Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ij uit den boze. 158 Het veelvuldig gebruik van bijvoorbeeld termen als ‘therapeutisch kloneren’ bij<br />
stamcelonderzoek, waar in feite sprake is van celkerntransplantatie voor wetenschappelijk onderzoek,<br />
moet dan ook worden vermeden. 159 Waar herleidbaarheid van in onderzoek of toekomstige therapie<br />
gebruikte embryonale cellen nodig is, dient men eiceldonoren adequaat te informeren over de implicaties<br />
daarvan, ook met het oog op het waarborgen van zeggenschap. 160 Sommige donoren zullen<br />
wellicht geen moeite hebben met donatie voor de ontwikkeling van reproductieve technologie, maar<br />
wel met de totstandkoming van herleidbare, eeuwig verder delende ‘onsterfelijke’ cellijnen, zeker als<br />
deze zouden kunnen worden uitgewisseld tussen verschillende laboratoria in verschillende landen. 161<br />
Voorafgaande counseling door een onafhankelijke deskundige is van groot belang. Dit is voor eiceldonatie<br />
ten behoeve van een zwangerschap al geformuleerd in het Modelreglement Embryowet, maar is<br />
evenzeer – zij het deels om andere redenen – van belang bij eiceldonatie voor wetenschappelijk onderzoek<br />
en voor het tot stand brengen van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek.<br />
Maatregelen ter verdere beperking van de risico’s maken deel uit van goed hulpverlenerschap. Er ligt<br />
hier vooralsnog geen taak voor de wetgever. Het is de taak van de beroepsgroep om zich voortdurend<br />
in te spannen voor verbetering van de kwaliteit van het medisch handelen en het formuleren van inhoudelijke<br />
voorwaarden. 162 Te denken valt aan het beperken van het aantal hormoonbehandelingen<br />
dat een eiceldonor mag ondergaan, het consequent kiezen voor milde stimulatie van de eierstokken<br />
ook als dat leidt tot een geringere opbrengst aan donoreicellen, het categorisch uitsluiten van vrouwen<br />
die zelf nog een kinderwens hebben en het zoveel mogelijk uitsluiten van eiceldonoren met een<br />
verhoogd risico op het hyperstimulatiesyndroom. In het Modelreglement Embryowet is de benadering<br />
van de Gezondheidsraad 163 overgenomen dat ivf-patiënten alleen in omschreven uitzonderlijke gevallen<br />
om eiceldonatie mag worden gevraagd. Tegen de achtergrond van mogelijke toenemende druk<br />
op vrouwen is deze terughoudendheid te meer van belang.<br />
Zowel gelet op schaarste aan donoreicellen als op de belangen van eiceldonoren lijkt een nadere discussie<br />
over het eventueel prioriteren van typen onderzoek wenselijk. Hiervoor kunnen, behalve aan de<br />
beschermwaardigheid van het embryo, bijkomende argumenten worden ontleend aan de bij wetenschappelijk<br />
onderzoek met embryo’s gangbare eis, dat het wetenschappelijk onderzoek moet leiden<br />
tot nieuwe inzichten die niet op een andere, minder ingrijpende, manier verkregen kunnen worden.<br />
Tevens is onderzoek nodig naar de vraag of, zolang er schaarste aan eicellen bestaat en invasieve ingrepen<br />
bij eiceldonoren nodig zijn, wetenschappelijk onderzoek naar klinisch relevante, therapeutische<br />
onderzoeksdoelen geen prioriteit verdient boven fundamenteel wetenschappelijk onderzoek,<br />
waarvan vooraf moeilijk is vast te stellen of er een concrete toepassing zal zijn.<br />
158 D Magnus, MK Cho, Issues in oocyte donation for stem cell research. Science 2005;308:1747-1748.<br />
159 G de Wert, Humane embryonale stamcellen als Heilige Graal. Filosofie & Praktijk, 2001.<br />
160 Committee on Guidelines for Human Embryonic Stem Cell Research, Board on Life Sciences, National Research Council, Board on<br />
Health Sciences Policy, & Institute of Medicine. Guidelines for human embryonic stem cell research. Prepublication Copy.<br />
Washington DC: The National Academy of Sciences, 2005.<br />
161 B Lo, V Chou, MI Decars, et al, Consent from donors for embryo and stem cell research. Science 2003;301:921.<br />
162 G de Wert, Ethiek van de voortplantingsgeneeskunde. In MJ Heineman, OP Bleker, JLH Evers & APM Heintz (red.), Obstetrie en gynaecologie.<br />
De voortplanting van de mens. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg, p 23-60; J Johnston, (2004, March 8). The women<br />
behind cloning. New York Times, pp. A19. D Magnus, & MK Cho, (2005). Issues in Oocyte Donation for Stem Cell Research. Science,<br />
308(5729), 1747-1748.<br />
163 Gezondheidsraad 1998.<br />
93