Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
30<br />
vervat in titel II; het toewijzingsresultaat is daarom onder artikel 75 hetzelfde als onder<br />
de regels in titel II. Voor werklozen wordt de lidstaat bevoegd verklaard krachtens de<br />
wettelijke regeling waarvan de werkloze werkloosheidsuitkering geniet. Dit is een<br />
toewijzingsregel waarvan de toepassing in bepaalde gevallen leidt tot een resultaat dat<br />
afwijkt van de toepassing van titel II. In die gevallen heeft artikel 75 voorrang op de<br />
bepalingen van titel II.<br />
De artikelen 77 en 79 bevatten toewijzingsregels voor pensioen- en rentetrekkers. De<br />
hoofdregel is dat de bijslag verschuldigd is ingevolge de wetgeving van de lidstaat op<br />
grond waarvan het pensioen of de rente verschuldigd is, ongeacht de woonplaats van de<br />
rechthebbende of de kinderen. In bijzondere gevallen wordt hiervan afgeweken.<br />
Indien een wetgeving is toegewezen met behulp van de artikelen 77 en 78, mogen<br />
blijkens de jurisprudentie van het HvJ EG geen nadere woonplaatsvereisten aan de<br />
gerechtigde of diens kinderen worden gesteld. Hierbij is niet van belang wat het<br />
juridisch karakter is van de woonplaatsvoorwaarde, bijvoorbeeld<br />
verzekeringsvoorwaarde, ontstaansvoorwaarde, uitbetalingsvoorwaarde. Voor de<br />
toepassing van de AKW en de TOG 2000 brengt dit met zich dat indien de Nederlandse<br />
wetgeving is aangewezen, kinderbijslag dan wel een tegemoetkoming op grond van de<br />
TOG 2000 aan de betrokkene moet worden toegekend, zelfs als deze geen ingezetene is<br />
in de zin van artikel 6, eerste lid onder a AKW.<br />
Jurisprudentie<br />
HvJ EG 11 juni 1991, zaak C-251/89 (Athanasopoulos), Jur. 1991, I-2797, RSV 1993/14<br />
HvJ EG 28 november 1991, zaak C-198/90 (Commissie tegen Nederland), Jur. 1991,<br />
I-5799, RSV 1992/139<br />
HvJ EG 28 november 1991, zaak C-186/90 (Durighello), Jur. 1991, I-5773<br />
SB2159<br />
Samenloop en anticumulatie van nationale en buitenlandse gezinsbijslagen<br />
artikel 76, artikel 79, lid 3 Vo. 1408/71, artikel 10, leden 1 en 3 en artikel 10bis, aanhef onder<br />
a en d Vo. 574/72<br />
Schorsing van het recht<br />
De artikelen 76 en 79, derde lid Vo. 1408/71 en artikel 10, eerste en derde lid en artikel<br />
10bis Vo. 574/72 bevatten anticumulatieregels in geval van internationale samenloop van<br />
kinderbijslagen. Bij de toepassing van deze regels wordt de peildatumsystematiek zoals<br />
deze geldt op grond van artikel 11 van de AKW, niet in aanmerking genomen. Bij<br />
internationale samenloop van kinderbijslagen geldt als hoofdregel dat het land waarin<br />
beroepswerkzaamheden worden verricht bij voorrang kinderbijslag uitbetaalt. Op grond<br />
van Besluit nr. 207 van de Administratieve Commissie moet onder de term<br />
‘beroepswerkzaamheden’ mede worden verstaan een tijdelijke onderbreking wegens<br />
onbetaald verlof voor het opvoeden van kinderen, voor zover dit verlof volgens de<br />
nationale wetgeving gelijkgesteld wordt aan beroepswerkzaamheden.<br />
Bij de beoordeling of sprake is van periodes van onbetaald verlof voor het opvoeden van<br />
kinderen in de zin van Besluit nr. 207 wordt door de SVB aansluiting gezocht bij<br />
hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg. Indien een werkgever in het voordeel van de<br />
werknemer een langere onderbreking van de werkzaamheden toestaat dan de minimale<br />
termijn die is voorzien in de Wet arbeid en zorg, dan beschouwt de SVB deze<br />
onderbreking eveneens als het verrichten van beroepswerkzaamheden, mits uit