28.01.2015 Views

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

hoefte te hebben aan opheffing van dit verbod. Eventueel onderzoek kan worden gedaan met restmateriaal,<br />

dat ruim voorhanden is in ingevroren toestand. Er doet zich in verband met dit verbod overigens<br />

wel een specifiek probleem voor. Bij het trainen van medewerkers in bepaalde handelingen<br />

wordt eerst geoefend met afgekeurd patiëntenmateriaal, maar moet op een gegeven moment met<br />

‘gaaf’ patiëntenmateriaal gewerkt worden. Een bijzonder probleem is dat medewerkers voor het kunnen<br />

doen van ICSI een eicel moeten leren injecteren met een zaadcel. Training op dierlijk materiaal is<br />

geen alternatief, vanwege de soortspecifieke eigenschappen van menselijke eicellen. Dit betekent dat<br />

deze medewerkers een embryo speciaal tot stand brengen voor een ander doel dan het tot stand<br />

brengen van een zwangerschap, hetgeen is verboden. Een gedegen training wordt echter van groot<br />

belang geacht.<br />

De Embryowet verbiedt voorts de keuze op geslacht om niet-medische redenen in artikel 26. Een aantal<br />

beroepsbeoefenaren vindt dat het mogelijk moet zijn om, in bijzondere omstandigheden, ook om<br />

andere redenen geslachtskeuze toe te laten, bijvoorbeeld bij paren die al een aantal kinderen van hetzelfde<br />

geslacht hebben. Anderen zijn tegen een verruiming van de redenen voor geslachtskeuze. De<br />

NVOG ziet als grootste bezwaar tegen geslachtskeuze om niet-medische redenen dat vrouwen die<br />

zonder medisch ingrijpen zwanger kunnen worden, een medische behandeling moeten ondergaan.<br />

6.3 Ervaringen en meningen van patiënten en donoren<br />

Om te achterhalen hoe de terbeschikkingstelling van geslachtscellen en embryo’s in de praktijk wordt<br />

ervaren, is een peiling verricht. Daarin is ook gevraagd naar de mening over het gebruik van<br />

(rest)embryo’s voor andere doeleinden dan zwangerschap. De bij deze peiling gehanteerde methodiek<br />

is beschreven in hoofdstuk 1. Enige relativering bij de uitkomsten is geboden. Het benaderen van een<br />

doelgroep als geslachtsceldonoren kent namelijk onderzoekstechnisch nogal wat beperkingen. Om te<br />

beginnen is niet bekend welk deel de respondenten uitmaken van de totale populatie donoren. Verder<br />

zijn de respondenten allen mensen die op de één of andere wijze te maken hebben (gehad) met<br />

vruchtbaarheidsproblemen. Het waren vooral vrouwen, en vrijwel allen bekend bij de wensouders.<br />

Voor een deel van de respondenten was de behandeling al langere tijd geleden, zodat er sprake kan<br />

zijn van recall bias. De digitale vragenlijst heeft vier weken on line gestaan en kon dus alleen worden<br />

ingevuld door ‘toevallige’ bezoekers. Deze factoren maken dat geen sprake kan zijn van een honderd<br />

procent betrouwbare meting. De uitkomsten geven vooral een impressie van de werking van de wet<br />

op enkele onderdelen.<br />

In totaal hebben 124 mensen aan de peiling meegewerkt. 53 respondenten maakten gebruik van de<br />

digitale vragenlijst, van wie 32 dat anoniem deden. 71 respondenten (33%) vulden de schriftelijke<br />

vragenlijst in, van wie 31 anoniem. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was op het moment<br />

van invullen 37 jaar.<br />

Tabel 2<br />

Verdeling van respondenten naar geslacht<br />

N=124 aantal %<br />

Man 6 5<br />

Vrouw 118 95<br />

Totaal 124 100<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!