28.01.2015 Views

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

slachtsgebonden erfelijke aandoening. Het gaat dan om het voorkómen van een gezondheidsrisico<br />

voor de 'derde generatie'. Artikel 26 laat geen ruimte voor geslachtskeuze in zo’n geval, aangezien het<br />

betreffende toekomstige kind de aandoening niet zal hebben. Of de wet ruimte laat voor additionele<br />

selectie als het geslacht al bekend is, is niet duidelijk.<br />

Conclusie: het verbod van geslachtskeuze in artikel 26 is mogelijk te strikt geformuleerd. Het verdient<br />

aanbeveling nader te onderzoeken of de specifieke problematiek waarmee de betreffende paren kunnen<br />

worden geconfronteerd aanleiding vormt om artikel 26 te verruimen. Daarbij is ook aandacht nodig<br />

voor de vraag of Nederland – bij een eventuele verruiming – een voorbehoud moet maken bij ratificatie<br />

van het VRMB.<br />

9.6 Slotbepalingen<br />

De wetgever heeft in artikel 29 het staatstoezicht op de volksgezondheid belast met het toezicht op<br />

de naleving van de wet. Uit de vraaggesprekken (6.5) is gebleken dat de IGZ geen mogelijkheden ziet<br />

om meer te doen dan het houden van reactief toezicht naar aanleiding van incidenten.<br />

De conclusie is dat het toezicht op de naleving van de Embryowet onvoldoende plaatsvindt. Bij een<br />

wet als deze, die het stellen van grenzen aan handelingen met geslachtscellen en embryo’s ten doel<br />

heeft en dit beoogt te bereiken met voorwaarden en verboden, is het van essentieel belang dat toezicht<br />

op de naleving en, zonodig, handhaving plaatsvindt. Het verdient aanbeveling dat de IGZ haar<br />

taak ten volle kan en zal uitvoeren.<br />

9.7 Aandachtspunten<br />

9.7.1 Regelgeving<br />

Zowel uit de analyse van de samenhang met andere wetten (3) als uit de vraaggesprekken (6.2) komt<br />

naar voren, dat er in het toepassingsgebied van de Embryowet een grote hoeveelheid andere regelgeving<br />

is die gevolgen heeft voor de praktijk. De betekenis van die regelgeving is niet altijd even duidelijk<br />

en dat blijkt in de praktijk aanleiding te geven tot vragen. Voorbeelden zijn de bevoegdheden van<br />

klinisch-embryologen in de Wet BIG, de implementatie van diverse EG-richtlijnen en de vraag welk<br />

(nader) gebruik van geslachtscellen wel en niet is toegestaan en op grond van welke regels.<br />

De conclusie luidt dat er behoefte is aan voorlichting over aanpalende wetgeving en de betekenis<br />

daarvan. Het verdient aanbeveling dat de overheid bij voortduring voorlichting geeft over de aard, inhoud<br />

en reikwijdte van nieuwe regels en de gevolgen daarvan voor de praktijk.<br />

9.7.2 Kunstmatige voortplanting bij terminale patiënten<br />

De wetgever maakt blijkens artikel 2 lid 2 onder f het gebruik mogelijk van geslachtscellen en embryo’s<br />

na overlijden. Uit de vraaggesprekken (6.2) komt naar voren dat dit postmortale gebruik erg<br />

weinig voorkomt en geen bijzondere problemen oproept. Wel zijn er steeds vaker paren die verzoeken<br />

om hulp bij voortplanting als één van de partners terminaal ziek is. Beroepsbeoefenaren overleggen<br />

momenteel van geval tot geval in de spreekkamer of men hieraan tegemoet kan komen. Men laat zich<br />

soms adviseren door een ethische commissie. Grote zorgvuldigheid is ook hier op zijn plaats en er<br />

blijkt behoefte te zijn aan een leidraad op dit punt.<br />

106

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!