28.01.2015 Views

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tabel 10 Aanvaardbaarheid tot stand brengen embryo’s voor transplantatiedoeleinden<br />

N=124 aantal %<br />

acceptabel 28 23<br />

twijfel 56 45<br />

niet acceptabel 40 32<br />

Ruim driekwart van de respondenten zou niet bereid zijn zelf eicellen af te staan voor wetenschappelijk<br />

onderzoek, 15 procent twijfelde erover. Ruim de helft zou niet bereid zijn eicellen af te staan voor<br />

transplantatiedoeleinden, 30 procent twijfelt en 16 procent zou hiertoe wel bereid zijn. Tweederde<br />

van de ondervraagde vrouwen vindt dat niet van vrouwen gevraagd mag worden de ingrijpende procedure<br />

van eiceldonatie te ondergaan alleen voor onderzoeksdoeleinden. Voor transplantatiedoeleinden<br />

lag dit percentage iets lager. Als geen hormoonkuur nodig zou zijn, vond nog steeds ruim de helft<br />

dat van vrouwen niet gevraagd mag worden om eicellen af te staan voor wetenschappelijk onderzoek<br />

of voor transplantatiedoeleinden.<br />

Op de vraag welke voorwaarden gesteld zouden moeten worden aan het tot stand brengen van embryo’s<br />

voor wetenschappelijk onderzoek, zijn genoemd: schriftelijke informatie, schriftelijke toestemming,<br />

een bedenktijd, de mogelijkheid om een gegeven toestemming in te trekken, een verbod<br />

op handel, vervoer en ruil, donatie om niet, de mogelijkheid om zelf te bepalen voor welk wetenschappelijk<br />

onderzoek gedoneerd wordt en een zorgvuldige controle door een onafhankelijke commissie.<br />

6.4 Toepassing van de wet bij wetenschappelijk onderzoek<br />

6.4.1 Ervaringen van wetenschappers<br />

Wetenschappers noemden in de vraaggesprekken enkele onduidelijkheden in de wet, bijvoorbeeld<br />

met betrekking tot informed consent. Daar doen zich vragen voor over de gerichtheid van de toestemming<br />

bij de terbeschikkingstelling van embryo’s. Als die toestemming in detail beschrijft welk<br />

onderzoek met het materiaal zal worden uitgevoerd, is dan voor elke wijziging opnieuw toestemming<br />

nodig Een andere vraag betreft het kweken van stamcellijnen uit restembryo’s die ter beschikking<br />

zijn gesteld voor wetenschappelijk onderzoek. De stamcellijnen blijven lange tijd bestaan en er kunnen<br />

telkens cellen uit worden gehaald voor nieuw wetenschappelijk onderzoek. Het is niet duidelijk<br />

hoever het informed consent van de donoren dan reikt. Het vooraf vragen van toestemming voor onbekende<br />

toekomstige onderzoeken lijkt niet aanvaardbaar, het vragen van toestemming per onderzoek<br />

moeilijk haalbaar. Een derde probleem heeft te maken met de internationale context waarin het<br />

wetenschappelijk onderzoek zich beweegt. Wanneer onderzoekers uit verschillende landen samen<br />

willen werken en onderzoeksmateriaal willen uitwisselen, rijst de vraag of in Nederland gegeven toestemming<br />

transport naar het buitenland toelaat, en of buitenlandse donoren een vergelijkbare geïnformeerde<br />

toestemming hebben geven als in Nederland is vereist en hoe onderzoekers zich daarvan<br />

moeten vergewissen.<br />

Rond internationale samenwerking tussen onderzoekers noemt men daarnaast de onduidelijkheid<br />

over de vraag of het in- en uitvoeren van geslachtscellen, embryo’s en stamcellijnen wettelijk is toegestaan.<br />

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!