Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft<br />
degene die handelt in strijd met de artikelen 2, 3, 5, 8, 14, 15, 20 of 22.<br />
3 De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven; de in het tweede lid strafbaar gestelde<br />
feiten zijn overtredingen.<br />
§ 8. Slotbepalingen<br />
Artikel 29<br />
1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren<br />
van het staatstoezicht op de volksgezondheid.<br />
2 De in het eerste lid bedoelde personen beschikken niet over de bevoegdheden genoemd in artikel<br />
5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.<br />
Artikel 30-31 [Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]<br />
Artikel 32<br />
Onze Minister zendt binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens iedere 4 jaar,<br />
aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.<br />
Artikel 33<br />
1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende<br />
artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld met dien verstande<br />
dat de artikelen 9, 11 en 24, onderdeel b, in werking treden op het in het tweede lid bedoelde tijdstip.<br />
2 Onderdeel a van artikel 24 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De voordracht<br />
voor dit besluit wordt gedaan na verloop van ten hoogste vijf jaren na het tijdstip van het in werking<br />
treden van dat artikelonderdeel. De voordracht voor dit besluit wordt voorts niet eerder gedaan<br />
dan vier weken nadat het ontwerp van het besluit is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal<br />
en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door tenminste<br />
een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen is<br />
gegeven dat het tijdstip waarop onderdeel a van artikel 24 vervalt, bij wet wordt geregeld.<br />
Artikel 34<br />
Deze wet wordt aangehaald als: Embryowet.<br />
127