Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
36<br />
SB2167<br />
Verdragen inzake sociale zekerheid<br />
In dit hoofdstuk zijn de beleidsregels met betrekking tot bilaterale verdragen inzake<br />
sociale zekerheid bijeengebracht. Deze regels gaan echter in de meeste gevallen slechts<br />
over de vraag of interpretaties onder Vo. 1408/71 mede worden gevolgd onder het<br />
bilaterale verdragsregime, of juist uitdrukkelijk niet worden gevolgd. De vraag in<br />
hoeverre communautaire jurisprudentie of aan het communautaire recht gebonden<br />
beleidsinterpretaties ‘reflexwerking’ hebben voor de toepassing van overeenkomstige<br />
niet-communautaire internationale normen, is niet in het algemeen te beantwoorden.<br />
Vast staat dat een dergelijke reflexwerking voor jurisprudentie van het HvJ EG rechtens<br />
niet bestaat. Dit is bevestigd door zowel de CRvB als de HR (zie bijvoorbeeld CRvB 24<br />
november 1992, RSV 1993/147 en HR 17 april 1996, nr. 258, n.g.). In het algemeen<br />
hanteert de SVB voor de toepassing van bilaterale verdragen een eigen interpretatiekader,<br />
dat geenszins synchroon hoeft te lopen met het kader zoals dat is ontwikkeld onder het<br />
communautaire recht. Ten aanzien van bijzondere onderwerpen kan de SVB echter<br />
evenzeer uit beleidsmatige overwegingen ervoor kiezen juist een gelijkvormig<br />
interpretatiekader aan te houden. Bij de keuze om wel of niet reflexwerking te geven<br />
aan communautaire jurisprudentie of interpretatienormen spelen verschillende factoren<br />
een rol, zoals de specifieke formulering van verdragsbepalingen, de bedoelingen van de<br />
verdragspartijen, de mate waarin communautaire jurisprudentie gekoppeld is aan<br />
specifieke doelstellingen van het EG-Verdrag. Algemene regels hierover kunnen niet<br />
worden gegeven. Waar ten aanzien van afzonderlijke onderwerpen bewuste keuzes zijn<br />
gemaakt ter zake van reflexwerking, zijn deze keuzes in ieder geval in de beleidsregels tot<br />
uitdrukking gebracht.<br />
Jurisprudentie<br />
CRvB 24 november 1992, RSV 1993/147<br />
HR 17 april 1996, nr. 258, RSV 1996/212<br />
Algemene bepalingen<br />
SB2168<br />
Personele werkingssfeer<br />
Een aantal verdragen bevat een definitie van het begrip ‘werknemer’ en/of het begrip<br />
‘zelfstandige’. Wanneer deze definitie verwijst naar de nationale wetgeving worden deze<br />
begrippen uitgelegd op dezelfde wijze als ten aanzien van Vo. 1408/71 (zie Deel II,<br />
Werknemers- en zelfstandigenbegrip, SB2121). Hetzelfde gebeurt bij de toepassing van<br />
verdragen die geen definitie van deze begrippen bevatten.<br />
Postactieve werknemers of zelfstandigen kunnen zich op alle bepalingen van het verdrag<br />
beroepen, tenzij uit de tekst of de strekking van een bepaling blijkt dat deze een<br />
beperkter toepassingsgebied heeft. Dit geldt met name ten aanzien van de bepalingen<br />
inzake de toepasselijke wetgeving.<br />
Voor zover een verdrag van toepassing is op werknemers en/of zelfstandigen en hun<br />
gezinsleden en nagelaten betrekkingen, gaat de SVB ervan uit dat deze gezinsleden en<br />
nagelaten betrekkingen zich slechts op het verdrag kunnen beroepen voor zover het gaat<br />
om regelingen die een recht waarborgen dat kan worden aangemerkt als een van de