Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9.1.2 Het begrip embryo<br />
De wetgever heeft een embryo gedefinieerd als ‘een cel of samenhangend geheel van cellen met het<br />
vermogen uit te groeien tot een mens’. Uit de analyse van de begrippen (5) blijkt het onderscheidende<br />
criterium in deze omschrijving – het vermogen uit te groeien tot een mens – te leiden tot onzekerheid<br />
over de vraag of de wet wel van toepassing is op niet-levensvatbare embryo’s. Uit de vraaggesprekken<br />
(6) blijkt dat men ook in de praktijk op deze vraag stuit. Het is nog niet goed mogelijk vast te stellen of<br />
een embryo wel of niet het vermogen heeft om uit te groeien tot een mens. Dat kan in de toekomst<br />
anders worden. Wetenschappelijke ontwikkelingen (7.1.6) laten zien, dat niet-levensvatbare embryo’s<br />
met opzet kunnen worden gecreëerd. Als niet-levensvatbare embryo’s buiten de definitie van embryo<br />
vallen, en daarmee buiten de wet, heeft dat aanzienlijke implicaties (5.2). Onder meer zouden enkele<br />
in de Embryowet verboden handelingen niet te verbieden zijn als deze plaatsvinden met nietlevensvatbare<br />
embryo’s.<br />
Een ander probleem is dat de definitie mogelijk te veelomvattend is, omdat zij een cel of samenhangend<br />
geheel van cellen waarvan met geavanceerde technologie een embryo kan worden gemaakt,<br />
niet uitsluit. Hierdoor valt misschien wel elke lichaamscel onder de wet.<br />
Uit de wetsgeschiedenis (5.2.3) blijkt dat het vermogen om uit te groeien tot een mens van tijd tot tijd<br />
wel een rol heeft gespeeld in het denken over de bescherming van het embryo, maar kan niet worden<br />
opgemaakt of de wetgever met de Embryowet ook niet-levensvatbare embryo’s heeft willen beschermen.<br />
Een en ander leidt tot de conclusie dat de huidige definitie in de wet leidt tot onzekerheid<br />
over de inhoud van het begrip embryo. Gezien het beschermingsdoel van de wet verdient het aanbeveling<br />
een nieuwe definitie te formuleren. Deze zou moeten aansluiten bij wat de wetgever wil beschermen.<br />
Er zijn uit wetgevingsoogpunt goede argumenten – zoals rechtszekerheid en handhaafbaarheid<br />
– om een definitie in de wet te hebben die alle embryo’s insluit, zodat de wet geldt voor alle<br />
soorten en vormen van embryo’s. Voor zo’n nieuwe definitie is nadere bestudering nodig van de morele<br />
en juridische status en de beschermwaardigheid van niet-levensvatbare embryo’s. De wetgever<br />
zou in het verlengde hiervan tevens moeten bezien of er een verschil in normering zou moeten zijn<br />
voor handelingen met levensvatbare en met niet-levensvatbare embryo’s.<br />
9.1.2 Het begrip wetenschappelijk onderzoek<br />
De wetgever heeft het begrip wetenschappelijk onderzoek niet gedefinieerd. De systematiek van de<br />
wet is zo, dat alle handelingen met geslachtscellen, embryo’s en foetussen onder de wet vallen en dat<br />
voor wetenschappelijk onderzoek met geslachtscellen waarbij een embryo tot stand wordt gebracht,<br />
en met embryo’s en foetussen, specifieke voorschriften gelden. De eerste van deze bepalingen – in artikel<br />
3 – schrijft voor dat een door de CCMO goedgekeurd onderzoeksprotocol moet zijn. Uit de analyse<br />
van de samenhang met andere wetten (3.3) en van de begrippen (5.3) blijkt dat het niet duidelijk is<br />
welke handelingen wel en welke niet te rekenen zijn tot wetenschappelijk onderzoek in de zin van de<br />
wet. Die onduidelijkheid doet zich ook in de praktijk (6) voelen, vooral bij onderzoek ter verbetering<br />
van de kwaliteit van de ivf-behandeling. Dat onderzoek gebeurt vrijwel altijd met geslachtscellen of<br />
embryo’s die zullen worden vernietigd. De onduidelijkheid betekent dat het niet zeker is wanneer de<br />
specifieke bepalingen voor wetenschappelijk onderzoek gelden, en ook niet of – als dat niet het geval<br />
is – de handelingen met geslachtscellen of embryo’s verboden zijn op grond van artikel 24 onder c.<br />
Dat artikel verbiedt het gebruik van geslachtscellen of embryo’s voor andere doelen dan waarvoor de-<br />
98