is een apart akkoord tot stand<br />
gekomen tussen de provincie Québec en Nederland ter aanvulling op het verdrag, voor<br />
socialeverzekeringsuitkeringen in de provincie Québec. De personele werkingssfeer van<br />
de overeenkomst met Québec ziet op personen die onderworpen zijn of zijn geweest<br />
aan het Québec Pension Plan. Het verdrag met Canada ziet op personen die<br />
onderworpen zijn of zijn geweest aan het Canada Pension Plan. Indien een persoon<br />
zowel onderworpen is geweest aan het Québec Pension Plan als aan het Canada Pension<br />
Plan, is zowel het akkoord met Québec als het verdrag met Canada op hem van<br />
toepassing. Aangezien de bepalingen van het verdrag en het akkoord niet geheel<br />
gelijkluidend zijn, kan het voorkomen dat het resultaat van de toepassing van deze<br />
bepalingen verschillend is. In dergelijke situaties neemt de SVB beleidsmatig aan dat de<br />
bepalingen van het verdrag voorgaan.<br />
In het arrest Gottardo heeft het HvJ EG bepaald dat bilaterale verdragen die door een<br />
lidstaat zijn afgesloten met derde landen door onderdanen van andere lidstaten op gelijke<br />
voet kunnen worden ingeroepen als door de onderdanen van de bilaterale verdragsstaten,<br />
mits de rechten en plichten van de derde staat niet worden aangetast. Deze gelijkstelling<br />
van nationaliteit kan er volgens de SVB echter niet toe leiden dat bij de toepassing van<br />
verdragen inzake sociale zekerheid die Nederland heeft gesloten met derde landen, de<br />
territoriale werkingssfeer van het verdrag wordt opgeheven. Voor zover de toepassing<br />
van een verdrag territoriaal is begrensd, geldt deze begrenzing derhalve voor EUonderdanen<br />
op dezelfde wijze en in gelijke mate als voor onderdanen van de<br />
verdragsluitende partijen.<br />
Jurisprudentie