Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
geclaimd dat zij embryosparend zijn, lijkt het er bij sommige opties op dat (niet-levensvatbare) embryo’s<br />
worden ‘weggedefinieerd’. Het tijdelijke verbod op het maken van embryo’s door middel van<br />
celkerntransplantatie vormt geen acute belemmering voor de ontwikkeling van de regeneratieve geneeskunde.<br />
7.2 Voortplantingstechnologie<br />
Het klassieke brandpunt van wetenschappelijk onderzoek met embryo’s is de veilige ontwikkeling en<br />
verbetering van reproductieve technologie. 133 Dit type onderzoek blijft onverminderd van belang, ook<br />
al blijft het normatieve debat over onderzoek met embryo’s tegenwoordig vaak beperkt tot een discussie<br />
over de voors en tegens van het gebruik van embryo’s voor de ontwikkeling van stamceltherapie.<br />
Tegen de achtergrond van het tijdelijke verbod van het maken van embryo’s voor wetenschappelijk<br />
onderzoek zijn voor de wetsevaluatie vooral die onderzoeksprojecten van belang, waarvoor men speciaal<br />
embryo’s zou moeten maken omdat restembryo’s daarvoor niet bruikbaar zijn. Te denken valt<br />
vooral aan preklinisch onderzoek naar de haalbaarheid, doelmatigheid en veiligheid van cryopreservatie<br />
en in vitro maturatie van eicellen. 134 Het invriezen van eicellen zou van groot belang zijn voor de<br />
prakrijk van de medisch geassisteerde voortplanting. 135 Aan de gebruikte technieken lijken vooralsnog<br />
risico’s te kleven voor de gezondheid van het te verwekken nageslacht. Preklinisch wetenschappelijk<br />
onderzoek met ingevroren, ontdooide en vervolgens bevruchte eicellen zou meer inzicht<br />
kunnen opleveren. Bij in vitro maturatie (IVM) van eicellen zijn twee varianten te onderscheiden. 136<br />
Bij de eerste variant vindt de hele rijping in vitro plaats, bij de tweede vindt alleen de laatste fase van<br />
de rijping in vitro plaats. 137 Beide technieken zouden van grote waarde kunnen zijn, vooral omdat<br />
vrouwen die ivf of ICSI ondergaan zodoende geen hormoonbehandeling meer zouden hoeven te ondergaan.<br />
Uiteraard is deze ontwikkeling ook voor eiceldonoren van belang, omdat de belasting van eiceldonatie<br />
aanzienlijk af zou nemen. De laatste variant wordt inmiddels hier en daar met redelijk succes<br />
in de kliniek toegepast. 138 Gezien de mogelijke gezondheidsrisico’s voor het nageslacht moet bij<br />
beide varianten (dus ook bij de laatstgenoemde) preklinisch onderzoek met embryo’s tot ontstaan<br />
gebracht met via IVM verkregen eicellen worden overwogen.<br />
133 Report of the committee of inquiry into human fertilisation and embryology (Warnock report). London: Her Majesty’s Stationery<br />
Office, 1984; G Bock, M O’Connor, eds., Human pre-embryo-research: yes or no London/New York, 1986; G de Wert Niet-therapeutische<br />
experimenten met (pre-)embryo’s. TvGR 1989 p.74-85; Gezondheidsraad 1998.<br />
134 Gezondheidsraad 1998; G de Wert G Het CDA en de beschermwaardigheid van het leven. TGE 2004;14(1):23-25; Gezondheidsraad.<br />
Vruchtbaarheidsverzekering: medische en niet-medische redenen. In: Signalering Ethiek en Gezondheid 2004, p.11-29.<br />
135 J Stachecki, An overview of oocyte cryopreservation. Reproductive BioMedicine Online 2004;9(2):152-163.<br />
136 AL Mikkelsen, Strategies in human in-vitro maturation and their clinical outcome. Reproductive BioMedicine Online 2005;<br />
10(5):593-599.<br />
137 HM Picton, MA Danfour, SE Harris, EL Chambers, J Huntriss, Growth and maturation of oocytes in vitro. Reprod Suppl 2003;61:445-<br />
462; O Hovatta, Cryopreservation and culture of human ovarian cortical tissue containing early follicles. Eur J Obstet Gynecol<br />
Reprod Biol 2004;113 Supl.1:S50-S54.<br />
138 V Söderström-Antilla, S Mäkinen, T Tuuri, A-M Suikkari, Favourable pregnancy results with insemination of in vitro matured oocytes<br />
from unstimulated patients. Human Reproduction 2005;20:1534-1540.<br />
83