Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
Evaluatie embryowet - Rijksuniversiteit Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7<br />
Wetenschappelijke ontwikkelingen<br />
Dit hoofdstuk bevat een schets van nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen zoals deze eind 2005<br />
te geven valt. Die ontwikkelingen worden gepresenteerd met het oog op de vraag of ze volgens de<br />
Embryowet wel of geen doorgang kunnen vinden, met en zonder het verbod om embryo’s tot stand te<br />
brengen speciaal voor wetenschappelijk onderzoek en andere doeleinden dan het tot stand brengen<br />
van een zwangerschap (artikel 24 onder a). Aan de orde komen: onderzoek gericht op de ontwikkeling<br />
van celtherapie (7.1), onderzoek naar nieuwe technologie op het terrein van de voortplanting (7.2),<br />
fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (7.3) en onderzoek gericht op de ontwikkeling van farmacotherapie<br />
(7.4). In 7.5 zijn de belangrijkste bevindingen samengevat.<br />
7.1 Celtherapie<br />
Onderzoek met menselijke embryonale stamcellen gericht op de ontwikkeling van celtherapie staat<br />
sterk in de belangstelling. 112 Ten onrechte leeft in brede kring het idee dat dit onderzoek de genezing<br />
van allerlei ziekten op korte termijn mogelijk maakt. Het zal nog jaren duren voordat dit onderzoek<br />
tot klinische toepassingen kan leiden. Bij lopend en voorgenomen onderzoek gaat het in eerste instantie<br />
om het gebruik van restembryo’s als bron van menselijke embryonale stamcellen (7.1.1), het<br />
tot stand brengen van menselijke embryo’s als bron van stamcellen (7.1.2) en het maken van chimaeren<br />
voor dat doel (7.1.3). Met name de beide laatstgenoemde vormen van onderzoek ontmoeten bezwaren<br />
of zijn in de Embryowet verboden. Of het huidige verbod op het speciaal tot stand brengen<br />
van embryo’s belemmeringen opwerpt voor de wetenschappelijke vooruitgang, is deels afhankelijk<br />
van de vraag of er geschikte alternatieven zijn voor het gebruik van menselijke embryonale stamcellen<br />
in het algemeen en het maken van gekloneerde embryo’s als bron van menselijke embryonale<br />
stamcellen in het bijzonder. De mogelijke alternatieven kunnen worden verdeeld in het gebruik van<br />
somatische stamcellen (7.1.4), de ontwikkeling van diverse – grotendeels theoretische – (mogelijk)<br />
embryosparende methoden om menselijke embryonale stamcellen te verkrijgen (7.1.5 t/m 7.1.7) 113 ,<br />
en de ontwikkeling van inventievere methoden om (gematchte) embryonale stamcellen te verkrijgen<br />
uit restembryo’s (7.1.8).<br />
112 Gezondheidsraad. Stamcellen voor weefselherstel, 2002/09; J Odorico, S Zhang, R Pedersen (eds.). Human embryonic stem cells.<br />
Oxford/New York: Garland Science/BIOS Scientific Publishers, 2005.<br />
113 Gezondheidsraad. Embryonale cellen zonder morele pijn In: Signalering ethiek en gezondheid 2005/07, pp. 13-36; The President’s<br />
Council on Bioethics. Alternative sources of human pluripotent stem cells. A white paper. Washington, D.C., 2005.<br />
77