28.01.2015 Views

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Conclusie: de regeling voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek in de artikelen 9 en 11 kan een<br />

belemmering betekenen van wetenschappelijke vooruitgang op het gebied van belangrijke gezondheidsproblemen.<br />

Het verdient aanbeveling een verruiming van de doeleinden in deze artikelen in<br />

overweging te nemen. Het alsdan toe te laten wetenschappelijk onderzoek dient wel binnen de geneeskunde<br />

te blijven. De in de wet opgenomen strikte voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek,<br />

waaronder beoordeling door de CCMO, vormen ook bij verruiming een waarborg.<br />

9.4 Wetenschappelijk onderzoek met foetussen<br />

De wetgever heeft het begrip wetenschappelijk onderzoek niet gedefinieerd. Voor wetenschappelijk<br />

onderzoek met foetussen zijn in artikel 19 de toetsingscriteria en in artikel 20 nadere voorwaarden<br />

geformuleerd. Die laatste bepaling staat alleen wetenschappelijk onderzoek met foetussen toe dat<br />

kan bijdragen aan de diagnostiek, de voorkoming of de behandeling van ernstige aandoeningen bij de<br />

betreffende foetus en dat niet kan worden uitgesteld tot na de geboorte. Er geldt daarmee een therapeutische<br />

voorwaarde: het moet zo zijn, dat men bij een ernstige aandoening wil ingrijpen om de ongeborene<br />

te redden. 175 De strenge voorwaarden betekenen dat de Embryowet wetenschappelijk onderzoek<br />

met foetussen slechts bij uitzondering toestaat. Uit de analyse van de samenhang met andere<br />

wetten (3.4) blijkt dat de afbakening met de WMO, die van toepassing is op wetenschappelijk onderzoek<br />

met zwangeren, niet erg duidelijk is. Uit analyse van het begrip (5.3) blijkt dat de strenge<br />

voorwaarden in artikel 20 ertoe te leiden, dat therapeutisch wetenschappelijk onderzoek met foetussen<br />

slechts beperkt mogelijk is, ook al houdt het geen of slechts een verwaarloosbaar risico in voor de<br />

foetus, en dat niet-therapeutisch onderzoek met foetussen in het geheel niet mogelijk is. Er is nog<br />

weinig casuïstiek op dit gebied.<br />

Geconcludeerd kan worden dat de regeling van wetenschappelijk onderzoek met foetussen in de Embryowet<br />

veel vragen oproept. Gezien de grote verschillen in voorwaarden en beoordeling tussen<br />

WMO en Embryowet, is een heldere afbakening van het begrip ‘wetenschappelijk onderzoek met foetussen’<br />

gewenst. Daar komt bij, dat de regeling belemmeringen lijkt op te werpen voor belangrijk wetenschappelijk<br />

onderzoek tijdens de zwangerschap. De Embryowet is hier strenger voor wetenschappelijk<br />

onderzoek met foetussen dan het desbetreffende additionele protocol bij het VRMB en een<br />

aanbeveling van de Raad van Europa voor wetenschappelijk onderzoek met zwangere vrouwen (4.2<br />

en 4.3). Deze beide regelingen laten, onder strikte voorwaarden, niet-therapeutisch onderzoek met<br />

zwangere vrouwen – en daardoor veelal ook met foetussen – toe.<br />

Het verdient aanbeveling dat de wetgever de regels betreffende wetenschappelijk onderzoek met<br />

foetussen, en met name artikel 20, opnieuw beziet. Voor de verheldering van het begrip ‘wetenschappelijk<br />

onderzoek met foetussen’ ware aan te sluiten bij een in de wet op te nemen omschrijving<br />

van het begrip wetenschappelijk onderzoek, zoals aanbevolen in 9.1.2. Voorts valt een verruiming van<br />

de voorwaarden te overwegen die meer aansluit bij de bepalingen voor wetenschappelijk onderzoek<br />

bij zwangeren in het betreffende additionele protocol bij het VRMB. Gedacht kan worden aan een verruiming<br />

– onder strikte voorwaarden en met centrale toetsing – van de mogelijkheden voor therapeutisch<br />

onderzoek en van bepaalde vormen van niet-therapeutisch onderzoek dat geen of een verwaarloosbaar<br />

risico inhoudt voor de foetus<br />

175 Kamerstukken II 2000/01, 27 423, nr. 3 p. 38-40 en p. 57.<br />

103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!