Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
41<br />
1957 en/of het in aanmerking nemen van tijdvakken van het huwelijk waarin de man<br />
verzekerd was en de vrouw op het grondgebied van een andere verdragsstaat woonde.<br />
De SVB beschouwt deze tijdvakken niet als echte tijdvakken van verzekering (vgl. Deel<br />
II, Bijzonderheden voor de toepassing van de AOW, SB2154). Een uitzondering geldt<br />
ten aanzien van enkele verdragen waarin uitdrukkelijk is geregeld dat de vrouw van een<br />
AOW-verzekerde met haar echtgenoot is meeverzekerd.<br />
De extensieve uitleg van het begrip ‘wonen in Nederland, dan wel op Nederlands<br />
grondgebied arbeid verrichten in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever’<br />
ingevolge de HvJ EG-arresten De Wit en Grahame en Hollanders (zie ook Deel II,<br />
Bijzonderheden voor de toepassing van de AOW, SB2154), heeft naar het oordeel van<br />
de SVB geen betrekking op verdragen inzake sociale zekerheid. Deze arresten zijn<br />
immers met name gemotiveerd met een verwijzing naar het beginsel van vrij verkeer van<br />
personen binnen de EU. Dit beginsel vormt geen onderdeel van de rechtsorde welke<br />
wordt beheerst door de bilaterale verdragen inzake sociale zekerheid. De SVB past de<br />
bepalingen inzake huwelijkse tijdvakken sexe-neutraal toe. Voor zover een verdrag de<br />
toepassing van die bepalingen beperkt tot gehuwde personen, weduwen en weduwnaars<br />
worden ze door de SVB ook toegepast op personen die gescheiden zijn. Bij de<br />
verhoging van rechtens onaantastbaar geworden uitkeringen of de toekenning van<br />
uitkeringen in verband met deze beleidswijziging wordt een terugwerkende kracht<br />
gehanteerd van een jaar, behoudens in bijzondere gevallen waarin sprake is van hardheid<br />
(zie ook Deel I, Terugwerkende kracht van meer dan een jaar, SB1070).<br />
Ongehuwd samenwonen wordt voor de toepassing van de betreffende bepalingen niet<br />
met gehuwden gelijkgesteld. Tijdvakken van geregistreerd partnerschap worden als<br />
huwelijkstijdvakken beschouwd.<br />
Tijdvakken gelegen voor 1957 kunnen alleen worden gehonoreerd in het AOWpensioen<br />
of de AOW-toeslag als zij niet samenvallen met tijdvakken van verzekering<br />
vervuld krachtens de wetgeving van een andere verdragsstaat. Evenals het geval is bij de<br />
overeenkomstige regels in Vo. 1408/71 slaat de SVB hierbij geen acht op tijdvakken van<br />
vrijwillige verzekering (vgl. Deel II, Vrijwillige verzekering, SB2155).<br />
Voor de toepassing van het bilaterale verdrag met Marokko geldt het volgende. Het<br />
verdrag zoals dat gold tot 1 november 2004 hield nog geen rekening met het zelfstandige<br />
pensioenrecht van de gehuwde vrouw dat op 1 april 1985 in de AOW is ingevoerd.<br />
Onder dit verdrag was het daarom uitsluitend mogelijk om huwelijkse tijdvakken te<br />
honoreren in het ouderdomspensioen van de man. Wel werd het gedeelte van zijn<br />
ouderdomspensioen dat op huwelijkse tijdvakken was gebaseerd, betaalbaar gesteld aan<br />
zijn vrouw. Het gevolg was dat als een gehuwde vrouw weduwe werd of ging scheiden,<br />
zij niet langer in aanmerking kwam voor ouderdomspensioen. Op grond van verdrag<br />
met Marokko zoals dat geldt vanaf 1 november 2004, heeft een vrouw die gehuwd is<br />
geweest wél zelfstandig recht op huwelijkse tijdvakken. De SVB hanteert het beleid dat<br />
een ouderdomspensioen dat is ingetrokken in verband met echtscheiding of overlijden,<br />
op grond van de nieuwe verdragstekst kan herleven met ingang van de datum waarop<br />
deze tekst in werking is getreden (1 november 2004).<br />
Uit de uitspraak van 2 december 2005 blijkt dat de CRvB de hiervoor beschreven<br />
handelwijze onderschrijft.<br />
Jurisprudentie