Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.5 Kwaliteit en toezicht<br />
6.5.1 Instellingsprotocollen<br />
Het blijkt dat alle ivf-instellingen een instellingsprotocol hebben of werken aan de totstandkoming<br />
daarvan. Acht hebben (delen van) het instellingsprotocol ten behoeve van dit rapport overgelegd.<br />
Daarvan werken er zes volgens het Modelreglement, soms met aanvullingen. Twee ivf-instellingen<br />
waren bezig met het opstellen van het protocol in samenhang met een accreditatietraject, waarover<br />
hierna meer. Zes klinieken hadden hun instellingsprotocol voorgelegd aan de lokale erkende METC. Zij<br />
moesten soms lang op een advies wachten, maanden waren geen uitzondering.<br />
De METC’s achten zich geschikt noch toegerust om de instellingsprotocollen te beoordelen; de CCMO<br />
acht zich ook niet geschikt om dat te doen. De CCMO gaat ervan uit dat het Ministerie van VWS de instellingsprotocollen<br />
beoordeelt. De meeste instellingen hebben overigens nog geen protocol ter kennis<br />
gebracht van de Minister of de CCMO. Als redenen werden genoemd dat deze verplichting niet zou<br />
gelden als het Modelreglement wordt gehanteerd, dat het nut niet duidelijk is, en dat de protocollen<br />
zo vaak worden aangepast dat het ondoenlijk is om de Minister en de CCMO van elke wijziging te<br />
verwittigen. Ivf-laboratoria met een accreditatie van het CCKL werken met vastgelegde procedures<br />
waarin het instellingsprotocol is geïncorporeerd. Men vraagt zich af of de wetgever heeft bedoeld dat<br />
deze laboratoriumprotocollen ingezonden moeten worden.<br />
In samenhang met de taak om kennis te nemen van instellingsprotocollen heeft de CCMO volgens artikel<br />
4 van de Embryowet de opdracht jaarlijks te rapporteren over nieuwe ontwikkelingen betreffende<br />
het handelen met geslachtscellen en embryo’s. Zij doet dit – in overleg met de Gezondheidsraad –<br />
momenteel slechts summier via de jaarverslagen. 110 De menskracht en middelen om deze taak uit te<br />
voeren ontbreken en er zijn andere organisaties die wetenschappelijke ontwikkelingen volgen en signaleren,<br />
aldus de CCMO.<br />
6.5.2 Kwaliteitsbewaking<br />
Fouten in een fertiliteitslaboratorium kunnen verstrekkende gevolgen hebben. In 1993 vond een incident<br />
plaats, toen een tweeling van verschillende vaders ter wereld kwam. Dit vormde de aanleiding<br />
voor de KLEM om de ivf-instellingen aan te sporen een CCKL-accreditatie voor hun laboratorium te<br />
verwerven. Twee klinieken zijn inmiddels geaccrediteerd, de overige zijn ermee bezig. Men verwacht<br />
dat het inwerken van collega’s eenvoudiger wordt, dat verbeterpunten boven tafel komen en dat er<br />
effectiever gewerkt wordt. Nadelen zijn dat het veel tijd en geld kost en dat het bureaucratiseert. De<br />
hogere kosten worden mede veroorzaakt doordat de herkomst van de gebruikte materialen en van de<br />
grondstoffen precies te achterhalen moet zijn.<br />
Naast de accreditatie van de laboratoria bestaan andere vormen van kwaliteitsbewaking. Zo visiteert<br />
de NVOG maatschappen, waarbij telkens deelaspecten van de ivf-behandeling onder de loep worden<br />
genomen. Het klinische gedeelte van een ivf-instelling kan een ISO-certificering verwerven. Er blijkt<br />
een voorkeur te zijn voor een geïntegreerd kwaliteitssysteem voor de gehele instelling.<br />
110 CCMO, Jaarverslagen 2002, 2003, 2004; Gezondheidsraad, Aanbiedingsbrief bij Signalering Ethiek en Gezondheid, 2003/08.<br />
74