Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
31<br />
maanden het recht op uitkering niet hoeft te beïnvloeden, mits aan de overige<br />
voorwaarden voor het recht op kinderbijslag is voldaan.<br />
Sinds 1 januari 1998 is in artikel 7, lid 6 AKW opgenomen dat een kind niet als<br />
werkloos wordt aangemerkt indien het desbetreffende kind een passende<br />
dienstbetrekking niet heeft aanvaard of door eigen toedoen niet heeft verkregen of<br />
behouden. Voor de vraag of een kind in Nederland een passende dienstbetrekking niet<br />
heeft aanvaard of door eigen toedoen niet heeft verkregen of behouden laat de SVB zich<br />
adviseren door UWV. Ten aanzien van kinderen in een EU- of verdragsland wordt de<br />
vraag of zij verwijtbaar geen passende dienstbetrekking hebben verkregen of behouden,<br />
beoordeeld aan de hand van het aantal uren dat zij in die dienstbetrekking hadden<br />
kunnen werken, en het loon dat ze daarmee hadden kunnen verdienen. Een<br />
dienstbetrekking waarmee niet ten minste het Nederlands wettelijk minimum jeugdloon<br />
kan worden verdiend wordt in dat verband niet als een passende dienstbetrekking<br />
aangemerkt.<br />
In de Regeling regelen inzake recht op kinderbijslag voor werkloze kinderen in het<br />
buitenland is onder meer geregeld dat voor de toepassing van artikel 7 AKW, de<br />
inschrijving bij een dienst voor arbeidsbemiddeling in een lidstaat van de Europese<br />
Gemeenschappen dan wel in een land waarmee Nederland een verdrag inzake sociale<br />
zekerheid heeft gesloten, wordt gelijkgesteld met de inschrijving bij de Centrale<br />
organisatie werk en inkomen in Nederland. Artikel 1, lid 2 van de Regeling bepaalt dat<br />
indien zulk een dienst in het land waar het kind woont niet aanwezig is, aan het<br />
inschrijvingsvereiste geacht wordt te zijn voldaan indien aannemelijk kan worden<br />
gemaakt dat het kind werkloos is en beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. De SVB heeft<br />
voor de toepassing van artikel 1, lid 2 van de Regeling als beleid vastgesteld dat het<br />
aldaar bepaalde niet alleen geldt voor de situatie waarin er geen ‘dergelijke dienst’ bestaat,<br />
maar eveneens voor de situatie dat inschrijving niet mogelijk is vanwege een wettelijke<br />
belemmering tot inschrijving in het desbetreffende land.<br />
Uit het gestelde in artikel 7 AKW in samenhang met het bepaalde in de Regeling regels<br />
inzake recht op kinderbijslag voor werkloze kinderen in het buitenland leidt de SVB<br />
voorts af dat geen recht voor werkloze kinderen kan bestaan voor kinderen die niet<br />
wonen binnen de EU of een land waarmee een verdrag is afgesloten. Deze zienswijze is<br />
bevestigd door de rechtbank Amsterdam.<br />
Indien bij de inschrijving bij het Nederlandse of het buitenlandse Centrum voor werk en<br />
inkomen dan wel arbeidsbureau een geldige verblijfsvergunning of een ander<br />
vreemdelingrechtelijk vereiste geldt en de betrokkene aan het vereiste niet voldoet dan<br />
wel nog moet wachten op de afgifte van een verblijfsvergunning, merkt de SVB de<br />
betrokkene toch als werkloos aan, indien hij feitelijk beschikbaar is voor de arbeidsmarkt<br />
en hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij tijdig heeft gepoogd zich in te schrijven bij het<br />
Centrum voor werk en inkomen.<br />
Jurisprudentie<br />
HvJ EG 22 februari 1990, zaak 228/88 (Bronzino), Jur. 1990, I-531, RSV 1991/231<br />
HvJ EG 22 februari 1990, zaak C-12/89 (Gatto), Jur. 1990, I-557<br />
CRvB 10 september 1993, KBW 1992/39, n.g.<br />
CRvB 17 september 1993, PS 1993/987<br />
CRvB 17 december 1993, AB 1994, 418<br />
CRvB 6 januari 1999, «USZ» 1999/58