Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
teerd bij proefpersonen in medisch wetenschappelijk onderzoek. Het gaat hier uitdrukkelijk niet om<br />
betaling voor risico’s (gevarengeld). 167 Een dergelijke vergoeding mag uiteraard niet dusdanig zijn dat<br />
er een ongepaste prikkel tot donatie vanuit gaat en een weloverwogen en vrije beslissing wordt bemoeilijkt.<br />
Een eventuele ruimere vergoeding dan alleen van de directe kosten betreft een complexe<br />
materie, mede vanwege juist die dreigende schaarste aan eicellen en de druk op de vrijwilligheid van<br />
de beslissing tot donatie die daarvan uitgaat. Een nadere ethische en juridische analyse van de vooren<br />
nadelen van een dergelijke vergoeding valt te overwegen.<br />
8.7 Belangrijkste bevindingen<br />
De doelen waarvoor eicellen mogen worden gedoneerd worden in de toekomst mogelijk uitgebreid<br />
met het tot stand brengen van embryo’s voor niet-reproductieve doeleinden. Vooralsnog gaat het<br />
praktisch gezien om het tot stand brengen van embryo’s om daarmee bepaalde vormen van wetenschappelijk<br />
onderzoek te doen. Op langere termijn kan het gaan om therapeutische toepassingen van<br />
de resultaten van dat onderzoek, bijvoorbeeld transplantaties van stamcellen.<br />
Als ook in ons land vrouwen straks – na opheffing van het verbod van artikel 24 onder a – eicellen<br />
kunnen doneren voor het doen ontstaan van embryo’s voor andere doeleinden dan een zwangerschap,<br />
kan een schaarste optreden aan donoreicellen. Deze schaarste kan negatieve gevolgen hebben<br />
voor de vrijheid van eiceldonoren. Er kan een toenemende druk ontstaan op vrouwen om eicellen te<br />
doneren. De voorziene opheffing van het verbod en de uitbreiding van doelen voor eiceldonatie hoeven<br />
echter niet een zodanige bedreiging voor de vrijwilligheid van eiceldonatie te impliceren, dat deze<br />
opheffing en uitbreiding om die reden bij nader inzien als onwenselijk moet worden beschouwd. Van<br />
vrouwen mag worden verwacht dat zij, mits adequaat geïnformeerd en ondersteund, zelf een afweging<br />
kunnen maken. Ook valt niet in te zien dat eiceldonatie ten behoeve van een zwangerschap wel<br />
te rijmen zou zijn met het beginsel van respect voor autonomie en donatie voor de andere doelen<br />
niet.<br />
Gezien deze ontwikkelingen is extra aandacht voor de bescherming van eiceldonoren op zijn plaats,<br />
vooral op het punt van de vrijwilligheid. Verder doet de beroepsgroep er goed aan nadere voorwaarden<br />
te formuleren teneinde de gezondheidsrisico’s en de belasting voor vrouwen die eicellen doneren<br />
voor wetenschappelijk onderzoek verder te beperken. Tevens is discussie nodig over de vraag of, zolang<br />
er schaarste aan eicellen bestaat en invasieve ingrepen bij eiceldonoren nodig zijn, aan wetenschappelijk<br />
onderzoek naar klinisch relevante, therapeutische, onderzoeksdoelen prioriteit valt te geven<br />
boven fundamenteel wetenschappelijk onderzoek waarvan vooraf moeilijk is vast te stellen of er<br />
een concrete toepassing zal zijn. Van groot belang is onderzoek naar vrouwvriendelijker methoden als<br />
IVM en naar alternatieve bronnen van donoreicellen.<br />
De betaling van eiceldonoren voor wetenschappelijk onderzoek is ethisch problematisch en wettelijk<br />
niet toegestaan. De vraag of een (bescheiden) vergoeding van het ongemak en de belasting die met<br />
eiceldonatie gepaard gaan gerechtvaardigd is, vergt een nadere ethische en juridische analyse.<br />
167 Steinbock, a.w.; R Macklin, What is wrong with commodification In: CB Cohen (ed.), New ways of making babies. The case of egg<br />
donation. Bloomington: Indiana University Press, 1996, p. 106-121.<br />
95