Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.4 De wet in perspectief<br />
De Embryowet is ingewikkeld, zowel naar de inhoud van de gemaakte keuzes als naar de vorm. De<br />
wet heeft geen andere doelstelling dan het stellen van grenzen aan handelingen met geslachtscellen<br />
en embryo’s. De regeling in de wet vormt de uitkomst van een aantal afwegingen. In de context van<br />
steeds voortschrijdende ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande verschuivende opvattingen, en<br />
van waarden en belangen waaraan niet door iedereen hetzelfde gewicht wordt toegekend, zijn keuzes<br />
gemaakt, aldus de wetgever. 14 Dan is er nog de bijzondere constructie waarbij de wet bepaalt dat<br />
sommige handelingen nu niet toelaatbaar zijn, maar over enkele jaren wel.<br />
De inhoud van de verschillende wetsvoorstellen is in de loop van de tijd herhaaldelijk gewijzigd op het<br />
punt van de toelaatbaarheid van wetenschappelijk onderzoek met embryo’s. 15 Aanvankelijk wilde de<br />
regering dergelijk onderzoek slechts bij uitzondering toestaan mits er een fundamenteel belang was<br />
voor de volksgezondheid (1988), later uitsluitend als het embryo niet teloor ging (1991), gevolgd door<br />
een moratorium met de mogelijkheid dat onderzoek met embryo’s bij AMvB te verbieden (1993). Het<br />
eerste Paarse kabinet achtte wetenschappelijk onderzoek met embryo’s onder ruimere voorwaarden<br />
toelaatbaar, te toetsen door de CCMO (1995). De Embryowet staat dergelijk onderzoek voor het eerst<br />
onder strikte voorwaarden toe, met uitzondering van het speciaal tot stand brengen van embryo’s<br />
voor wetenschappelijk onderzoek dat in de wet pas op termijn wordt toegestaan. Het huidige kabinet<br />
is echter niet voornemens het tijdelijke verbod op het speciaal tot stand brengen van embryo’s voor<br />
wetenschappelijk onderzoek op te heffen. 16<br />
De Embryowet raakt een bij uitstek ethische kwestie, een terrein waarop wetgeving meestal traag en<br />
moeizaam verloopt. 17 Als mensen aan risico’s worden blootgesteld is er al gauw een spanning met<br />
algemeen aanvaarde morele normen van respect en zorg voor het individu. In de samenleving is er<br />
dan behoefte aan nadere controle en afweging, omdat mensen niet of alleen voor belangrijke doelen<br />
mogen worden ‘gebruikt’, zo luidt de redenering. Een vergelijkbare spanning doet zich op het terrein<br />
van <strong>embryowet</strong>geving voelen, temeer gezien de snelle en verstrekkende technologische vernieuwingen<br />
waarop de gangbare normen geen antwoord geven en waarvan de gevolgen moeilijk zijn te overzien.<br />
Bij het ontwerpen van de Embryowet heeft de wetgever gekozen voor een regeling waarin de<br />
verschillende belangen tegen elkaar zijn afgewogen. De wetgever vindt dat er – juist vanwege respect<br />
voor de waardigheid en het menselijk leven – grenzen moeten zijn aan het gebruik van embryo’s.<br />
Een langdurig wetgevingsproces op een ethisch terrein, waar bij de ontwikkeling van normen rekening<br />
moet worden gehouden met overtuigingen in de samenleving, wordt wel aangeduid met de<br />
term symbolisch interactionisme. 18 Het wetgevingsproces wordt dan opgevat als een vorm van sociale<br />
interactie tussen overheid en burgers, die uiteindelijk leidt tot een wet die een gemeenschappelijk<br />
14 Kamerstukken II 2001-2002, nr. 3 p.5.<br />
15 ThAM te Braake, Procreatietechnologie en recht; toelaatbaarheid en regulering van IVF-onderzoek; Preadvies Vereniging voor<br />
Gezondheidsrecht 2001; ThAM te Braake, Het voorstel van Wet inzake handelingen met geslachtscellen en embryo’s (Embryowet),<br />
TvGR 2002, p.251-263.<br />
16 Kamerstukken II 2003/04, 29 800 XVI nr.195.<br />
17 J Vorstenbosch en P Ippel, De weg naar de wet; wetgeving over ethische kwesties, in: De Siamese tweeling; recht en moraal in de<br />
biomedische praktijk, red. W vd Burg en P Ippel, Assen 1994, p.50-67.<br />
18 J Vorstenbosch en P Ippel 1994.; W vd Burg, Symboolwerking van <strong>embryowet</strong>geving, NJB 1995 nr. 33, p. 1236-1241; N Zeegers,<br />
Regelgeving over embryo-onderzoek: zo democratisch mogelijk, Filosofie en Praktijk 24 (2003), nr.1, p. 37-49.<br />
34